Biologen willen ‘basisinkomen voor de natuur’

Algemeen
Hoe kan de Biodiversiteit in heel Nederland opgekrikt worden?
Hoe kan de Biodiversiteit in heel Nederland opgekrikt worden? (Foto: aangeleverd)

REGIO - Voor elk landschap in Nederland een lijstje met minimumeisen voor de natuur: biologen vinden het een goed idee. Deze week wordt hun rapport aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het gaat, gemiddeld gesproken, slecht met de biodiversiteit in Nederland. Dat is niet alleen jammer voor die natuur, maar ook voor mensen en voor de economie. In natuurgebieden is de achteruitgang inmiddels gestopt, maar de toestand is er zorgelijk en dat komt mede doordat de natuur buiten die gebieden het zo zwaar te verduren heeft.

Het Ministerie van LNV had daarom een team biologen van Naturalis, Radboud Universiteit, Wageningen Universiteit & Research en Vogelbescherming Nederland gevraagd om na te denken over een ‘Basiskwaliteit Natuur.’ Dat is de set van voorwaarden die nodig is om algemene soorten algemeen te laten zijn, blijven of worden. Het is de minimale kwaliteit van een bepaald landschap. Als je een bepaalde basishoeveelheid natuur in je stadslandschap wilt hebben, moet het water in de gracht schoon genoeg zijn voor vis, moeten de groenstroken en parken verbonden zijn, moeten soorten zich kunnen voortplanten, enzovoort. ‘Een basisinkomen voor de biodiversiteit’, zoals prof. dr. Koos Biesmeijer van Naturalis het noemt. 

Het rapport waar Op weg naar een Basiskwaliteit Natuur laat zien wat die basiskwaliteit is, wat er voor nodig is om hem te bereiken, en hoe het begrip kan helpen om Biodiversiteit in heel Nederland op te krikken. “Dit is niet een extra beleidsinstrument bovenop wat we al hebben”, legt hoofdauteur Saskia Klumpers (ook van Naturalis) uit. “Basiskwaliteit Natuur is vooral bedoeld als wenkend perspectief voor het terugbrengen van natuur in onze landschappen. Een hulpmiddel om te bepalen wat de natuur kan zijn in dat specifieke gebied. Het is dus ook aanvullend op het natuurbeleid en de belangrijke aandacht voor de zeldzame soorten en habitats.” Nieuw is dat het hier juist gaat om algemene soorten; voor zeldzame soorten zijn namelijk al richtlijnen. En het gaat vooral om de gebieden in Nederland die géén natuurgebied zijn (ongeveer 85% van Nederland), zoals steden, landbouwgrond, industrieterreinen, infrastructuur en nog veel meer. Het uiteindelijke doel is dat er voor elk landschapstype in Nederland een rijtje minimumvoorwaarden komt.