Afbeelding
(Foto Rodi Media/MvS))

Column Marcel van Stigt: Een zegen, die regen

Column

Ooit stond ik benzine te tanken en een man die zojuist had afgerekend liep langs me. Hij bleef even staan, keek met gefronste wenkbrauwen naar mijn auto en vroeg: ‘Woont u in een bos?’  

Het was duidelijk waarop hij doelde. Mijn auto was grotendeels bedekt met een plakkerige laag boomhars en daarop hadden zich blaadjes en takjes vastgezet. De straat waar ik woonde stond vol bomen, het was lente en ja, als je daar elke dag je auto parkeerde, kreeg je onverbiddelijk het onheil op je dak. 

Ik legde de man uit dat het onbegonnen werk was om mijn auto schoon te houden. Hij knikte vol begrip. Wat ik er alleen niet bij vertelde was dat ik mijn auto sowieso nooit door een wasstraat reed of zelf even lekker sopte. Daar had ik geen enkele zin in. Het was bovendien een tweedehandsauto. Dus ach, waarom zou ik de moeite nemen? 

Ik heb inmiddels een stuk of acht tweedehandsauto’s versleten. Op zichzelf waren ze zeker betrouwbaar, maar ja, met een fiks aantal kilometers op de teller is het beste er op een zeker moment toch echt af. 

Het begon meestal met wat reguliere klachten – knetterende uitlaat, startproblemen, afslaan van de motor bij het afremmen – en dan werd het zaak de auto snel maar weer in te ruilen om erger te voorkomen. 

Inmiddels heb ik afscheid genomen van een twintig jaar oude Peugeot 107. Die reed heus lekker, maar was wel héél klein; als mijn vriendin kleinzoon Johnny in het kinderstoeltje op de achterbank wilde vastzetten betekende dat een serieuze aanslag op haar rug.  

Het grootste probleem was dat de auto regenwater doorliet; het schijnt een bouwfoutje van dit model te zijn. De achterbak zat na een regenbui vol water en het matje linksachter raakte kletsnat. Bij elke bocht hoorde ik een hoop geklots achter me, en als het had gevroren moest ik niet alleen buiten, maar ook binnen met een ijskrabber in de weer. Niet erg prettig als je op de vroege morgen met je slaperige hoofd snel wilt wegrijden. 

Maar ik had hiermee wel een goed excuus in handen om de wasstraat te vermijden. Tja, kan niet, hè? Met die lekkage. Zó jammer. 

Zo’n zwembad op vier wielen, dat was nou net de ehhh... druppel om voorgoed afstand te doen van het fenomeen tweedehandsauto. Ik heb hem vorige week ingeruild voor een nagenoeg nieuwe Peugeot 208.  Wat een genot! Nog nooit heb ik zo prettig in een auto gereden. En hij is zó mooi. 

Maar ook glanzend wit. En ja, dat zou eigenlijk zo moeten blijven. Ik heb mijn vriendin plechtig moeten beloven dat ik hem met grote regelmaat was of laat wassen. Mijn goede bedoelingen heb ik al laten zien. Afgelopen zaterdag wilden we ermee de weg op, maar niet voordat ik een slordig gemikte klodder poep van waarschijnlijk een schijtlijster met een nat stuk keukenpapier behoedzaam had verwijderd.

En nu volhouden. Niet inzakken. En stilletjes hopen dat het lekker blijft regenen. Dan doet de natuur gewoon zijn en mijn werk.