Tom deelt zijn belevenissen en schrijft deze keer over halve zolen, gekke bekken en tompoucepudding.
Tom deelt zijn belevenissen en schrijft deze keer over halve zolen, gekke bekken en tompoucepudding. (Foto: Aangeleverd)

Halve zool

Ik heb een afspraak om nieuwe zooltjes op te halen, maar ben veel te vroeg. Om de tijd te doden ‘duik’ ik de HEMA in om mezelf te verrassen met koffie en een lekker broodje. 


Al kauwend mijmer ik over mijn nieuwe zolen en vraag me af waar die gekke uitdrukking ‘halve zool’ vandaan komt. Het schijnt het voorste deel van de schoen te zijn als extra versteviging. Maar dan nog, waarom wordt zo’n halve zool dan als halve gare, nietsnut of idioot bestempeld? 


Opnieuw gaan zoeken: afkomstig van 'asshole' (Engels voor sufferd). Door Rotterdamse bootwerkers tot zool verbasterd. Dat weten we dus ook weer.


Schuin voor mij zitten een moeder en een kind van nog geen twee jaar aan een tafeltje. Al snel hebben wij oogcontact. De moeder zit uit mijn gezichtsveld, afgeschermd door zo’n robuuste kast waar dienbladen met vieze rommel ingeschoven moeten worden. Het kind krijgt een stuk brood van mams toegeschoven en stopt het in zijn mondje. 


Voor de grap probeer ik mijn gezicht op ‘halve-zool-stand’ te zetten. Al snel raakt hij compleet in de ban van mijn ‘gekke-bekken-trekkerij.’ De moeder is verdiept in een boek en voert hem blindelings stukjes brood, kennelijk in de veronderstelling dat hij deze doorslikt. Dolle pret hebben we samen. Bij elke grimas stopt hij een stukje brood in zijn halfdichte mondje, dat even later geluidloos wijd open gaat. 


‘Keurig gegeten’, hoor ik moeder zeggen. ‘Braaf hoor! Hier, duimelotje, van mama krijg je nog een beetje pudding uit mijn tompouce omdat je zo je best hebt gedaan.’ 


Maar Duimelotje draait zich opnieuw naar mij en slaat pardoes het lepeltje pudding uit mama’s hand. In mijn ooghoek zie ik een stapeltje ‘waterbrood’ naast een tafelpoot. Tijd om op te stappen. 


‘Leuk kindje heeft u mevrouw. Echt een schatje!’ Ze glundert van oor tot oor. Ik weet van niks.

© Tom van Rossum