De fietsers luisteren naar het verhaal van de gidsen bij het herdenkingsmonument.
De fietsers luisteren naar het verhaal van de gidsen bij het herdenkingsmonument. (Foto: PR)

Fietsen langs bekend en onbekend verleden van Tweede Wereldoorlog

Zo'n vijftien deelnemers trokken zondag 7 mei door Vlaardingen met een fietstocht die in het teken stond van de Tweede Wereldoorlog. Op een aantal stopplaatsen vertelden de gidsen van het ServiceTeam Vlaardingen interessante feiten die zelfs voor de geboren en getogen Vlaardingers die meefietsten onbekend waren. 

door Ineke Romers

Terwijl de donkere wolken zich samenpakken, verzamelen de fietsers zich bij het Stadhuis aan de Markt. De eerste stop is op de begraafplaats Emaus. Daar staat het herdenkingsmonument voor de vijftien leden van eerste verzetsgroep in Nederland, de Geuzen, die op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd werden. Er staan ook twee andere gedenktekens. Ingrid Radema, één van de gidsen: "Aan het begin van de oorlog wilde de Nederlandse regering, die in Londen zat, dat de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank in Rotterdam uit handen van de nazi's zou blijven. Maar een boot met goud liep op een Duitse mijn die vlak voor Vlaardingen lag. Daarbij zijn een Vlaardinger en drie Engelse opvarenden omgekomen. Ook zij zijn hier begraven."

De fietstocht vervolgt naar de Boerderij van Moerman. Op wat nu het parkeerterrein van het pannenkoekenhuis De Soete Suikerbol is, stond één van de afweergeschutten die sinds 1939 door de Nederlanders en daarna door de Duitsers gebruikt zijn. Elly Andriessen, de andere gids, meldt dat ‘deze afweergeschutten zijn gefinancierd door de industriebedrijven uit de omgeving die hun bezit wilden beschermen.'
De ploeg rijdt verder door het groen rondom Vlaardingen en komt bij de rustplek Hoeve Avondrust. Miriam Warnaars, de eigenaresse, deelt de consumpties uit en vertelt ondertussen wat over de Zuidbuurt in oorlogstijd en haar Hoeve. "Veel mensen vinden het hier een paradijs. Maar daar hebben we wel vijfendertig jaar aan gewerkt." Bij het terrein van de Vergulde Hand vertelt Andriessen over het interneringskamp dat daar gezeten heeft. ‘Na de oorlog werden hier de collaborateurs, moffenmeiden en NSB’ers vastgezet. In dit kamp zaten 600 mensen. De omstandigheden waren slecht. De basis was neergezet, de rest moesten de geïnterneerden zelf bouwen. De mensen hadden honger geleden in de hongerwinter en er was nog niet voldoende voedsel. Een van de geïnterneerden stond bekend als de kikvorsman. Hij ving kikkers en salamanders en at die op, anderen aten rauwe paardensla en werden daar ziek van." Het kamp was niet alleen bedoeld als straf, er werden ook activiteiten georganiseerd voor resocialisatie. "Desondanks waren er rapporten waarin stond dat gevangenen slecht behandeld werden. Zo liepen mensen hier aan elkaar geketend rond. Simpel jezelf uitkleden of naar het toilet gaan, kon niet anders dan samen met degene waar je aan vastzat. Er werkten mensen die werkloos waren, of die uit de kampen in Duitsland kwamen, anderen hadden hier in de oorlog niet veel kans gehad en voelden zich nu belangrijk." Na verloop van tijd werd de behandeling van de gevangenen beter en eind januari 1948 vertrok de laatste gedetineerde.

Oostwijk

De tocht gaat door naar de Oostwijk, waarbij achter het Hollandiagebouw het thema voedseldistributie met bonkaarten aan de orde komt. Andriessen laat echte bonkaarten zien die zij nog van haar ouders heeft. Inmiddels valt de regen met bakken uit de hemel. De groep schuilt onder de bomen. De gidsen besluiten het verhaal van de volgende stop over de bevrijding van Vlaardingen maar hier te vertellen. De groep blijft ook onder deze natte omstandigheden belangstellend en hoort hoe de Duitsers die hier in Vlaardingen zaten, niet geloofden dat de oorlog voorbij was. Dat zorgde voor allerlei opstootjes waren, die gezien werden als een ontlading voor jaren bezetting.
Uiteindelijk werd in Vlaardingen de bevrijding in augustus groots gevierd.