Nieuw-West toen & nu: het A.H. Gerhardhuis

Algemeen
Het A.H. Gerhardhuis, verzorgingstehuis voor ouderen, in maart 1959.
Het A.H. Gerhardhuis, verzorgingstehuis voor ouderen, in maart 1959. (Foto: Stadsarchief Amsterdam/Dienst Ruimtelijke Ordening)

NIEUW-WEST - In de jaren vijftig had je als bejaarde (wat je al vanaf je 65e was) de keus uit een katholiek of protestants tehuis. Maar ook niet-gelovigen wilden op hun oude dag een plek waar ze zich thuis voelen. Met de bouw van de Westelijke Tuinsteden kwam er dan eindelijk ook een humanistisch tehuis, het A.H. Gerhardhuis aan de Slotermeerlaan. Het was het eerste pension voor niet-kerkelijke bejaarden. De Westerpost bracht er heel wat uren door als verslaggever.

Shirley Brandeis

Een luxe verzorgingstehuis was het bij de opening. De woningen waren ruim voor die tijd en de verzorging was van hoog niveau. Het inschrijfgeld en de huur waren dan ook hoog. Een sociaal fonds van het tehuis bood uitkomst voor humanisten die minder te besteden hadden. Het A.H. Gerhardhuis, genoemd naar vrijdenker en SDAP-politicus Adriaan Gerhard, was in trek. Er waren wachtlijsten en er was een ballotagecommissie. Van Kerst moest je niet houden; dat werd er niet gevierd. Wel de Dag van de Arbeid. En uiteraard werd jaarlijks de oorlog herdacht.

Tekst loopt onder de foto door.


Anno 2021 is het A.H. Gerhardhuis een wooncomplex voor starters. (Foto: Brandeisfotografie)

De tijd deed zoals gebruikelijk veel veranderen. Het uitzicht over de Sloterplas verdween achter nieuwbouw, de term bejaardentehuis werd vervangen door het modernere ‘woonzorgcentrum’ en de gemiddelde bewonersleeftijd steeg. De Westerpost ging er graag langs om verslag te doen van feestvieringen (het veertigjarig bestaan van het tehuis, de honderdste verjaardag van een bewoner) of als er weer een tentoonstelling in de Bep de Jong Galerie was geopend; een hal waar plek werd gemaakt voor schilderijen, sieraden, bloemstukken en andere werken van amateur-kunstenaars. Meestal gevolgd door een expositie-verkoop. Het tehuis zorgde geregeld voor vertier in de lage en hogere kunsten. Er was een actieve handwerkclub, een fotoclub en een huiskoor. Een afvaardiging van het Nederlands Philharmonisch Orkest trad er op, Ronnie Tober ook, en oud-burgemeester Ed van Thijn speechte er in 2007 tijdens de Dag van de Arbeid. “Zonder uw inzet, zonder de wederopbouw, hadden wij deze luxe vandaag de dag niet gekend,” zei hij tot de generatie die had gestreden voor betere werkomstandigheden. Van Thijn uitte ook zijn zorgen over de afbrokkelende verzorgingsstaat. In een grotere zelfredzaamheid had hij een hard hoofd.

Schorseneren

Ook omwonenden konden terecht in het Gerhardhuis, bijvoorbeeld voor een kopje koffie, de kaartclub of een warme maaltijd. De Westerpost noteerde toentertijd onder andere schouderkarbonade met schorseneren en bitterkoekjespudding op het menu. Dat zal nog zelden worden gegeten in het tehuis. Het gebouw voldeed in 2012 niet meer aan de eisen van de moderne tijd. ‘Gezien de huidige ontwikkelingen in de ouderenzorg,’ zo klonk de officiële boodschap, ‘biedt het A.H. Gerhardhuis geen haalbaar en betaalbaar toekomstperspectief voor kwalitatief goede zorgverlening.’ De 136 oudere bewoners vonden elders een nieuw onderkomen. ‘Een stukje ziel is uit de wijk’ kopte de Westerpost in 2013 naar een opmerking van een bewoner uit een aanleunwoning die het allemaal betreurde. Het vertrek van het verzorgingshuis was ook een ‘sociale ramp’ voor omwonenden, vooral voor de aanleunbewoners. Die waren er komen wonen vanwege de nabijheid van het tehuis, waar ze ook binnendoor toegang hadden tot handige zaken waar je als tachtigplusser niet altijd meer de straat voor op wilde, zoals de wasserette, de kapsalon, de bank, het postkantoor of het winkeltje, voor een pakje melk of halfje brood. Ook waren ze altijd welkom geweest bij de viering van de eerste mei en inmiddels ook Kerst. Wat overbleef waren 186 lege kamers, een leeg restaurant (met nog wel het naambordje ‘Hennie Meyer-van Praagzaal’ aan de muur), een lege keuken en lege kantoren met nog één oude computer. En de fysiotherapie, die er tot op de dag van vandaag gehuisvest is.

Touwtje en hulpstang

Op de foto’s hier zien we van deze hele geschiedenis niets terug. Binnenin het gebouw, een ontwerp van Willem van Tijen en sinds 2011 een gemeentelijke monument, des te meer. Vandaag de dag wonen in het Gerhardhuis starters, studenten en andere jongeren, die stonden te springen om woonruimte. De ouderenwoningen zijn gemoderniseerd. De Westerpost ging langs bij enkele nieuwe bewoners. Alleen het touwtje van de alarmbel, een enkele hulpstang in de badkamer en het plankje bij de voordeur, waar indertijd de maaltijd op kon worden geplaatst, herinneren aan vroegere tijden. De huidige bewoners zijn dolblij met hun vijfentwintig vierkante meter. “Hier voel ik me pas echt thuis,” vertelde een twintiger die na een zwerftocht langs diverse huizen in Amsterdam haar plek in Slotermeer heeft gevonden. “De buurt is een dorp in de stad. Ik heb de Sloterplas achter mijn huis, de sportschool verderop, de markt vlakbij. Bij de supermarkt word ik gegroet en bij de snackbar weten ze al wat ik ga bestellen.” Op termijn zou het gebouw weer voor ouderen beschikbaar kunnen komen.