De 20-jarige Langedijker Gilian Treebusch geniet met volle teugen van zijn werk bij de brandweer.
De 20-jarige Langedijker Gilian Treebusch geniet met volle teugen van zijn werk bij de brandweer. (Foto: @agheeremansphotography)

Langedijker Gilian Treebusch zet zich met hart en ziel in voor de lokale brandweer

Nieuws

ZUID-SCHARWOUDE - Wie heeft er geen kind, kleinkind, broer of zus die bij de brandweer wil? Bij die beroete helden die met een gered slachtoffer op de schouders, onder luid gejuich, van de ladderwagen klimmen? Natuurlijk is die wereld niet zo romantisch als het lijkt, maar voor de 20-jarige Langedijker Gilian Treebusch is het haast een manier van leven en ondanks de emotionele momenten geniet hij er enorm van.

Het leven als brandweerman: spanning, teamwork én nazitten

Met een grote glimlach worden we door de zeer nuchtere Gilian welkom geheten bij de kazerne aan de Vroedschap in Zuid-Scharwoude. Naast hypermoderne bluswagens, staan er wat oudjes, zoals een Volkswagen T1-bus – nieuw door brandweer Langedijk aangeschaft in 1966! – en een Chevrolet-truck uit ‘46, die daags eerder met de Koningsdagoptocht meereden.

Voordat we aan de koffie gaan, is onze hulp gewenst dozen frikandellen en flessen mayo uit de T1 te laden: bij de brandweer houden ze van nazitten, lacht Gilian. Hij is met 20 jaar een van de nieuwste rekruten, hij heeft zijn tweejarige opleiding zo goed als afgerond, maar als hij ons later tot in detail de hypermoderne en enorm uitgebreid uitgeruste bluswagen toont, voelt het alsof hij het werk al twintig jaar doet. We nemen plaats in de kantine. Haast een museum met foto’s, oude helmen, maar ook voorwerpen die na het blussen zijn gevonden. Zo toont Gilian een half gesmolten bowlingbal van de brand van Bowling Waarland.


Naast hypermoderne bluswagens, is er de Volkswagen T1-bus – nieuw door brandweer Langedijk aangeschaft in 1966!- foto: AGHeeremansPhotography

Brandweerwagentjes

“Toen ik jong was vond ik het supergaaf, ik ging naar alle open dagen en ik speelde met brandweerwagentjes. De vonk sloeg toen al over. Mijn moeder vertelde dat er een open dag was van de jeugdbrandweer in Heerhugowaard, van de korpsen van Langedijk en Heerhugowaard samen. Dat is voor kinderen van 12 tot 18 jaar en het is een soort kweekvijver om mensen te werven. Ik begon op mijn twaalfde, we oefenden met nepvuur, in bluspak blussen en we deden wedstrijden door heel Nederland. Op mijn achttiende stroomde ik door naar Langedijk. Het was logisch om voor Langedijk te kiezen, want je moet snel bij de kazerne zijn en ik woon hier om de hoek.”

Dodelijke slachtoffers

Brandjes blussen en in een grote auto rijden is voor alle kinderen een droom, maar het is natuurlijk veel meer dan dat. Zoals de duikteams, het assisteren bij auto-ongelukken, het openknippen van auto’s. Dan is het opeens niet zulk leuk werk meer? “Dat is inderdaad de andere kant, maar dat hoort er ook bij. Ik kan niet zeggen dat het leuk is, maar ook da is mensen helpen. De ene brandweerman maakt in dertig jaar niks mee, maar ik heb in twee jaar twee dodelijke slachtoffers meegemaakt.”

Gelukkig kreeg Gillan daarbij goede ondersteuning en nazorg. “De eerste was heel moeilijk, omdat ik het slachtoffer kende, risico van werken bij de lokale brandweer. Maar ik heb goede hulp gehad en ik heb er veel over gepraat. We hebben in beide gevallen ons best gedaan, we hebben geen fouten gemaakt en meer kan je op zo’n moment niet doen. Als er zoiets heftigs gebeurt, ga je met iedereen naar de kazerne en praat je er samen over. Ook daarin zijn we een hecht team. De dag zelf zit je nog vol adrenaline, maar de dag erna belt er een officier om te vragen hoe het met je is. Als je er echt mee zit, kan je naar een BOT-team - een brandweer opvang team - voor psychologische hulp. Je moet echt op jezelf passen als je dit lang vol wilt houden.”

