Hedendaags leesplankje
In mijn jeugd was het Hoogeveens leesplankje met zijn aap-noot-mies logica al volledig achterhaald. Het leek mij gepast om de jeugd van nu ook wat woorden te leren waar zij he-le-maal niks mee kunnen:
A is van ABBA, met die blonde stoot /
B is van televisie: de Berenboot /
C is techno-logisch: ik denk aan een CD /
D is van Nederpop, dus Doe Maar ff mee /
E is van E-stoffen (had niemand van gehoord) /
F gaat over fietsvervoer: al een opoefiets gescoord?/
de G is van gulden en ook van geldnood /
H is van Herman, Van Veen of van Brood /
I is van Interrail – een maand per trein /
J is van Jackass: pijn is meestal fijn /
K is van Kennedy, die gaan steeds maar dood /
L is van Levi’s, liever te klein dan te groot /
M is Mamaloe, dat was Pipo’s vrouw /
N is een neutronenbommenbutton op je mouw /
O is Oilily, kinderkleding met bloem en hart,
P is van Piet (die was toen nog zwart) /
Q is van Queen met Bohemian Rhapsody /
R is van Rubik – die kubus lukt me nie /
S is van schuimblok: zacht, roze en geel /
T voor Teletubbies; menig ouder werd dat teveel /
U is beleefd, zo noemden we iedereen /
V was voor video. Wie heeft er nu nog een? /
W staat voor WW (voor mensen zonder werk) /
X hoort bij X-files (als vervanging van de kerk) /
Y staat voor yoga, dat dee je lekker thuis /
Z = zondag: winkels op slot. En iedereen thuis.