Jaap Ouwendijk liep tijdens de Watersnoodramp op knielaarzen door het stijgende water. Naast hem zit de beheerder van de Oudheidkamer, Leen Bergwerf, en staat een bezoeker van de tentoonstelling.
Jaap Ouwendijk liep tijdens de Watersnoodramp op knielaarzen door het stijgende water. Naast hem zit de beheerder van de Oudheidkamer, Leen Bergwerf, en staat een bezoeker van de tentoonstelling. (Foto: Patrick Wanders)

Watersnoodramp 1953: foto-expositie laat zien hoe Rozenburg onder water liep

Zeventig procent van het eiland Rozenburg liep onder water. De polders stroomden geleidelijk vol, poldertje voor poldertje. In de Oudheidkamer is er een boeiende fototentoonstelling over te zien.

Door Kor Kegel

De Watersnoodramp van zondag 1 februari 1953 ontstond door de gelijktijdigheid van een zware storm uit het noordwesten en vloed en springtij. In de trechtervormige Noordzee steeg het water tot extreme hoogte, bij Hoek van Holland tot bijna vier meter boven Normaal Amsterdams Peil (NAP). Ter hoogte van Rozenburg en Maassluis stond het water ongeveer 3,60 boven NAP. Dijken braken door en een groot deel van Nederland overstroomde. In Nederland kwamen 1836 mensen om het leven, in Engeland 307, op zee 224 en in Vlaanderen 28. In één nacht kwam 165.000 hectare land onder water te staan en duizenden koeien, schapen, varkens en kippen verdronken.

Vooral Zeeland en Zuid-Holland werden getroffen. Het eiland Rozenburg kwam er betrekkelijk goed van af. “Het water steeg langzaam,” zegt Jaap Ouwendijk, die als 9-jarige jongen met knielaarzen door het water liep. “De Brielse Dam werd half weggeslagen, maar als hij helemaal bezweken was, had de ramp hier net zo erg kunnen zijn als in Oude Tonge, waar tien procent van de bevolking om het leven kwam.”

Archieven

De in de Oudheidkamer geëxposeerde foto’s komen goeddeels uit het privéarchief van Jaap Ouwendijk en uit het omvangrijke archief van de Historische Vereniging Oud Rozenburg (HVOR), waarvan hij bestuurslid is. De foto’s geven een zeer gevarieerde indruk van de situatie op Rozenburg in de begindagen van februari 1953. Vijftien woningen op de Landverbetering, die anderhalve meter onder water kwamen te staan, de veerboot Hoofdingenieur Van Elzelingen die alleen bij de hoogste veerstoep kon aanmeren, het monument bij de Brielse Dam, de telefooncentrale op ‘de bult’ die nauwelijks waterschade opliep, en de drijvende hooischelf van Jaap Bergwerf, vader van Leen Bergwerf, de beheerder van de Oudheidkamer van de HVOR, gevestigd in het molenaarshuisje bij molen De Hoop.

'Gips om akkers weer geschikt te maken'

Een foto laat witte landbouwgrond zien. “Dat is gips,” zegt Jaap Ouwendijk. “De Zeeuwen hadden ontdekt dat gips goed materiaal is om de akkers weer geschikt te maken.”

Een paar delen van het eiland Rozenburg liepen niet onder. Dat waren vogelreservaat De Beer, de Droespolder en de Emmastraat. Maar de expositie toont ook een foto van een woning, waarvan de bewoner aanwijst dat het water hier twee meter hoog stond, tot boven de voordeur. Na drie weken was het water weg, weggestroomd of in de grond gezakt. Heel veel Rozenburgers moesten hun woon- en slaapkamers opnieuw behangen, want behang werd toen nog gelijmd op jute dat op rachels was gespannen. Dat was allemaal doorweekt geraakt. Overal zat het behang onder de vlekken en had het losgelaten.

Op de website van de HVOR staat summiere informatie over de expositie en dat heeft er alles mee te maken dat er een beheerder voor de website wordt gezocht. Wat er wel staat is dat Jannie Degeling-van der Meer op donderdag 25 januari 2018 optekende dat alle gezinnen van de Graskade na de Watersnoodramp hun huis uit moesten, want de dijk van de Godzijdankpolder was doorgebroken. “Veel gezinnen kwamen bij ons slapen, allemaal op de harde vloer. Gelukkig was het maar voor een nachtje.”

Ook kun je er terugvinden dat de familie Van der Sar-Nieuwenhuizen schrijft dat de familie middenin de nacht werd gewekt: “Sar, Sar, het water komt over de dijk. Het rundvee en de paarden werden naar de omringende terpen in veiligheid gebracht. De kachel ging naar zolder.”

Zulke citaten tonen aan dat het op Rozenburg lang niet zo erg was als in delen van Zeeland en Zuid-Holland. De foto-expositie over de Watersnoodramp is de hele zomer te zien op elke eerste zaterdag van de maand; dan is de Oudheidkamer aan de Molenweg 28 geopend. Afgelopen zaterdag was er een leuke belangstelling voor. Bij de opening op maandag 24 april waren er liefst 325 bezoekers.