Verminderen van omvang

Beste lezer, heeft u er ook veel moeite mee: met afvallen? Ik ben een bourgondisch ingesteld man, hoewel ik niet uit het zuiden des lands kom. Ik vind het een ongemakkelijke taak, dat afslanken. Maar het moet. Mijn vrouw zegt het, mijn kinderen zeggen het, mijn huisartsen eveneens en mijn vrienden menen hetzelfde. Alleen mijn kleinkinderen distantiëren zich ervan. Heel goed. Daarom kan ik ook zo lekker met mijn kleinkinderen opschieten. Ook zij eten alles. Lusten alles. Houden van lekker eten. Op dit moment eigenlijk niet, maar als ik in de toekomst kijk – vast wel. 

De kilo’s komen er altijd weer gemakkelijker bij dan er af te gaan. Een dieet schiet niet op. Ik heb verschillende ervan uitgeprobeerd. Schei uit, pure eetarmoe. Je moet bovendien sterk op de benen staan. Onlangs was ik op bezoek bij een vriend. We zitten aan de koffie en ik vertel over mijn afslanktraject. Zijn vrouw komt met de koffie en zet een tompoes voor m’n neus. ‘Lekker hé,’ zegt ze en vervolgt, ‘laat het je smaken.’ Nou zeg ik geen nee tegen zo een vriendelijk gebaar. Pure slapheid. Maar de tompoes smaakte verrekte goed. Het was een verse… van de echte bakker. 

De dieetperiode was voorbij en ja, dan verval je toch weer in een oude gewoonte, die telkens terugkeert. Ik kwam weer in omvang aan en was andermaal terug bij af. Ik moest mijn levensstijl aanpassen. Uitrekenen hoeveel gram koolhydraten, eiwitten en vetten ik mocht consumeren. De hartige hap in de ban. Geen tompoezen en vooral nee zeggen tegen aardige mensen die mij een lekker stuk taart of koek presenteren. Niet de hele dag achter een beeldbuis zitten, maar kilometers wandelen. Geen tijd, dan toch tijd maken. Goed of slecht weer, het deert niet. Een keer in de week een volkorenbrooddag. Een keer in de week helemaal niet eten. Niet lunchen. Veel drinken. Liters water. De medewerkers van het waterleidingbedrijf lachen zich de vouwen uit den broek. De omzet stijgt. 

De vermindering van mijn omvang ging en gaat snel. Gister nog zei mijn buurman gekscherend: ‘Ik hoor je stem, maar zie je amper. Je moet wat eten.’ Kijk, dat zijn nog eens positieve geluiden.