Afbeelding
(Foto: Hester Blankestijn)

Frankelandgroep gaat vol vertrouwen de uitdaging aan

Nederland vergrijst in hoog tempo. Tv-programma’s en kranten staan er vol van. In de ouderenzorg is er werk aan de winkel.

Door Kor Kegel

Het zal komende jaren alle aandacht vragen. Sinds 1 januari zijn Pepita Breugem en Roel van Tongeren de nieuwe bestuurders van de Frankelandgroep en ze treden aan in een bijzondere periode, want terwijl het aantal 80-plussers toeneemt, zet het Rijk de rem op de zorgvoorzieningen. In de komende twintig jaar zal het aantal 80-plussers met veertig procent stijgen, maar het aantal mensen dat in de ouderenzorg werkt blijft in het gunstigste geval gelijk aan wat het nu is. Er zijn nu al flinke wachtlijsten voor verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg.

Pepita Breugem: “We kunnen dus de conclusie trekken dat als iedereen blijft doen wat hij nu doet, we terecht komen in een ‘zorginfarct’, namelijk een situatie waarin de vraag naar zorg het aanbod onverantwoord ver overstijgt.”

Om zo’n infarct af te wenden en dus de zorg- en dienstverlening beschikbaar te houden voor iedereen die dat echt nodig heeft, moet er verandering komen. De vraag naar zorg zal afgeremd moeten worden. En de zorg moet slimmer worden georganiseerd, met inzet van digitale middelen en meer efficiency.

De Frankelandgroep heeft een beleidsplan gemaakt voor de periode 2023-2027. Het is geen dik en verstikkend document, maar een leesbaar en richting gevend kader voor de komende vijf jaar. De doelen zijn niet veel anders dan voorheen, maar de aanpak moet worden bijgesteld.

Thuis blijven wonen

Aanleiding is dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vorig jaar het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) vaststelde. Daar staat in dat van het bijbouwen van nieuwe verpleeghuisplaatsen geen sprake meer kan zijn en dat zelfs de bestaande capaciteit moet afnemen. Wonen en zorg worden steeds verder gescheiden. Ouderen moeten zo lang mogelijk tuis blijven wonen.


“Het is niet zo slim van de overheid om geen verpleeghuisplaatsen meer te willen realiseren,” reageren Pepita Breugem en Roel van Tongeren. “De wal gaat bet schip keren. Daar komt nog bij dat de rijksvergoeding voor huisvesting met ingang van volgend jaar met acht procent omlaag gaat. Een behoorlijke ontmoediging om te bouwen.”

Maar met de nieuwe ‘spelregels’ van het Rijk heeft de Frankelandgroep wel te maken. Nu het bijbouwen van verzorgings- en verpleeghuisplaatsen niet meer is toegestaan, is het nog belangrijker om aanleunwoningen en geclusterde woonvoorzieningen te realiseren én de capaciteit optimaal te benutten.

"Uit de dagelijkse praktijk met de Liduinahof, Havenbogen, Drielanen, Matlinge, Groen- en Meerzicht, Menuet, Suite en Vaartland Résidence weten we dat de zeer directe omgeving van een zorgcentrum heel efficiënt is," zegt Roel van Tongeren. "Het scheelt veel dagelijkse problemen. Er zijn gelijkgestemden, er ontstaan als vanzelf informele netwerken, er is ontmoeting, er zijn activiteiten en de bewoners vinden er faciliteiten als receptie, recreatie, winkel, kapper en restaurant. In geval van nood is ondersteuning zeer nabij."

Aanleunwoningen

De thuiszorg van de Frankelandgroep (TOF) biedt wijkverpleging en huishoudelijke zorg aan ruim 1200 ouderen. Van hen wonen er een bijna 400 in aanleunwoningen en dus ruim 800 verspreid door Vlaardingen en Schiedam. Dat aantal zal nog fors stijgen. “We moeten ervoor zorgen dat de groeiende groep 80-plusser minder afhankelijk wordt van zwaardere professionele zorg- en dienstverlening," zegt Pepita Breugem. "Daarvoor is het noodzakelijk dat de ouderen eerder, langer en actiever de regie over hun leven in eigen hand nemen door een gezondere leefstijl, valpreventie en tijdig verhuizen, maar ook dat het informele netwerk wordt versterkt, met name de mantelzorg. Vooral ook moeten we de laagdrempelige gelegenheden voor ontmoeting en welzijn overeind houden, denk aan de wijkfunctie van zorglocaties.”
Pepita Breugem en Roel van Tongeren rekenen bij dat alles op hun belangrijkste kapitaal: medewerkers én vrijwilligers. Zij maken elke dag het verschil voor bewoners en bezoekers. Ervoor zorgen dat zij elke dag met plezier hun werk kunnen doen is dan ook hun belangrijkste voornemen.

Afbeelding