Na een bewogen leven lijkt Willem Glas, alias Piel, de rust te hebben gevonden.
Na een bewogen leven lijkt Willem Glas, alias Piel, de rust te hebben gevonden. (Foto: AGHeeremansPhotography)

De twaalf ambachten en dertien ongelukken van Willem Glas

Algemeen

ZUID-SCHARWOUDE - Willem Glas, bij velen beter bekend als Piel Glas, woont prachtig in het Duizend Eilandenrijk, samen met zijn vriendin Annique. Zij heeft het huis super sfeervol in Ibizastijl ingericht, met veel details en gezellige hoekjes. Het zit Willem allemaal wel ruig, alhoewel hij wel onwijs lekker woont hier. Hij heeft sowieso weinig te klagen. Dat is echt weleens anders geweest.

Ik heb eigenlijk niks te klagen

Een tevreden roker is geen onruststoker. Dat gaat zeker op voor Willem, die de ene met de andere aansteekt. Van een biertje of twee is hij ook niet vies, gisteravond heeft hij nog gezellig aangezeten. Ooit was er wel een drankprobleem hoor, toen hij na een mislukt huwelijk in de kost ging bij Kick Slikker. Daar dronk ie de hele dag door. “Ik was ooit kroegeigenaar van café De Hut en het streven was om niet voor 23.00 uur te drinken, maar dat lukte niet altijd... of eigenlijk bijna nooit...” Willem lacht hard. “Maar het helpt je geen zier hè. Nu beperken we het echt tot een feessie, of als er visite komt. Anders drink ik alleen nog limonade of karnemelk.”  

Bij Annique heeft hij duidelijk de rust gevonden die hij jarenlang niet heeft gehad. “Ik was eigenlijk altijd wel een tevreden mens”, zegt Willem nadenkend. “Maar wel een rommelaar. Als ik het achteraf bekijk was ik misschien toch wel op de vlucht en zoekende naar een beetje vastigheid. Toen ik Annique ontmoette, Koninginnedag 23 jaar geleden, was ik vrijgezel en dat beviel uitstekend. Maar dit was natuurlijk wel een echt leuke vrouw en we hadden veel gemeen. Zo hebben we allebei een gehandicapt kind. Mijn dochter woont in Midgard in Tuitjenhorn, de zoon van Annique is helaas overleden toen hij twaalf was. Hij is geboren met zuurstoftekort en was daardoor zwaar spastisch. Hij kon niet veel, maar er zat wel een kop op. Toen ik in haar leven kwam kreeg ik hem er ook bij, dat was een mooi cadeautje. Ik ging met hem paardrijden, wij samen op het zadel, of een stukkie rijden in de Porsche 911 die ik toen had. Beetje gek doen met die jongen, ik vond dat prachtig en hij genoot er ook van. De dochter van mijn vriendin was net vijf, ik noem haar altijd Sjakie, met haar kon ik het ook meteen heel best vinden.”

Zijn eigen twee dochters ziet hij niet of nauwelijks. Hij haalt zijn schouders erover op, maar volgens Annique zit de pijn er echt wel. Ze zegt: “Ik kan me niet voorstellen dat je je kinderen helemaal niet meer ziet. Inmiddels is Willem ook opa van drie kleinkinderen, die zijn inmiddels al groot. Het is gewoon onwijs jammer, ze zijn hier van harte welkom. Maar het is zijn leven.” Ooit is er ergens een kink in de kabel gekomen en die kan blijkbaar niet meer worden gerepareerd. Willem beaamt het verhaal van zijn vriendin wel, maar zegt zich er wel bij neer te hebben gelegd. “Ik heb ooit geprobeerd om contact te krijgen maar dat werd niet erg enthousiast ontvangen. Dan is het toch prima zo? Via mijn zusje Susan en moeders hoor ik evengoed wel het een en ander hoor. Het gaat goed met ze.”

Geen prater

Het is een van de scheurtjes in het leven van Willem die hem vormden tot de man die hij nu, 71 jaar en alive and kicking, is. Al heeft iedereen een rugzak met ellende, zo relativeert hij alles. Feit blijft dat Willem zijn moeder al verloor toen hij nog maar vijf jaar oud was, broer Bart was zes. Ze woonden in de Juliana van Stolbergstraat. Moeder bleek een bloedziekte te hebben, waardoor zowel zij, als haar ongeboren kind gevaar liep. Dat bleek, want Willem en Bart verloren een zusje én hun moeder in het kraambed. Ze was toen nog maar dertig jaar oud. “Wat ik echt niet begrijp, is waarom ze dan niet waren gestopt bij twee kinderen. Het was al een godswonder dat wij dit hadden overleefd, ik schijn nog steeds alle kleuren bloed te hebben, dan neem je toch niet nog een keer zo’n risico?” Jaren later vroeg hij het aan zijn vader, hij moest het weten. Maar zijn vader wilde daar niet op ingaan. Zelfs niet op zijn sterfbed. “Het was sowieso geen prater en het was ook een andere generatie. Maar snappen doe ik het nog steeds niet. Zeker niet omdat na de dood van mijn moeder een vreselijke tijd aanbrak. Mijn vader moest te werk, was opeens alleen met twee kleine jongetjes dus er moest zo snel mogelijk een nieuwe vrouw komen. Er zijn heel wat ‘huishoudsters’ geweest en we hebben zelfs in een hotel gebivakkeerd waar wij werden achtergelaten op de kamer terwijl hij een nieuwe moeder voor ons ging zoeken. Die man was radeloos maar wij hadden ook niks meer.” 

