Noordkronieken

Zes lantaarnpalen

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Jitske Schols)

Op dat vage stukje Noord tussen de Meeuwenlaan en de pont IJplein staan zes verschillende soorten lantaarnpalen. Dat vind ik fascinerend. Ik kijk graag naar straatmeubilair. Fietsenrekken bijvoorbeeld: die heeft Amsterdam in alle soorten en maten. Elke keer wordt er een nieuw model ontworpen. Het vorige is nooit goed genoeg. Mij ontroert dat: een stad die eeuwig op zoek is naar het perfecte fietsenrek. Hetzelfde geldt voor straatbanken. En vuilnisbakken.

Na de Bosnische oorlog schonk Amsterdam aan het zwaar beschadigde Sarajevo tweehonderd nieuwe vuilnisbakken. Ik kom daar al 25 jaar regelmatig en die bakken staan er nog steeds. Alleen: in Nederland graven we hun betonnen voet in de stoep. In Sarajevo hebben ze die moeite nooit genomen. Dat voetstuk staat gewoon óp de stoep. En waarom niet - ze staan er niet minder stevig om en gestolen worden ze heus niet. Ik vind dat grappig, die laconieke omgang met straatmeubilair. Het zegt iets over een volksaard: waarom heel gedegen doen over iets wat ook makkelijk kan.

Des te interessanter is die uitstalling van lantaarnpalen aan het IJplein. Ongewoon frivool, uitbundig bijna, in een land waar elke vierkante centimeter grondig wordt ontworpen en ingericht. In het hartje van de stad een waar lantaarnpalendelirium. Ga maar eens kijken. In de Vogelbuurt zelf staan van die ouderwetse: sierpatronen in de paal gegraveerd, de lantaarn zelf een toeter met een helm op, waar ook nog een spiesje bovenuit steekt. Langs de Meeuwenlaan staan de mooiste: lang en slank, met twee bolvormige lampen, eentje halverwege en eentje in de top, bevestigd aan rank gebogen sierstaven. Rond het kerstbomenbos staan de saaiste: bovenin maakt de paal een horizontale knak en daar zit een neutrale, langwerpige lamp aan vast. Langs het basketbalveldje en jongerencentrum de Valk staat de klassieker: een tolvormige lamp, plompverloren bovenop zijn paal. Maar langs het fietspad richting pont is er, waarschijnlijk ergens in de jaren negentig, een postmoderne ontwerper losgegaan: het licht weerkaatst op een diagonaal de lucht in gestoken metaalplaat, die triomfantelijk balanceert op twee dunne poten. Op het pontplein staan de hoogste, met vijf spots wiekend in de rondte: hadden ze verschillende kleuren hadden, dan werd het hier een festivalterrein. Plus nog een paar puur functionele, zonder poespas, bij de pont zelf.

Ik geniet van die variatie, van die rusteloze energie, de versnipperde concentratie, het zoekende spelen. Treurig zou het zijn om in een stad te wonen waar alle lantaarnpalen op elkaar lijken.

Chris Keulemans