De eerste weken van burgemeester Lars Voskuil

Algemeen
Burgemeester Voskuil stak de handen uit de mouwen met de groenploeg in Egmond aan Zee
Burgemeester Voskuil stak de handen uit de mouwen met de groenploeg in Egmond aan Zee Foto: Gemeente Bergen

BERGEN - Anderhalf uur nadat op de avond van 29 juni bekend werd dat hij het was die zou worden voorgedragen om de nieuwe burgemeester van de gemeente Bergen te worden stapte er uiteindelijk een enorm blije man uit de auto, na een snelle rit uit Naarden, zijn toenmalige woonplaats. Vergezeld van echtgenote en een van de kinderen. Lars Voskuil werd vervolgens 8 september geïnstalleerd door de gemeenteraad. Na zes weken in functie is het tijd om hem wat nader voor te stellen.

DOOR: ED BAUSCH

De burgemeester: “Onze taak is het om zorgvuldig te zijn”

Het Bergens Nieuwsblad/Contact met de Egmonden stelt de vraag: ‘Nog steeds blij’. Lars Voskuil zegt met een zichtbaar oprechte gulle glimlach: “Het is nog erger, harstikke blij. Man, man, wat is het mooi dat ik juist in deze gemeente de kans kreeg om voor het eerst burgemeester te worden. Het zijn overal prachtige mensen die ik ontmoet. Ieder is weer anders, en dat is nou juist het mooie. Ik reis natuurlijk veel, want de gemeente beslaat een flink grondgebied. Maar dat reizen is geen straf, het is puur genieten om steeds door die prachtige natuur op weg te zijn naar ontmoetingen”.

Onder de modder

“Ik had gezegd dat we voor mijn aanstelling in de gemeente zouden wonen, dat was nog best kort dag. Maar op 26 augustus betrokken we ons huurhuis. Kopen zat er nog even niet in, ik ben gewoon inwoner Lars Voskuil, die ook wordt geconfronteerd met de situatie rond wonen, zoals die nu is.” Hij komt net hardhollend terug van een bezoek aan het wijkteam ‘groen’ in Egmond aan Zee. “Moest even schone kleren aantrekken.” Want wie hem uitnodigt krijgt er wel bij te horen: “Maar ik wil ook wel wat doen, hoor.” Deze ochtend was dat dus schoffelen met de groenploeg in Egmond aan den Hoef. “In flinke regenbuien, dus we zaten allemaal onder de modder.” Dit is burgemeester Voskuil ten voeten uit. “Als je samen iets deelt dan praat je ook makkelijker. En praten niet in de zin van vooral zenden en misschien een beetje ontvangen. Nee, echt praten, van elkaar leren.”

Brief aan de Koning

“Mijn kinderen zeiden dat ik het niet kon weigeren”, zegt hij over het lintje dat de Noord-Hollandse Commissaris van de Koning hem onlangs opspelde voor zijn werk als volksvertegenwoordiger. Eerst 10 jaar in de gemeenteraad van Naarden, vervolgens twee jaar in de fusiegemeente Gooise Meren en de laatste vijf jaar als lid van Provinciale Staten, voor de Partij van de Arbeid. Maar ik vind het veel belangrijker dat bijvoorbeeld iemand bij de vrijwillige brandweer of de politie zo’n brief krijgt met ‘Het heeft zijne Majesteit behaagd’. Maar goed, nu ga ik daarover een vriendelijke brief sturen aan het Koninklijk Huis. En ja, ik ben ook wel trots op het lintje, want ik heb echt veel werk gemaakt van het functioneren in de politiek. Altijd naar de mensen toe.”

Proberen boosheid een stap voor te zijn

En daar ga ik hier mee door, met een heel fijn team, ook met de vier wethouders. En met dat team proberen we de goede toon te vinden, een oprechte toon van interesse in de mede-inwoner. “De krantenkop van vandaag is het spoeddebat van morgen. Zo lijkt het tegenwoordig te zijn. Maar zo wil ik het niet. Verschillen in opvattingen zijn goed en logisch. Maar ze moeten niet de overeenkomsten wegdrukken. En dat hoeft ook niet als je steeds en tijdig met elkaar spreekt”. Voskuil was tot voor kort ook mediator, dus ‘verbinden’ zit in zijn aard, het is niet zomaar een woord bij hem. “Als overheid zijn wij er voor alle inwoners. Daarom moeten wij in onze planvorming en onze uiteindelijke afwegingen heel zorgvuldig zijn. Inwoners mogen dat van een overheid, van mij verwachten. Zo proberen we inwoners echt en vroegtijdig te betrekken, hen serieus te nemen en daarmee proberen boosheid een stap voor te zijn.”

Echte interesse in mensen

Voskuil ziet natuurlijk ook het maatschappelijk ongenoegen, dat vaak zo breed op social media wordt uitgemeten. “Ik vind dat je niet alles maar kunt zeggen zonder interesse in de ander. Dus ja, deze burgemeester zal echt een andere toon zoeken en proberen te doorgronden waaròm mensen iets vinden en daarover in gesprek zijn. “En ik wil het liefst een jaarlijks reflectiegesprek met de gemeenteraad, in plaats van eens in de drie jaar. En als ze dan vragen of ik wil blijven voor een volgende termijn, dan zal ik hopen dat dat is omdat ze zeggen dat ik toegankelijk en bereikbaar was voor iedereen. Dat het gezien is als mijn meerwaarde. Want ik wilde burgemeester worden om meerwaarde te kunnen geven.” En hop gaat het naar zijn volgende ontmoeting, het wijkteam in Bergen.