column Historische Vereniging Bergen

Algemeen
De lente werd ingeluid met het paasvuur.
De lente werd ingeluid met het paasvuur. (Foto: Wim Jan Schotten)

Boerenlente

Een boer heeft altijd zijn eigen seizoensindeling, onderhevig als het boerenbedrijf is aan de natuur. Sinds oude tijden begon voor boeren de lente al in februari, in onze streken vaak op Sint-Matthijs (24 februari) of Sint-Pieter (26 februari). Knechten en meiden werden opnieuw voor een jaar ingehuurd en begonnen het land klaar te maken voor het inzaaien, mits er geen vorst in de grond zat natuurlijk.

De jeugd ging langs de boerderijen om het oude sprokkelhout te verzamelen waarmee vreugdevuren werden gestookt. Want de lente was het begin van een nieuwe levenscyclus. Daarbij zongen ze (de Bergense variant van) het liedje 'Ikkie tikkie too, Boer mag ik wat stro, Ikkie tikkie tarwe, Dan mag je komen warmen, Ikkie tikkie tocht, Al op de Molenkrocht'. Deze traditie, die tot in Noord-Duitsland bestond, werd het Bekenen genoemd. Het is niet zo vreemd als u hier het woord 'baken' in herkent, want vuurbakens waren in de kuststreken de voorlopers van de vuurtorens.

Andere lentevuren waren de Paasvuren, de Meierblis op Texel en Pinksterdrie. Vanwege het risico van brand echter hadden veel dorpen en steden, waar de huizen voornamelijk van hout waren, strenge keuren (verordeningen) uitgevaardigd waarin dit soort vuren werden verboden op straffe van hoge boetes. Bergen kende hiernaast ook nog een unieke eigen traditie. Op Sint-Matthijs werd door de Hervormde Kerk het deelbrood uitgedeeld, een traditie die terug gaat tot 1468 en stand hield tot 1918. Naast een traktatie was dit luxe witbrood voor de schooljeugd aan het eind van de winter een welkome aanvulling op het menu.

Op bijgaande foto van Wim Jan Schotten is een paasvuur te zien op het land van boer Jaap Schoen aan de Lindelaan in Bergen. Meer hierover leest u in het jubileumboek 'Feest en Vermaak' van de Historische Vereniging Bergen.

door: Theo de Graaff, februari 2020