Tentoonstelling slaat brug tussen verleden en heden van Joodse gemeenschap

Stichting CHAJ en het Haags Gemeentearchief presenteren in de verlichte panelen in het Atrium van het stadhuis '300 jaar pinkas', het protocol van de Hoogduitse Joodse gemeente in Den Haag. De tentoonstelling is te zien tot 5 juni.

Pinkas is het Hebreeuwse woord voor register. Een pinkas is een waardevolle bron over de geschiedenis van een Joodse gemeente met veel gegevens over de dagelijkse activiteiten in en rond de synagoge. Deze tentoonstelling gaat in op het pinkas van de Hoogduitse Joodse gemeente in Den Haag.

De eerste Joden kwamen in de 17de eeuw naar de hofstad. Dit waren Sefardische Joden, voornamelijk uit Spanje en Portugal. Vanaf het midden van de 17de eeuw volgden er Asjkenazische Joden uit Duitsland en Polen. In 1674 vestigde de eerste Hoogduitse Jood, een sjocheet (ritueel slachter), zich in de stad. In 1723 openden de Asjkenazische Joden in Den Haag hun synagoge aan de Brouwersloot. Met de inwijding van de nieuwe synagoge werd ook een nieuw pinkas geopend. Deze is dit jaar 300 jaar oud. 

Tijdens de Nazi-bezetting zijn de meeste Haagse Joden gedeporteerd en vermoord. Toch is er vandaag nog steeds een actieve joodse gemeenschap in Den Haag. In de tentoonstelling komen jonge mensen aan het woord die vertellen over voor hen belangrijke Joodse gebruiken en rituelen. Op ieder paneel staat daarbij een fragment uit het rijke pinkasverleden waarin hetzelfde onderwerp aangesneden wordt. Zo wordt een brug tussen verleden en heden geslagen.