Vanaf de brug aan de Esdoornlaan nabij de Wilgensingel valt meteen het fluitekruid in het park op.
Vanaf de brug aan de Esdoornlaan nabij de Wilgensingel valt meteen het fluitekruid in het park op. (Foto: Patrick Wanders)

Fluitekruid is het kant van de parken

Cultuur

Er is geen plant die het landschap in een paar weken tijd zo verandert als het fluitekruid. De Groene Gordel van Rozenburg staat er vol mee.

Door Kor Kegel

‘Hollands kant’, zo werd de plant genoemd door veldbioloog en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse (1865-1945). Dat komt omdat de bloemen fijn van vorm zijn en op kant lijken. Elk bloempje heeft een omwindseltje en vijf kroonblaadjes.

Een maand geleden zag je het fluitekruid nog vrijwel nergens. Nu staat het weelderig in de stadsparken en op de Landtong Rozenburg, soms anderhalve meter tot zelfs twee meter hoog.

Omtoverkracht

Er zijn wel meer planten met sterke invloed op het landschap, zoals het koolzaad dat aan weerszijden van de N57 zorgt voor gele strepen over Voorne-Putten, en ook bereklauw en groot hoefblad, maar niet in zulke hoeveelheden als het fluitekruid. De rode en roestbruine accenten van zuring en de groene bolwerken van brandnetel en varens halen het ook niet bij de omtoverkracht van fluitekruid.

‘Fluitenkruid’

Volgens de officiële spelling is het tegenwoordig fluitenkruid, maar geen botanicus krijgt die tussen-n over zijn lippen en volgens de ‘witte spelling’ van het Genootschap Onze Taal mag fluitekruid zonder n ook. De schermen zijn samengesteld uit witte bloempjes die vroeg bloeien en dan ineens grasvelden en wegbermen luister bijzetten.

Fluitjes maken

Het fluitekruid dankt zijn naam aan de stengels waarvan je fluitjes kunt maken. Een holle pijp moet dan onderaan een dichte knoop hebben, waarna je halverwege overlangs een snee maakt.