Ouders in Noord-Holland stimuleren kind om meer buiten te spelen

NOORD - Bijna 70 procent van de ouders in Nederland stimuleren hun kinderen om meer buiten te spelen. Dit doen ze door steeds vaker een limiet op het gebruik van de televisie, smartphone of tablet te leggen, samen buiten te gaan spelen of hun kind gewoon de deur uit te sturen. Zo'n 25 procent van de Noord-Hollandse kinderen gaat volgens hun ouders voldoende vanuit zichzelf naar buiten toe, dit ligt onder het landelijke gemiddelde van 30 procent. Dat blijkt uit een onderzoek onder ruim 1000 ouders in opdracht van Jantje Beton.
Ouders in Noord-Holland vinden het wel degelijk belangrijk dat hun kinderen niet op de bank blijven zitten. Zo stuurt 43 procent van de ouders hun zoon of dochter dus wel eens naar buiten toe (tegenover een landelijk gemiddelde van 40 procent) om daar te voetballen, naar de speeltuin te gaan of op straat met andere kinderen uit de buurt te spelen. Daarnaast is het gebruik van de televisie, een tablet of smartphone in veel huishoudens onderwerp van discussie. Ruim 42 procent van de ondervraagde ouders uit de provincie legt dit deels aan banden, onder meer door grenzen te stellen aan de tijd die een kind op de telefoon of tablet mag besteden. Ouders spelen ook weleens samen met hun kind op een mobiele telefoon (54 procent). Bijna de helft geeft aan zijn of haar kind bewust met een mobiele telefoon om te laten gaan om ze voor te bereiden op de digitale wereld (40 procent).
Peter Nikken is Lector Jeugd en Media aan de hogeschool Windesheim. "Naar het belang van buitenspelen is internationaal onderzoek gedaan", vertelt hij. "Het staat vast dat het belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen. Zelf contacten leggen, op je beurt wachten, problemen oplossen, spelen volgens bepaalde regels en omgaan met verlies. Dat zijn allemaal basisvaardigheden die kinderen vooral leren door buiten te spelen. Grapjes gaan begrijpen lukt niet met enkel emoji’s op het scherm, daar heb je echt contact voor nodig."