Column

Van onze stadsdeelbestuurders

Column
Afbeelding
(Foto: Marco Keyzer)

Het woord is aan de Amsterdammers

Sinds vorig jaar experimenteert de gemeente met buurtbudgetten. Hierbij beslissen de bewoners zelf over het besteden van een bedrag van 250.000 euro voor hun eigen buurt. In 2019 zijn we gestart in twee buurten: De Kleine Wereld en het noordelijk deel van de Bloemenbuurt, waaronder Floradorp. Dit waren mooie en waardevolle trajecten.

Bij de buurtbudgetten in Noord bepalen de bewoners eerst de gewenste thema’s, waarna het budget over de uitgekozen thema’s wordt verdeeld. Binnen die thema’s kunnen er projectplannen worden ingediend en tenslotte beslist de buurt welke hiervan worden gehonoreerd. In de Kleine Wereld en de Bloemenbuurt worden de plannen nu uitgevoerd, een groot deel door de bewoners zelf, zoals het EWP (stichting Experimentele Werkplaats) in De Kleine Wereld en het Floracentrum in Floradorp.

Zo krijgen bewoners eigenaarschap over de keuzes die gemaakt worden bij de besteding van lokale budgetten en over de uitvoering daarvan. Ik ben voorstander van een stelsel waarbij bewoners het meer rechtstreeks voor het zeggen hebben, en de gemeente een meer faciliterende rol speelt. Belangrijk vind ik daarbij wel dat echt een groot deel van de bewoners van de wijk betrokken wordt en dat de beslissingen niet alleen genomen worden door een klein groepje betrokken buurtbewoners. Iedereen doet wat mij betreft mee en dat kan op heel veel verschillende manieren.

Dit jaar zijn we van start gegaan in Terrasdorp (Tutti Frutti en Hogeland) en het gebied Tuindorp Buiksloot (Blauwe Zand), Nieuwendammerdijk en Tuindorp Nieuwendam. Corona geeft dit jaar bij dit proces wel wat beperkingen. Bijeenkomsten zijn kleinschaliger of worden buiten georganiseerd, maar dat maakt de gesprekken niet minder interessant.

Tijdens alle buurtbudgetavonden en middagen genoot ik enorm van het enthousiasme van bewoners om aan de slag te gaan. Er werd hard gewerkt en flink gediscussieerd over wat nou echt belangrijk is voor hun eigen buurt. Ook heel belangrijk is dat er werd samengewerkt, vaak door mensen die elkaar nooit eerder gesproken hadden. En dat alles met als doel om hun buurt leuker, mooier en fijner te maken. Ik vond het daarbij goed om te merken dat mensen hierbij echt niet alleen voor hun eigen belang gaan, maar ook voor dat van anderen. Het leidde tot fantastische en zinnige discussies, waar de soms mondige, maar ook de wat meer bescheiden Amsterdammers, er iedere keer weer met elkaar uitkwamen.

Esther Lagendijk