Van onze stadsdeelbestuurders

Alhoewel de zon ons naar buiten lokt en ons leven weer wat kleur geeft, lijkt het alsof het ongenoegen in Noord toeneemt. Ik snap dat gevoel heel goed. Ook ik zie de enorme opgaven waar we in Noord voor staan en ik zie de knelpunten. Daarom vind ik het van levensgroot belang dat het bestuur van Noord goed in gesprek gaat en in contact blijft met de burgers van Noord. Dat gesprek mag af en toe best pittig zijn, het debat schuw ik dan ook zeker niet. Maar om echt de problemen bij de wortel aan te kunnen pakken, denk ik dat het belangrijk is om vooral goed naar elkaar te blijven luisteren. Door het samen te doen. Of in hippe democratiseringstaal gezegd: ‘in co-creatie’.

Samen oplossingen zoeken

Daarom word ik zo verdrietig van dat wat er afgelopen week gebeurde met de Burgerzaal. Ik wil de Burgerzaal daadwerkelijk van de burgers van Noord laten zijn. Een plek waar burgers, bestuur, ambtenaren en allerlei andere partijen kunnen samenwerken aan de grote opgaven die hier in Noord liggen. En ja, samen moeten we oplossingen zoeken en samen moeten we het aangeven als iets gewoon niet werkt. Dat is hoognodig, want ons stadsdeel verwerkt op dit moment een storm aan ontwikkelingen. Over vele daarvan zijn al jaren geleden beslissingen genomen, maar de werkelijke impact wordt nu zichtbaar. Allemaal weten we dat het noodzakelijk is dat er huizen worden bijgebouwd. Ook de jongeren van Noord, zij die graag in ons mooie stadsdeel willen blijven wonen, kunnen geen woning vinden. Gezinnen laten de stad achter zich, wanhopig door te hoge huren en te weinig ruimte. Hierdoor dreigt de stad een stad te worden voor de mensen die het wel kunnen betalen. Terwijl dat toch niet is wat we willen? Mijn voorkeur gaat uit naar een gemengde stad, met buiten spelende kinderen en waar plek is voor iedereen, rijk en arm.

Zorgen

Daardoor verschijnen er in Noord nieuwe wijken, met zoveel mogelijk sociale huurwoningen en betaalbare huizen voor bijvoorbeeld onze agenten, verpleegkundigen en leerkrachten. Dat betekent dat Noord groeit en dat daarmee het stadsdeel verandert. Dat zorgt voor spanningen, zoals de afgelopen tijd goed zichtbaar is geworden in de discussie over het groen. Men maakt zich zorgen over het verdwijnen ervan en het bestuur van het stadsdeel begrijpt dat en deelt deze zorgen. Ook ik kan hiervan wakker liggen. Niet alleen van het groen, maar ik maak mij ook zorgen over de beschikbare voorzieningen, bijvoorbeeld de behoefte aan een sportveld. En over hoe we kunnen blijven investeren in wijken met een grote armoedeproblematiek en ondersteuning kunnen bieden aan deze bewoners. Hoe zorgen we ervoor dat Noord straks een ongedeeld stuk stad wordt, een groene stad, waarin inderdaad rijk en arm door elkaar woont en samenleeft? Ik geloof dat bestuur en burger elkaar nodig hebben om dat te bereiken. Daarom wil ik Noord juist horen en zeker niet smoren.

Esther Lagendijk