Column Kees de Bakker

Algemeen
Afbeelding

Multitalent Neeltje Maria Min tekent

In september is het 53 jaar geleden dat de dichtbundel Voor wie ik liefheb wil ik heten van Neeltje Maria Min uit Bergen verscheen bij Bert Bakker/Daamen in Den Haag.

Ze was toen 22 jaar. De dichtbundel met de eerste inmiddels beroemde regels mijn moeder is mijn naam vergeten/mijn kind weet nog niet hoe ik heet/hoe moet ik mij geborgen weten? was een doorslaand succes. Zeker toen de bundel werd aangeprezen door Adriaan 'Jany' Roland Holst en Lucebert. En goed verkocht, in 1982 stond de teller al op bijna 60.000 exemplaren.

De dichteres wilde aanvankelijk debuteren onder de naam Sophie Perk omdat de naam Neeltje Maria Min zo gewoontjes was. Schreef ik in Mijn eerste boek – 30 schrijversdebuten (1983/1999). Haar oeuvre is beperkt, slechts 4 bundels waarvan de laatste Kindsbeen in 1995. Ik heb haar zien dubben en twijfelen over het schrijven van een gedicht in haar zomerhuisje in Groet op de Paardenhemel, waar ze van 1985 tot 2002 verbleef, zinnend op een gedicht en ondertussen stevig paffend. Nu blijkt dat 'Neel' nog een heel ander talent heeft dan dichten: tekenen. Behalve breien, haken, borduren en versleten ellebogen van tweedjasjes stoppen zou ze alles tegelijk hebben willen doen. 'Gelijk met de steken van de muts steken voor een gedicht opzetten. Muts af, gedicht af.

Was het maar zo eenvoudig,' vertelde ze aan Adriaan van Dis in de bundel met haar originele tekeningen toen eerst verschenen bij de Eerste Bergensche Boekhandel, speciale prijs € 21,75. Dit ter gelegenheid van haar 75ste verjaardag op 21 juli jl. ter begeleiding van de expositie met tekeningen in de boekhandel.

Thomas Swinkels en Karien Hilbers van de EBB hebben er een werkelijk prachtig en stevig genaaid boek van gemaakt, gedrukt door SpringerUit Drukwerk in Schoorl, onderdeel van Scorlewald en vormgegeven door Bureau Groet uit Bergen. De tekeningen zijn heel uiteenlopend van stijl, de afgebeelde 'mensen' zijn voorzien van een langvormige snavel, soms schaatsend, relaxend of met zonnehoedje.

Een tekening lijkt geïnspireerd door Brecht, de vroeg gestorven zoon van Lucebert. Ook een mijmerend zelfportret naast een gesluierde vrouw, portretten van kinderen, maar 'de snavelaars' overheersen met name aan het begin van het boek. Adriaan van Dis over de tekeningen van het multi-talent in zijn voorwoord: 'Elke toeschouwer mag verhalen maken bij wat hij ziet. Zoveel ruimte geeft de tekenaar. Schoolpleingedrag herken ik. Huiselijke scènes. Er wordt gebaard. Bruintje Beer grappig getekend. En toch doet die vertedering pijn. Om het verloren vroeger? Het roest in het papier (uit de periode 1957-1977 – kdb)? Of is het de titel die ze haar bundeling tekeningen meegaf? toen eerst. Plat Bergens voor: niet heel lang, maar zeker niet kort geleden. Een beetje duinkonijn bediende zich vroeger van dat dialect.'

Hoe inspirerend het witte huisje op de Paardenhemel moet zijn geweest blijkt uit het feit dat ze in die periode haar laatste bundel Kindsbeen publiceerde bij De Bezige Bij in 1995, vruchtbare grond, en nu verrassend een boek met zeer originele tekeningen.