Afbeelding
(Privéfoto)

Domingo

Ik zit net op een bankje als een joekel van een hond aan me begint te snuffelen. Een asbakkenras. Met 'ksst ksst' probeer ik het vieze beest te verjagen. In plaats van zijn biezen te pakken kijkt hij me aan en begint enthousiast te kwispelstaarten.
“Domingo doet niks hoor. Hij vindt jou lief,” hoor ik een vrouwenstem. De vrouw van rond de vijftig ziet er slonzig uit. Zwarte joggingbroek vol vlekken en gaten, vieze witte, gympen, slierterig baggervet haar. In haar verroeste Hoogvliet boodschappenkar heeft ze een uitpuilende plastic zak kleren. Verder spot ik in haar kar een oranje pet, stuk stokbrood en een aangebroken fles rode wijn. Vol ongeloof kijk ik naar haar mogelijk hele hebben en houwen.
Als ze me aankijkt, zie ik een stel schitterende, groene ogen in haar doorgroefde gelaat. "My friend, don't worry, be happy", zegt ze en maakt een zwierige buiging naar me als ware ik Wim van Oranje. Met een pracht stem zingt ze vervolgens: "De wereld heeft mij failliet verklaard." Ze vraagt of ik de song van Ramses ken. “Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld," schud ik het vervolg uit mijn mouw. "Opera diva geweest?“ vraag ik. "Ik heb me nog nooit zo goed en licht gevoeld als nu", zingt de sopraan en glimlacht.

De goeie lobbes sjokt achter het rammelende winkelwagentje

Kennelijk voelt Domingo zich ook toppie, want hij legt zijn twee smerige voorpoten op mijn knieën en begint weer te kwispelstaarten. Omdat ik geen trek heb in een stomerij zeg ik: "Nee Domingo, nee." ”My friend, don't worry, be happy. Kom Domingo, we gaan", zegt de vrouw.
Even later sjokt de goeie lobbes achter de rammelende boodschappenkar. Even verderop stopt hij en kijkt om. "Kom Domingo," roept baasje.