Afbeelding
Afra Beemsterboer

Fluiten

Op de vraag wat ik nog wel eens zou willen leren, weet ik het antwoord wel. Fluiten. En dan bedoel ik niet dat toonloze melodietje dat ik produceer met getuite lippen. Dat heb ik wel onder de knie. 

Tenminste, ik heb daarin mijn plafond wel bereikt en het lijkt nog steeds nergens op. Dat zouteloze gefiedel haalt het niet bij op je vingers fluiten. Kon ik dat maar! 

Zo keihard fluiten dat het tegen je trommelvliezen aan ketst. Het lijkt me geweldig om op die non-verbale wijze te communiceren. Want reken maar dat je de aandacht trekt als je met je vingers en tong zo veel herrie maakt. 

Het is absoluut niet damesachtig, dat weet ik wel, maar het is wel effectief. Zo’n gigantische fluittoon produceren dat geheid iedereen om kijkt, dus zeker ook degene die ‘befloten’ werd. 

En dan die gezichten waar van af te lezen valt: was het een vrouw die zo belachelijk hard floot? 

Wat moet het fantastisch zijn om dan quasi nonchalant om je heen te kijken, met zo’n uitdrukking van: ja, dat deed ik. Is er wat mis mee? Ik doe het omdat ik het kan. Zou jij toch ook doen?

Zal het ooit gebeuren? Misschien, als ik blijf oefenen. Ik heb me door Google laten uitleggen hoe het precies moet. Zelfs als ik de stappen nauwkeurig opvolg, kom ik niet verder dan een beetje onhygiënisch gesputter en gespetter. 

Het is niet meer dan het geluid dat een kwade kat maakt, als die met een hoge rug tegenover een andere kat staat. Onder katten mag dat imponeren, ik blijf in het lachwekkende stadium steken. 

Meer dan je tong en je vingers zijn er niet voor nodig, dat moet het doen. Het gereedschap mag ik dan in huis hebben, de techniek laat me in de steek.

Afbeelding