Als jong meisje moest Pieta al op zoek naar drinkwater, oftewel eau potable.
Als jong meisje moest Pieta al op zoek naar drinkwater, oftewel eau potable. (Foto: Aangeleverd)

Water

Nu ik in de kranten steeds vaker lees over watercrisis, keer ik in gedachten terug naar de kampeervakanties uit mijn jeugd naar Frankrijk. 


De reis begon destijds met het bevestigen van een imperiaal op de auto. Daar kwamen de tentspullen op. In de kofferbak was ruimte voor de kledingtassen, boodschappen, gasfles met kookgerei en het kampeerservies. De slaapzakken kregen vaak een plekje op de achterbank met daarboven op de drie kinderen. Aan het eind van de dag werd een camping opgezocht. Alles uitgepakt, tent opgezet en eten gekookt. 


Een kindertaak was water halen met de jerrycan. Dat werd in dit buitenland een serieuze zaak. ’Eau non potable’ waren zo’n beetje de eerste Franse woorden die wij van onze ouders leerden. Stond er bij een kraan een bordje met deze woorden, dan was dat geen drinkwater en moest je vragen naar ‘eau potable’. 


Het uiterste redmiddel was flessenwater. Dé manier om je bewust te maken van het belang en gemak van drinkwater uit de kraan. Met de watercrisis worden we hier weer naar terug geworpen.


Boeren, burgers en buitenlui worden opgeroepen om kritisch na te denken over hun watergebruik. Tegelijk stelt de minister er geen vertrouwen in te hebben dat deze gedragsoproep toereikend is, ofwel dat we nu daadwerkelijk korter douchen, onze tuintjes minder sproeien en de tuinzwembadjes niet meer opzetten maar gewoon weer het teiltje. 

'Gaan wij daarmee nu de teil in, minister?'

Hoewel mij geleerd is niet meteen naar anderen te wijzen - verbeter de wereld, begin bij jezelf - vraag ik mij af waarom de overheid een vergunning verleent aan een tweede datacenter die miljoenen liters water verbruikt. Gaan wij daarmee nu de teil in minister, Provincie, PWN? J.J Cale: 'The Problem' (2004).


Pieta van der Mark