In het boek neemt de schrijver de lezer mee naar zijn jeugdjaren. De jaren vijftig.
In het boek neemt de schrijver de lezer mee naar zijn jeugdjaren. De jaren vijftig. (Foto: aangeleverd)

‘Je schudt maar even met je hoofd en ineens is je leven geschiedenis geworden’

Algemeen

WORMER - Terwijl de ene persoon een ‘haat-liefde-verhouding’ heeft met het boeren, stille dorp, zoals dit vaak wordt genoemd, heeft Gerard Mak zijn mooiste herinneringen verwoord in zijn nieuwe boek ‘Wormer, het dorp van mijn vader.’  

Nieuw boek Gerard Mak ‘Wormer, het dorp van mijn vader’  

De schrijver is geboren en getogen in Wormer en groeide op in een doorsnee katholiek gezin, waar het geloof als een rode draad door zijn leven liep. In een tijd waar de televisie nog niet zijn intrede had gedaan en de telefoon een luxe was. Hij verhaalt over zijn schooltijd waar de meester nog gezag had, over zijn leefomgeving waar zij op straat speelden en kattenkwaad uithaalden.

Herkenbaar

De schrijfstijl en de verhalen zijn voor veel inwoners van Wormer niet geheel onbekend, maar met dit boek heeft Gerard Mak diezelfde verhalen vernieuwd, uitgebreider beschreven en gebundeld. De titel vermoedt, dat het boek alleen geschikt is voor de inwoners van Wormer, maar niets is minder waar. In het boek neemt de schrijver de lezer mee naar zijn jeugdjaren. De jaren vijftig. Verhalen die in ieder dorp of stad van toepassing waren en herkenbare herinneringen zullen oproepen. Of zoals de schrijver zelf zegt: ‘Je schudt maar even met je hoofd en ineens is je leven geschiedenis geworden.’

‘Wormer, het dorp van mijn vader’ kost € 22,95, heeft als ISBN 9789464 629560 en wordt uitgegeven door Uitgeverij Aspekt. 

Passage uit het boek ‘Wormer, het dorp van mijn vader’

Een prachtige uitvinding, die televisie.

Sommige mensen vonden het een begin van het kwaad terwijl bij zwaar gelovigen, de televisie helemaal niet in huis kwam.

Het zou de mens veranderen en achteraf gezien, denk ik toch dat er een kern van waarheid in heeft gezeten, dat het een begin van het kwaad is geworden.

Wij wisten vroeger niet eens wat er over de Zaanbrug gebeurde en nu kwam ineens, via De Verrekijker, een soort jeugdjournaal, het bericht de huiskamer binnen dat de bereden politie in Melbourne voetbal speelde. De paarden schopten tegen een grote schuimrubberen bal.

Of ze berichtten hoe Franse verkennertjes bladeren droogden.

Nou… dat was nieuws! Daar konden we wat mee.

Tante Hanny Lips, een blondine met Conny Froboess kapsel, was onze vaste omroepster. Altijd vriendelijk, en als de programma’s waren afgelopen, zwaaide ze iedereen gedag. Altijd met twee handen. Tijd om naar bed te gaan.

En als een stel seniele mafkezen zwaaiden wij ook altijd terug. Alsof tante Hanny ons persoonlijk kende.

Zij kondigde op haar eigen, vriendelijke manier alle programma’s aan.

Tante Hanny Lips was het boegbeeld van de Nederlandse televisie.

‘Wie wil er mijn marmotje zien?’ zei ze ineens.

Het leek eerder een vraag dan een aankondiging van een dierenprogramma.

Bij zo’n vraag krijg je nu allerlei vreemde gedachten, maar het was toen écht een kinderprogramma. Het liedje ken ik nog steeds uit mijn hoofd.

‘Wie wil er mijn marmotje zien.

’t Is zo’n aardig beestje.

Hij kan dansen.

Hij kan springen.

Hij kan mooie liedjes zingen.’

Ook zo’n onzinnige tekst want ik heb veel van die programma’s gevolgd, maar nog nooit een marmot zien dansen. Laat staan liedjes zingen.

De bioloog Hans Rensenbrink presenteerde dit programma en hij ontving allerlei kinderen, die hun huisdieren hadden meegenomen.

De een had zijn hond mee, de ander zijn hangbuikzwijn, een eend of een egel.

De kinderen vertelden dan wat ze hun dieren te eten gaven.

Heel serieus werd er dan verteld, dat die egel melk kreeg en het hangbuikzwijn schillen, maar ook de restjes van het avondeten. Eenden aten brood en de hond at gewoon met de pot mee. Toen kennelijk biologisch en educatief verantwoord, maar nu streng verboden.

De huidige varkens krijgen sojabrokken voorgeschoteld waarvoor het halve Amazone woud wordt gekapt. En een egel gaat tegenwoordig met de dierenambulance mee nadat dit beestje melk heeft gedronken terwijl de hond verantwoorde brokken vreet. En eenden? Ach, die krijgen nog steeds brood.

Ook niet goed, maar je kunt moeilijk met je kleine kinderen langs de slootkant staan met een polletje gras of waterplanten in je hand.

Ik was altijd superjaloers op die kinderen, want ik wilde ook wel eens op de televisie komen. En dus vroeg ik mijn moeder om een brief te schrijven zodat ik met onze poes Loekie naar Hilversum kon.

‘Ben jij gek,’ reageerde mijn moeder verontwaardigd. ‘Dat wil Loekie niet en wie betaalt de reis naar Hilversum? Het geld groeit me niet op de rug. Ga maar kikkerdril vangen. Of salamanders.’

Zij duwde ons een glazen weckpot in de handen en had het zelfgemaakte visnetje al uit de schuur gehaald.

Schrijver Gerard Mak.