Is het wat Gillian ervan had verwacht? “Nee, leuker! Het is zo divers. Als niemand het meer weet, bellen ze de brandweer. Van gaslekkages tot de bekende kat in de boom. Branden zijn voor mensen niet leuk, maar voor ons interessant. Als het bijvoorbeeld een bedrijfspand is en er is geen persoonlijk letsel dan is het vervelend voor de eigenaar, maar het gebeurt. Er komt veel bij kijken, we oefenen elke maandag, maar we hebben ook uitjes, we doen een biertje na het oefenen en dan komen ook de leerzame verhalen voorbij.”


(Foto: AGHeeremansPhotography)

Je moet wel altijd meteen handelen, vervolgt hij. “Als je negen valse meldingen hebt gehad, kan je er nooit vanuit gaan dat de tiende dat ook is. Je komt altijd vol adrenaline aan en soms is er niks aan de hand. We zijn ook wel eens met een wat rustiger gevoel naar een huis gereden, waar de vuurkorf iets te hard brandde. Toen we aankwamen was het opeens overgeslagen naar het schuurtje. Soms denk je dat je met een uur thuis bent, maar wordt het acht uur.”

Je hoort weleens dat het steeds minder leuk wordt, mede omdat de regels – ongetwijfeld terecht – steeds strenger worden. “Korpsen worden kleiner, het budget voor de vereniging lager, dus we leggen zelf maandelijks wat in, voor de leuke dingen. Maar het gevoel van dit samen doen is goed, we steken er enorm veel tijd en passie in, van het onderhoud van de voertuigen tot iets als Koningsdag.”

Wat zijn de eisen als je bij de vrijwillige brandweer wilt? “Natuurlijk moet je fysiek fit zijn, want als je net met brandslangen vijf trappen op bent gerend moet je doorpakken. Je kan niet even uitrusten. Daar is dus een keuring voor. Daarna doe je een opleiding van twee jaar en blijf je leren. Ik begin volgend jaar met de chauffeursopleiding, om de auto te besturen en de pomp te bedienen. Er zijn enorm veel regels over het rijden met zo’n auto en het voeren van zwaailichten en sirene. Daarna ga ik misschien voor schipper, maar bevelvoerder worden lijkt me niks. Natuurlijk zijn er jaarlijks oefeningen. Vanavond gaan we toevallig op oefenweekeinde, waar we met echt vuur oefenen. Dan steken ze een huis in de fik en dan zoek je het maar uit.”

Is er genoeg nieuwe aanwas? “We hebben voldoende mensen, maar meer mag altijd. Iedereen heeft 24/7 dienst, maar je kan je natuurlijk afmelden als je jarig bent of een weekeinde weg bent. Maar eigenlijk hou je met alles wat je doet rekening met de brandweer, want het is je passie.”

Het heet niet voor niets vrijwillige brandweer. Wat doe je ernaast? “Ik heb mijn opleiding Handhaving bijna afgerond. Daarna wil ik bij de politie en dan de brandweer er vrijwillig naast doen. Eigenlijk wil ik zowel brandweer als politie een tijdje als beroep doen, maar zelfs dan zou ik hier als vrijwilliger blijven. De twee beroepen hebben veel raakvlakken. Als brandweerman doe je het echter meestal goed, terwijl je gehaat wordt als je als politie een boete uitschrijft, haha!”

Na een lange rondleiding langs boot en voertuigen, met een leerzame les over de rollen op de auto, hebben we nog een laatste vraag. Brandweermannen hebben een bijzondere relatie met vuur en we zijn benieuwd of hij ook graag een vuurkorfje opstookt in de tuin. De grote glimlach beantwoordt alles: “Een vuurtje maken is heerlijk! Altijd!”

De jaarlijkse Internationale Dag van de Brandweer werd 4 mei gehouden. Op deze dag worden de brandweermannen en -vrouwen geëerd die elke dag hun leven in de waagschaal stellen om levens en eigendommen te redden.