Gelukkig kwam vader de struise Tosca tegen, dat bleek een blijvertje. “Zij was en is een hele goede moeder. Eigengereid als de neten, maar altijd heel goed voor ons geweest. Samen kregen ze Connie, Mirjam, Theo, Rob en Susan. Een huis vol maar wel een warm en gezellig nest. Tot Mirjam op 28-jarige leeftijd verongelukte bij een auto-ongeluk. Dat bleek teveel voor het huwelijk en toen ze 65 jaar oud was, besloot Tosca te scheiden van mijn vader. Geen prater hè, en zij juist wel. Ze nam Susan mee en Rob bleef bij vader Jan. Moeder woont nog steeds op zichzelf, 97 jaar oud en eigenlijk nog hartstikke kwiek.”

Twaalf ambachten

Willem heeft zijn hele leven het principe van twaalf ambachten, dertien ongelukken gehanteerd. Het eerste op werkgebied, het tweede op het gebied van relaties. “Ik heb veel baantjes gehad en nooit zonder geld gezeten, maar ik verveelde me snel. Ik heb periodes zelfs heel veel geld gehad. Dan kocht ik een paard, of een Porsche.” Al op zijn veertiende begint hij als metselaar, net als opa en zijn vader. “Dat was me snel te koud, altijd maar buiten aan de gang.” Toen zijn oom Willem tegelzetter werd, wilde hij dat ook wel leren. “Zittend op een emmer, specie maken en dan goed kijken hoe mijn oom het deed. Zo leerde je een vak in die tijd. Tegelzetten heb ik vrij lang gedaan, met af en toe een uitstapje naar een ander beroep. Je moet alles een keer proberen.”

Groene vingers

Na zijn tijd als kroegeigenaar had hij bijvoorbeeld nog een strandtent. Maar ook dat verveelde vrij snel. Gelukkig bleek hij nogal groene vingers te hebben en kon hij een tijdlang heel goed leven van zijn plantjes. “Ik bleek allemachtig goed in tuinieren te zijn”, lacht hij hard. “Maar daar ben ik al jaren mee gestopt.” Waar hij ook goed in was, was gokken. “Dat deed ik in café Slikker, zo illegaal als wat natuurlijk, maar ik verdiende soms wel 2000 gulden per week. Ik maakte er ook een hele studie van, ik gokte op voetbalwedstrijden en hield in een schriftje de statistieken bij. Zo won ik zelfs zeventien weken achter elkaar. Mooie tijden”, overpeinst hij die periode. “Maar dat hou je ook niet je hele leven vol natuurlijk, dus toen het geld op was ben ik weer gaan tegelen. Het is mooi dat ik dat altijd achter de hand had.” 

Rachel Hazes

Zingen deed hij ook nog een tijdje. Samen met neef Moos, de Elvis-imitator, trad hij regelmatig op. Annique werd gebombardeerd tot manager en zelfs tot geluidsvrouw, met wisselend succes. “Willem besloot een keer tijdens het optreden van het afgesproken repertoire af te wijken en mimede dat naar mij”, vertelt ze. “Alsof ik dat begreep. Mimen werd schreeuwen en toen was ik er klaar mee. Ik voelde me net Rachel Hazes!” Zingen bleek niet perse een van Willems allerbeste talenten te zijn dus dat doet hij niet vaak meer. Dat begon overigens ook steeds meer op werken te lijken...  


‘Je moet alles geprobeerd hebben’ - Foto: AGHeeremansPhotography

Vrijbuiter

Ook qua liefdesleven heeft Willem een omvangrijk CV. “Ik ben twee keer getrouwd geweest, dat was allebei de keren geen daverend succes, en ik heb vijftien keer samengewoond”, grijnst Willem breeduit. “De eerste keer nam ik al mijn spullen nog mee, maar de tweede en laatste keer had ik alleen aan een tassie met kleren genoeg. Anders bleef ik aan de gang, haha. De rest sloeg ik op in mijn vaders huis.” Totdat hij Annique ontmoette. Al ging dat in het begin - uiteraard - ook niet zonder slag of stoot. “Ik vond hem meteen onwijs leuk en er was een enorme klik”, vertelt Annique over hun ontmoeting. “Maar hij was mij te chaotisch. Zo’n vrijbuiter, zieltje zonder zorgen, terwijl ik thuis een erg ziek kind had die veel zorg vroeg, structuur nodig had en waar ik soms echt 24/7 bij moest zijn als hij een terugval had. Ik had geen tijd en geen ruimte voor een man erbij. ‘Laat me maar’, zei ik tegen Willem.” Dat lukte ook aardig, aangezien Willem haar telefoonnummer was kwijtgeraakt, wat contact zoeken redelijk ingewikkeld maakte. Maar via via lukte dat toch. “Dat vond ik toch wel weer romantisch”, lacht Annique. “Hij deed wel echt zijn best, en was ook voor mijn kinderen ontzettend lief.” 

23 jaar later wonen ze prachtig en zijn ze heel gelukkig met elkaar. “Ik ben ook een stuk rustiger geworden hè, op mijn oude dag. Beetje rommelen in en om het huis en ik ga graag te kolven. Daar schijn ik vrij goed in te zijn en nu er een jongere generatie is bijgekomen met Gerard de Jong en René Weel, krijgt ook het nazitten weer nieuw elan. Ik heb eigenlijk helemaal niks te klagen!”

(door Marsha Bakker)