Redouan el Khayari met Martijn Balster en straatcoaches Jamil, Marielle en Samia.
Redouan el Khayari met Martijn Balster en straatcoaches Jamil, Marielle en Samia. (Foto: H.O.)

Gemeente Den Haag gaat door met succesvolle straatcoaches

Aantal meldingen over overlastgevende jongeren afgenomen

Gedurende de pandemie nam de overlast op straat door jongeren toe. De gemeente en Stichting Mens In Ontwikkeling (MEION) sloegen de handen ineen om de hinder tegen te gaan. Met succes, want op een aantal hotspots nam die af. Honderd jongeren kregen via de straatcoaches van MEION inmiddels begeleiding naar een nieuw leven. Reden voor de gemeente om door te gaan met de straatcoaches. De Posthoorn sprak met hen en enkele jongeren.

Door Harry Oosterveen

Het project startte augustus 2021 op plekken in de stad met de meeste jongerenoverlast. Het ging om hotspots in Centrum, Laak, Escamp, Loosduinen en Scheveningen. Kosten: 1,2 miljoen euro. Veel geld, maar het blijkt welbesteed. 250 jongeren die voor problemen zorgden, kwamen in beeld. Honderd van hen kregen hulp in de vorm van een opleiding, werk, stageplek, sportgelegenheid of een andere vorm van hulpverlening. De straatcoaches werken in de avonduren met vaste koppels, zoveel mogelijk op dezelfde locaties. Hierdoor winnen ze het vertrouwen van de doelgroep. Ze gaan het gesprek met de jeugd aan.

Ambitie

"Onze ambitie is om jongeren die dreigen af te glijden op het rechte pad te houden”, zegt Martijn Balster, wethouder Welzijn. "Ze structureel perspectief bieden. Uit onderzoek blijkt dat in de gebieden waar de straatcoaches werken over het algemeen een positief effect optreedt. Het aantal overlastmeldingen neemt daar af. Daarom stelt de gemeente 800.000 euro beschikbaar om door te gaan met deze aanpak.”  

Elf gebieden

Redouan el Khayari, directeur van MEION, noemt die straatcoaches liever ambulante jongerenwerkers. "We hebben er acht en hun kracht zit hem erin dat ze de jongeren opzoeken in hun eigen omgeving. Ze werken in elf gebieden, zoals bijvoorbeeld het JOPplein in Spoorwijk en het Helena van Doeverenplantsoen in het centrum.”

'Door er snel bij te zijn willen we bendevorming voorkomen'

Straatcoach Ali Coskun (23) ziet dat er vaak sprake is van drugsgebruik. En dat er veel overlast is door luidruchtig rondhangen op straat. "Desondanks is in elke wijk de problematiek anders”, zegt hij. "We willen er daarom zo snel mogelijk bij zijn, het constructief aanpakken. Zo voorkomen we bendevorming, want het gevaar zit hem onder meer in negatieve rolmodellen.” 

Oprecht

Ali benaderde de op straat hangende Ibrahim Mohammed (23) die samen met Erban Serik (20) in een groepje rondhing bij de Albert Heijn in Houtwijk. Of alles wel goed ging? Een daaropvolgend gesprek veranderde uiteindelijk Ibrahim's en Erban's koers. "Na een tijdje kreeg ik er vertrouwen in dat Ali oprecht was en goede bedoelingen had”, aldus Ibrahim.

'Ik kan de groep nu links laten liggen'

Dat bleek wel, want via Ali kon Ibrahim deels voor zichzelf beginnen wat hij altijd al wilde. Ali: "Ibrahim is een sympathieke jongen die een HBO-opleiding wilde volgen. Ik adviseerde hem door te gaan met studeren. Nu is hij ZZP-brandwacht.” Door Ali's werk en de ontstane vertrouwensband is Ibrahim gemotiveerd om door te gaan en op straat is hij niet meer zo vaak te vinden. "Te druk met andere zaken”, zegt hij, "waardoor ik de groep links kan laten liggen. Ben ook volwassener geworden.” 

Stage

Dankzij Ali loopt Erban nu stage. "Ik wil sociaal werk gaan doen”, zegt Erban met enige trots. "Mijn ouders zijn prettig verrast. Nu ben ik niet meer 's avonds op straat om kattenkwaad uit te halen. Ik had de verkeerde kant op kunnen gaan.” Naast zijn stage werkt Erban bij Tata Steel. "Ik ben blij met de straatcoaches”, benadrukt hij. “Daarom wil ik Ali niet teleurstellen.”

Klap

"Het is niet altijd fijn om op jongeren af te stappen”, vindt Ali. "Collega's zijn uitgescholden door jongeren. Daar schrok ik van. Wanneer ik contact leg, probeer ik altijd met een grapje het ijs te breken. Negen van de tien keer lukt dat.” Samia El Hanoudi, werkzaam in het Helena van Doeverenplantsoen, waar veel jongeren dealen, beaamt dat het werk soms niet fijn is. Ik heb wel eens een klap gekregen van een jongere, maar ach, dat hoort erbij.” Wat meer impact maakte was dat zes jongeren die ze kende neergestoken werden. "Een slachtoffer wist niet of hij het zou overleven.” Maar Samia hecht veel belang aan haar gesprekken met de jeugd. "Ik doe het voor die ene die ik wel kan helpen. Het liefst zouden we ze na begeleiding nog een jaar willen monitoren. Dat gebeurt nu niet.” "We gaan samen met Jongerenpunt070 kijken hoe we dat als gemeente kunnen oppakken", reageert wethouder Martijn Balster op Samia.