Column Kees de Bakker

Algemeen
Afbeelding

Wie was Henriëtte Roland Holst? Ik vroeg me af wie ze was omdat mijn dochter deze week een huis gevonden had in de Henriëtte Roland Holststraat.

Wat ik van Wikipedia weet is dat ze in Noordwijk-Binnen geboren is op 24 december 1869 en op 21 november 1952 overleed in Amsterdam. Bij velen was ze bekend als 'tante Jet', tante van dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976) die aan de Nesdijk in Bergen woonde en naar wie het Roland Holst-huis is genoemd, maandelijks bewoond door schrijvers. Wat ik niet wist was dat Henriëtte maar liefst twee keer is genomineerd voor de Nobelprijs, in 1939 en 1950!

Ze heette eigenlijk Henriëtte Goverdine Anna van der Schalk, maar trouwde met beeldend kunstenaar Richard (Rik) Roland Holst, oom van Adriaan. Het verlangen om te dichten werd serieus toen ze bevriend raakte met de dichter Herman Gorter, die ook vaak in Bergen te vinden was, zie het beeld van Hans Bayens van Gorter aan de Zeeweg naar Bergen aan Zee (lees wat Adriaan van Dis erover schrijft in Hier is zon, zee en zand).

Gorter zette haar aan het lezen van Marx' Das Kapital, ze werd politieke actief en publiceerde op politiek, historisch en filosofisch gebied. Ze maakte rond 1890 kennis met dichter Albert Verwey en leerde twee jaar later de schilder Jan Toorop kennen (over de Toorops zie de recente tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Alkmaar). Een van de sonnetten aan Toorop kwam in De Nieuwe Gids en ze was op slag bekend. Na de dood van haar vader en jongere zuster op 28 juni 1892 ontmoette ze haar man Richard Roland Holst. Gorter raadde haar nu aan om Plato, Dante en Spinoza te lezen. Ze publiceerde tal van dichtbundels waarvan De nieuw geboort uit 1902 vijf keer werd gedrukt. Toen ze 27 was werd ze lid van de SDAP, kwam in het partijbestuur en had contact met vooraanstaande socialisten als Rosa Luxemburg en Leon Trotski. Ze stapte in 1911 uit de SDAP als orthodox marxiste en trad vervolgens toe tot de SDP (de latere CPN). 'Rode Jet' speelde ook een rol tijdens de revolutionaire woelingen van november 1918, trok met David Wijnkoop aan het hoofd van een stoet op naar de Oranje-Nassau Kazerne in Amsterdam. Ingrijpen van ordetroepen kostte twee doden. In 1927 brak ze met de CPN.

Henriëtte onderhield ook goede contacten met Indonesische nationalisten zoals Mohammad Hatta, totdat het verdrag van Linggadjatti werd getekend in 1949 en Indonesië onafhankelijk werd. Van een strijdbare socialistische dichter werd ze meer religieus en schreef de autobiografie Het vuur brandde voort.

Op de driehonderdjarige herdenking van de sterfdag van Pieter Cornelisz. Hooft reikte de Universiteit van Amsterdam haar een eredoctoraat uit op 20 mei 1947. Historicus prof. dr. Jan Romein was de promotor en zei dat het Eredoctoraat haar werd toegekend wegens 'haar uitnemende verdiensten voor de Nederlandse letteren, inzonderheid voor de poëzie en voor de geschiedenis.' Met name voor haar biografie van Tolstoi, haar Revolutionaire Massa-aktie en haar Kapitaal en Arbeid in Nederland.