‘Cultuuraanbod moet bijdragen aan sociale cohesie’

Algemeen
Esther bij de tweede buurtbudgetbijeenkomst Terrasdorp.
Esther bij de tweede buurtbudgetbijeenkomst Terrasdorp. (Foto: Marlise Steeman)

NOORD - In de serie interviews met Bekende Noorderlingen deze keer een gesprek met Esther Lagendijk, Noords bestuurder met de portefeuilles werk, cultuur, jeugd, welzijn en zorg. In die hoedanigheid werkt ze hard aan uitbreiding van de culturele lappendeken van Noord.

door John Jansen van Galen en Tom Tossijn

‘Alles met mensen’ pleegt Esther Lagendijk te antwoorden als schoolklassen haar vragen wat ze in het bestuur van Amsterdam-Noord doet. Dat is de kortst mogelijke samenvatting van haar brede portefeuille waarin werk en inkomen, onderwijs en jeugd, welzijn en zorg, sport en cultuur samenkomen. Vandaag vormt cultuur de hoofdmoot van ons gesprek. De portefeuillehouder ontvangt ons in het stadsdeelkantoor waar ze vanwege corona en verbouwingen voor het eerst in lange tijd weer aanwezig is. De avond tevoren heeft ze met de stadsdeelcommissie besproken waarom het project Noord wordt Gehoord spaak liep. “Naarmate je meer mensen bij het beleid wilt betrekken”, schetst ze, “roep je grotere verwachtingen op over de invloed van bewoners. Ik was heel blij dat het gesprek gisteravond niet in een welles-nietes-sfeer plaatsvond. Algemeen was de vraag: hoe moet het nu verder met de participatie van burgers? Dat zijn we aan het uitzoeken. Buurtbudgetten zijn er een mooi voorbeeld van. Ik ben hier super-idealistisch in: ik geloof er in dat we het samen kunnen doen, al moet het individuele belang van de burger soms wijken voor het grotere belang van het stadsdeel.”

Complex

Esther Lagendijk (1971, GroenLinks) is geboren in Amsterdam, groeide op in Apeldoorn, woont in Tuindorp Oostzaan en was directeur van Over het IJ Festival. Haar ervaringen in de theaterwereld zijn in haar portefeuille onontbeerlijk: “De culturele sector is heel complex met kleine en grote aanbieders, in tal van disciplines. Dan helpt het als je zelf een theaterachtergrond hebt.” Ook helpen haar eigen ervaringen bij het vinden van locaties voor kunst en cultuur in de buurt. “Ik heb altijd gewerkt vanuit een band met de locatie, en ook tussen cultuur met welzijn. Dat blijf ik doen in Noord: er moet een volwaardig professioneel cultureel aanbod gecreëerd worden dat ook bijdraagt aan sociale cohesie.” Een voorbeeld: de geliefde, door bewoners gedragen volksopera. Lagendijk noemt de Banne en de Kleine Wereld als locaties die een culturele injectie goed kunnen gebruiken. Noordje (kunsteducatie voor kinderen) gaat bijvoorbeeld samenwerken met een nieuwe jeugd-accommodatie in Banne Buiksloot.

Ambities

De ambities voor de culturele ontwikkeling van Noord, door Lagendijk uitgewerkt met cultuurambtenaar Louis Pirenne (zie het Noord-Amsterdams Nieuwsblad van week 14), zijn niet gering. Er gaat veel gebeuren. “Noord heeft een culturele geschiedenis van: laat duizend bloemen bloeien. Die pioniers willen we toegang geven tot nieuwe locaties. Maar we moeten instellingen van elders niet buitensluiten”. Lagendijk wordt geïnspireerd door bijvoorbeeld het Bijlmer Park Theater of De Meervaart, geworteld in vergelijkbare stadsdelen (Zuid-Oost, Nieuw-West). “We kunnen veel leren van deze twee.” Theaters in Noord, dat moet je doen met lokale instellingen. Maar ook grootstedelijke en landelijke instellingen zijn eventueel welkom: “Al mogen ze nooit hier neerstrijken als een vliegende schotel zonder enig contact met de omgeving. Er moet een relatie zijn tussen de instelling en het Noordse publiek. Filmmuseum Eye is een goed voorbeeld van die vermenging: een landelijk en grootstedelijk maar tegelijk ook een Noords instituut. Het moet elkaar versterken.”

De portefeuillehouder is uiteraard blij met de financiële injectie die het stadsbestuur, met name haar partijgenoot cultuurwethouder Touria Meliani, juist de drie genoemde stadsdelen in het vooruitzicht stelt. Want er is veel nodig. Zo is het Noordse aanbod van beeldende kunstinstellingen (met Nieuw Dakota en Framer Framed, nu alleen nog in Molenwijk): “Veel te mager voor een stad van 100.000 inwoners.” Daar staat tegenover dat Streetart op het NDSM-terrein een ‘fantastisch voorbeeld’ is van artistieke creativiteit die Lagendijk graag ook naar andere wijken uitgebreid zou zien. Die uitbreiding wil Lagendijk op verschillende terreinen realiseren. “In De Kleine Wereld, een wijk met ongunstige prognoses, is nu niets op cultuurgebied.” Het oude Cleyn Theater daar verhuurt alleen nog zaalruimte. “Niet alles hoeft per se langs de IJ-oevers.” Daarom moet er flink in stenen geïnvesteerd worden. Veel culturele instellingen en kunstenaars zijn volgens Lagendijk ontoereikend gehuisvest: in slechte gebouwen, op tijdelijke locaties. Er moeten niet alleen theaters en musea bijkomen, de cultuur moet ook verspreid en verbreed worden. “We hebben een fantastische muziekschool, maar voor een meisje uit de Molenwijk is het te ver fietsen naar die piano.” Uitbreiding van het aanbod is dus geboden: muziek op school. En wat oudere kinderen aangaat: “Jongerencentra in de Banne, de Molenwijk en de Waterlandpleinbuurt zullen kwetsbare en niet-kwetsbare jongeren samenbrengen om elkaar te versterken.”

Cultuurplein

Maar voorlopig kampt de cultuur in Noord, zoals overal elders, met de gevolgen van corona. “Het zijn vooral de jonge, uitvoerende kunstenaars die niet kunnen optreden en waarvan er veel in Noord wonen. Ze hebben geen inkomen en ze moeten meer ervaring opdoen,” constateert Lagendijk. Het eerste kan met financiële tegemoetkomingen verzacht worden, het tweede “alleen door zo gauw mogelijk weer op te treden”. Eerder heeft ze ons uit het raam van haar werkkamer gewezen op de grote open ruimte van het Buikslotermeerplein, tussen het winkelcentrum, de Pathé-bioscoop en het gesloopte Waddenwegviaduct. “Kijk, ons culturele centrum,” zegt ze. “Moet het worden”, veronderstellen wij. “Zo is dat,” antwoordt ze. Haar culturele ambitie is onmiskenbaar: een museum of een theater moet zich hier in het hart van Noord bij het metrostation maar spoedig vestigen.