‘De groei van Noord is een geweldige puzzel’

Algemeen
Saskia Groenewoud.
Saskia Groenewoud. (Foto: Rob Beense)

NOORD - In de serie interviews met Bekende Noorderlingen een gesprek met Saskia Groenewoud, Noords bestuurder met onder andere de portefeuilles groen en blauw, verkeer en vervoer, economie, openbare ruimte en milieu. Een lappendeken van bestaande en nieuwe voorzieningen ‘om het huis’ voor een tomeloos groeiend stadsdeel dat binnen enkele decennia gegroeid zal zijn naar 160.000 inwoners.

door John Jansen van Galen en Tom Tossijn

“Je moet de geschiedenis kennen om de toekomst te bouwen”, zegt stadsdeelbestuurder Saskia Groenewoud (D66, 51). En die historie kent ze. Voor we het weten gaat ons gesprek over de eeuwenoude Waterlandse Zeedijk en de Waterlandse Melkschuit waarmee in vroeger tijden duizenden liters melk naar Amsterdam werden gevaren. Ze is bepaald geen politica die in Noord van buitenaf werd ‘geparachuteerd’. Saskia Groenewoud is in Noord geboren en getogen. Ze groeide op als dochter van een persfotograaf bij het Buikslotermeerplein, in het Plan Van Gool, en herinnert zich haar ‘vrije leven in de groene ruimte daar’, haar vrijheid om te ‘kleien, schilderen en dansen’. Na de Flevoschool en het Waterlantcollege verhuisde ze naar een kamer in de stad om HTS-werktuigbouwkunde te studeren. Inmiddels woont ze, getrouwd en met twee kinderen, in Banne-Noord. Ze legde al als kind belangstelling aan de dag voor de ontwikkeling van Noord: haar moeder diepte eens een werkstuk op dat ze maakte over de toekomst van het Buikslotermeerplein. Nu een actuele kwestie: ze kan zó doortekenen. Dat ze actief werd in Noord namens D66 (hier traditioneel geen sterke partij) schrijft ze toe aan haar jeugd waarin ze ‘vrij was om te gaan en staan waar ik wilde’.

Crisis

Groenewoud werd in 2010 duo-deelraadslid en maakte in vier jaar de sprong naar het lijsttrekkerschap; na de verkiezingen brachten collegeonderhandelingen haar in het ‘unieke vrouwelijke college’ met Coby van Berkum (PvdA) en Erna Berends (SP). “Het was toen crisis en wij vonden het ontzettend stoer van onszelf dat we verklaarden 4500 woningen te gaan bouwen”, verklaart ze lachend. “Daarna trok de economie weer aan, en ging het opeens heel hard met Noord. ”Vandaag is ze wegens corona voor het eerste weer lijfelijk aanwezig in het stadsdeelhuis. Haar relativerende lach is op zijn plaats, want het nieuwe doel is liefst 150.000 nieuwe huizen in Amsterdam in 2050, als Haven-Stad en andere nieuwe wijken zijn gebouwd voor 250.000 nieuwe inwoners. Noord zal als snelstgroeiende stadsdeel in 2040 160.000 inwoners tellen (nu nog ruim 100.000). Al die mensen wandelen, fietsen, rijden auto, willen recreëren in het groen, volgen onderwijs, doen boodschappen en produceren afval. Stadsdeel- en gemeentebestuur staan voor de ‘enorme opgave’ om al die vervoers-, recreatieve en stedelijke voorzieningen in een historisch bijzonder stadsdeel te verwezenlijken. Historisch, dus zonder het eigen karakter van Noord (een mengeling van wonen, productie, cultuurhistorie, groen en ontspanning) geweld aan te doen.

