‘Jammer dat EYE geen uitzicht heeft op Noord’

Algemeen
Sandra den Hamer.
Sandra den Hamer. (Foto: Rob Beense)

Interview met Sandra den Hamer, directeur EYE Filmmuseum

NOORD - Langs de noordelijke IJ-oever prijkt sinds april 2012 het opvallende gebouw van het EYE Filmmuseum. Onze verslaggevers John Jansen van Galen en Tom Tossijn vonden het hoog tijd om de directeur van het eerste grote museum in Noord, Sandra den Hamer uitgebreid aan de tand te voelen.

“Dit gebouw is neergezet na de crisis van 2008 en al heb ik er zelf nooit aan getwijfeld, het was super spannend en het is een wondertje dat het gelukt is”, zegt EYE-directeur Sandra den Hamer. “Alleen: het ontwerp was al helemaal klaar toen ik hier kwam, anders had ik ook een groot raam aan de achterkant gewild, zodat EYE niet alleen in verbinding zou staan met het IJ en het stadscentrum, maar ook met Amsterdam-Noord. Toch hebben we Noord nooit de rug toegekeerd. Sindsdien hebben we veel gedaan om het verband te leggen met Noord: korting op de Noordse huisvuilpas, bezoek van alle basisscholen, de Filmclub Noord met Frits Lambrechts, Massih Hutaks filmkeuze. Een museum moet in contact staan met zijn directe omgeving.”

Film als kunst 

Den Hamer was ooit ouvreuse in een Steenwijks theater, leidde het Internationaal Filmfestival Rotterdam en kwam in 2007 bij EYE dat, vertraagd door de crisis van die jaren, vijf jaar later zijn nieuwe deuren opende. “Er wordt wel gezegd dat EYE zich gevestigd heeft aan de goudkust van Overhoeks, maar daar was toen nog geen sprake van. Wij begonnen in een bouwput. Ik had twee doelstellingen. Eén: er moesten heel veel mensen komen, twee: film moest in Nederland erkend worden als kunst in plaats van alleen als entertainment.’’ Toen dagbladen de exposities in EYE besproken op hun serieuze kunstpagina’s, was dat tweede doel binnen bereik.

En het eerste? “Mijn stoutste verwachtingen zijn jaar na jaar overtroffen: 700.000 bezoekers per jaar waarvan driekwart voor films en het museum komt.’’ De rest bezoekt het café-restaurant met dat fantastische uitzicht over het IJ. Dat van haar publiek negen procent uit Noord afkomstig is stemt Den Hamer tevreden. Maar haar inspanningen blijven gericht op versterking van de band met het stadsdeel dat met zijn ‘eigen’ Astoria op het Mosveld ooit al film-minded was. Aanvankelijk was het idee deze voormalige bioscoop bij EYE te trekken voor de vertoning van films voor een breder publiek: “Jammer dat dat niet gelukt is. Maar inmiddels is er met EYE, FC Hyena en Euroscoop een breed palet aan films. Dé Noorderling met een eenduidige smaak bestaat niet.”

Het Blauwe Plein

Het Filmmuseum was voorheen gevestigd in een villa in het Vondelpark. De behuizing, die een enorme collectie films omvatte, eigendom van de Nederlandse staat, werd te klein en men keek naar nieuwe ruimte in Zuid, bijvoorbeeld het vroegere Conservatorium. Het was Den Hamers voorganger Rien Hagen die tijdens een boottochtje met stads(deel)bestuurders gedecideerd de locatie aan de IJ-oever aanwees: dáár moet het nieuwe museum komen. “Hier kunnen wij onze ambities realiseren, wist hij, hier kunnen we vrij denken.” Beleid was dat het culturele hart van Noord moest groeien rond het stadsdeelhuis op het Buikslotermeerplein. Maar rond het ‘Blauwe Plein’, dat het IJ is, ontwikkelde zich in de loop der jaren vanzelf een culturele dubbelboulevard met het Muziekcentrum, OBA, BIMHUIS, Tolhuistuin en EYE.

Den Hamer woont nu in Nieuwendam. “Omdat ik graag naar mijn werk fiets en omdat je als directeur van een culturele instelling geworteld moet zijn in de omgeving daarvan.” Ze geniet van Noord, hoort naast haar voordeur wekelijks het Nieuwendammer Shantykoor repeteren en zong in het begin van de coronacrisis elke week met de buurt om de moed erin te houden.

Enig ongeduld valt in haar stem te beluisteren over de bereikbaarheid van EYE. “Zoveel plannen, zoveel commissies! Het duurt te lang!” Weliswaar wordt metrostation Sixhaven, ooit als bezuiniging geschrapt, alsnog gebouwd, maar te voet vrij ver van EYE. “Er moet snel een fraaie passage voor voetgangers vanaf CS onder het IJ door komen, een rollend tapijt naar EYE. En de ponten moeten blijven varen. Ik ben er dol op.”

EYE drijft, behalve op 150 personeelsleden, op maar liefst 100 vrijwilligers, onder wie menig Noorderling. “De vrijwilligers zijn onze antennes naar het publiek”, zegt Den Hamer. “Hun tegenprestatie is dat ze gratis films zien en we soms een barbecue houden. Toch hebben we een wachtlijst. Mensen doen het vaak voor het sociale contact, maar we willen graag dat ze ook enige affiniteit hebben met film, je moet er dus voor solliciteren.”

Buurtbioscoopjes

De coronacrisis is een pijnlijke aanslag op de filmcultuur. “Het aantal stoelen in de bioscoopzalen beperkt, maar het bezoekersaantal bleef toch 50 procent van het niveau van voorheen, na de gematigde lockdown is het nog 30 procent. Maar EYE zal niet gauw failliet gaan, het is een rijksinstelling, voor de helft door het Rijk gesubsidieerd en voor de helft door onder meer gemeente Amsterdam en BankGiroLoterij.”

Wat zijn haar voornemens? “Buurtambassadeurs in de stadsdelen die EYE bekend maken en ons vertellen waarin de bewoners geïnteresseerd zijn. Meer jongeren aantrekken, wat al aardig lukt met onze jeugdprogrammering. Meer online doen, wat door corona gestimuleerd wordt. En een kleine droom: met mobiele buurtbioscoopjes de wijken in.”

John Jansen van Galen en Tom Tossijn