Anne Koopen brengt haar eerste boek uit.
Anne Koopen brengt haar eerste boek uit. (Foto: Vincent de Vries)

‘Ik was een gevaar voor mezelf’

ALKMAAR – Hoe de getuigenis van een groepszelfmoord op de Eiffeltoren leidde tot borderline, een coke-verslaving én een leven van kliniek naar kliniek. Dat leven heeft de Alkmaarse Anne Koopen (30) letterlijk vele littekens bezorgd. Vijf jaar geleden herstelde ze en nu helpt ze anderen als ervaringsdeskundige. In haar boek ‘Lief Mirakel’ vertelt ze haar verhaal.

Door: Rosemarijn Beneker

30-jarige Anne Koopen schrijft Lief Mirakel, dagboek van een ‘borderliner’

Lief Mirakel is een in dagboekvorm geschreven boek dat lezers gedurende twintig jaar meeneemt in het leven van Anne. Toen ze op haar tiende getuige was van een groepszelfmoord op de Eiffeltoren, ontwikkelde ze de persoonlijkheidsstoornis Borderline. Anne vertelt dat er nog best een groot taboe en stigma op de ziekte ligt. “Het is een dodelijke rotziekte waar niet veel over gepraat wordt. Op mijn 13e kwam ik al in de psychiatrie terecht en tot mijn 25e heb ik zeker 60 opnames gehad. Ik beschadigde mezelf, ging veel met foute mensen om en wilde op een gegeven moment ook niet meer leven. Ik was een gevaar voor mezelf. Omdat ik in deze periode de bijzonderste dingen meemaakte, zeiden mensen tegen me ‘Hier zou je een boek over moeten schrijven’. Omdat Nederlands altijd al mijn beste vak was, ben ik toen begonnen met schrijven. Schrijven is van jongs af aan al mijn uitlaatklep. Het verhaal popt gewoon in me op, dus voor mij voelde het heel natuurlijk om mijn verhaal op papier te zetten.’’

‘Zo wil ik niet eindigen’

Het omslagpunt voor herstel kwam toen ze letterlijk uit huis geplukt werd. “Mijn psychiater en casemanager stonden voor de deur en zeiden: ‘Je hebt een Rechterlijke Machtiging’, dat is een gedwongen opname die je kunt krijgen als je een gevaar bent voor jezelf of een ander. Ik kreeg hem omdat ik een gevaar was voor mezelf. En dan moet je ook mee, je hebt geen keuze. Ik ben toen naar een kliniek gegaan en daarna naar een speciale afdeling in Groningen. Dat was een heel heftige afdeling. Eigenlijk wel het eindstation waar de zwaarste psychiatrische gevallen bij elkaar komen. Daar zag ik een meisje dat zichzelf ook beschadigde. Ze vonden mij al erg, maar zij zat echt helemaal onder. Van top tot teen. Ik ben best wel met mijn uiterlijk bezig en schrok enorm toen ik haar zag. Ik moet écht stoppen, dacht ik. Zo wil ik niet eindigen.’’

‘Alsof ik een marathon gelopen had’

Vijf jaar geleden stuurde Anne voor de eerste keer haar boek naar een uitgever, maar die stuurde het weer terug. “Ik voelde me natuurlijk erg afgewezen. In dat jaar ben ik naar mijn vader in Malaga gevlogen en daar heb ik het in een week herschreven. Dat kostte zó veel energie dat ik wel vijftien uur per dag sliep, alsof ik een marathon had gelopen. De herschreven versie werd wél goedgekeurd door de uitgever en binnen drie maanden kreeg ik het eerste exemplaar toegestuurd. Heel bijzonder!”

Steun

Annes moeder heeft het boek inmiddels gelezen. 


Lees verder op pagina 27