Paalzittende buizerd.
Paalzittende buizerd. (Foto: aangeleverd)

De overgang

Héérlijk, de zon laat zich weer zien en in het Landsmeerderveld ontluikt de lente. Naast een flinke groep scholeksters met hun fraaie rode snavels en poten, waren er kieviten te horen en te zien. En we mochten de eerste acht grutto’s noteren, nog wat stilletjes na hun lange vlucht uit Afrika.     

Aan de andere kant van het veld telden we onze overwinteraars, zo’n driehonderdveertig smienten, lekker stevig van het Hollandse gras, zich voorbereidend op de terugkeer naar hun broedgebieden in Siberië, Rusland of IJsland. 

Nijlganzen

De Nijlganzen hebben voor het eerste broedsel in het veld gezorgd. Acht jonge pulletjes, lekker waggelend achter hun moeder aan. En de hazen sprongen en renden over het groene gras, alleen of stoeiend in groepen van vijf tot zes stuks. 

Daarboven vloog een aantal roofvogels: een biddende bruin gevleugelde torenvalk en nog hoger een grijzige roofvogel met van onderen gezien witte vleugels met zwarte uiteindes, als vingers. Geen enorme duif, maar een blauwe kiekendief. Deze vogel is dol op woelmuizen en jonge konijntjes. Helaas ook op jonge weidevogels. 

Buizerd

Ten slotte, keurig zittend op een hekje, de buizerd. De buizerd heeft hetzelfde menu als de kiekendief, maar eet ook dierlijke resten, oftewel is aaseter en opruimer in het veld. 


En die laatste taak kun je rustig kijkend vanaf een paal of hekje doen.



Hens Merel de Haas en Hanneke van Dusseldorp