Puzzel

Maar hoe? Groenewoud noemt het een ‘geweldige puzzel’, want voordat je het weet kom je in de knel met tegenstrijdige functies tussen steen en groen, bedrijfsleven en wonen. Ze komt met sprekende voorbeelden van bouwen zonder groen en te weinig openbare ruimte: “Met de Bongerd en Elzenhagen-Noord hebben we de ervaring opgedaan wat het betekent als er te weinig ruimte en groen is. Er heerst daar hittestress, het is er te stenig, dat doet af aan de kwaliteit en beleving van wonen. Waar je bouwt moet je groen toevoegen.” In ‘stenige transformatiegebieden’ langs het IJ, van de Oranjewerf in het oosten tot de Cornelis Douwesweg in het westen, nu nog goeddeels ontoegankelijk, komt dan ook veel openbaar groen. Stukje bij beetje komt het oude ideaal van een bereikbare en groene IJ-oever binnen handbereik: niet alleen door fraai groen (Oranjewerf Schellingwoude, Vliegenbos, Oeverpark Overhoeks, Keerkringpark) op plekken waar ooit alleen industriegebouwen stonden. De toegang tot de oever wordt steeds beter, zodat Noorderlingen kunnen genieten van het uitzicht op het IJ als ze op een boardwalk of in een park wandelen. Tegelijk moet op die ‘enorme bouwopgave’ de verdeelsleutel 40-40-20 voor respectievelijk sociale huur, middenhuur en het particuliere duurzame segment toegepast worden - al geeft Groenewoud grif toe dat het stadsdeel dat niet helemaal in eigen hand heeft.

Binnen de Ring

En dan dient in en om die nieuwe wijken ook nog ruimte worden behouden en geschapen voor bedrijvigheid. Tevens is het doel dat omringende oudere buurten daarvan meeprofiteren. Groenewoud had een dag eerder nog overleg met de Vogel- en IJpleinbuurt over ondernemen in de Buiksloterham en de plek voor maakindustrie. En het nieuwe Hamerkwartier moet een voorbeeld worden van een overtuigende menging van wonen en bedrijvigheid, inclusief plek voor maakindustrie zonder eenzijdige kantoorbouw. “Die bouwopgave moeten we realiseren binnen de Ring”, zegt de portefeuillehouder stellig. Het kan in Amsterdam niet zonder binnenstedelijke verdichting. “Anders moeten we in Landelijk Noord gaan bouwen, buiten de Ring, en aan dat bijzondere veenweidelandschap zijn we schatplichtig. Dat landschap is waardevol en moeten we beschermen. Dus moeten we binnen de Ring de hoogte in.”

Populairder

Essentieel voor elke stad zijn verbindingen. Noord ‘is en blijft reuze in trek’ en er zullen dus ‘meer mensen op straat komen’. Het doel van Groenewoud is dat het stadsdeel daarbij ‘op een leefbare manier bereikbaar’ blijft. Niet alleen door nieuwe verbindingen over of onder het IJ, maar er moet ook worden onderzocht of er een Schellingwouderlaan dient te komen voor fietsers, ten zuiden van Rietland en Vliegenbos, dus niet alle fietsverkeer via de Nieuwendammerdijk en al helemaal niet door het Rietland. De ‘groene scheggen’ die door Noord de stad binnendringen wil Groenewoud zoveel mogelijk behouden. Ze reikt ons de Integrale Landschapskaart Amsterdam-Noord aan, waarop ze prat gaat en die een ‘aanwijzend plan’ is, een ‘onderlegger’ voor de groenvisie en de omgevingsvisie op het toekomstige Noord. Ondertussen ligt ze onder vuur over haar plan door het Vliegenbos een fietsroute naar het Oostveer aan te leggen. Voetgangers kwamen in fel verzet, maar ze wijst erop dat het Vliegenbos altijd gedeeld is door wandelaars en fietsers. En wat haar raakt: “Ondanks conflicten is de gemene deler voor alle omwonenden: we houden van het bos.”

Hoe wil zij als stadsdeelbestuurder herinnerd worden? Als bestuurlijk facilitator van een glanzend nieuw Noord of als hoeder van het kwetsbare groen en de cultuurhistorische parels van Noord? In één lange zin: “Dat ik heb mogen werken aan een duurzaam Noord, duurzaam in brede zin; dat je hier kunt opgroeien maar ook later een huis vinden; dat we de klimaatopgave goed hebben aangepakt; dat je hier goed naar school kunt gaan en naar je werk; dat Noord bereikbaar is. Dat je hier goed en prettig kunt leven, ook in en dankzij het groen. Dat vergt heel wat gepuzzel met heel veel lastige puzzelstukjes.”