Vertrek coördinator Het Sterkenhuis Nel Jongejans
BERGEN - Het was na haar pensionering van haar werk bij de provincie Noord-Holland dat ze, als secretaresse toetrad tot de toenmalige gemeentelijke commissie voor Museum het Sterkenhuis. Dat was 24 jaar geleden, als vrijwilligerswerk. Nu is er voor Nel Jongejans een goed moment gekomen om het coördinatorschap, ook vrijwilligerswerk, van het museum neer te leggen. “Tien jaar geleden werden we deel van de Kranenburgh-organisatie. De net bij Kranenburgh vertrokken directeur Mariëtte Dölle heeft echt werk gemaakt van het Sterkenhuis. Binnenkort treedt daar mijn opvolger aan, nu in een betaalde functie. Dat geeft mij en de collega’s in het Sterkenhuis een goed gevoel.”
DOOR: ED BAUSCH
“Maar ik ga door met werken aan de collectie, hoor”
Het pand aan de brink rond de Ruïnekerk dateert uit 1655. Het is het oudste pand van Bergen. Het stond bekend als een zogeheten langhuisboerderij en bestond uit vier woningen. In de tuin, aan het Smalle Pad, stonden vier woningen. In 1915 kwam er een museum in. Dit had een voorgeschiedenis. Burgemeestersechtgenote Marie van Reenen-Volter vond al vroeg in haar periode in Bergen dat er een museum moest komen om de geschiedenis van het boerendorp te markeren. Dat startte in 1903 in wat nu het Oude Raethuys is. De oude boerderij was toen eigendom van de gemeente, die het wilde slopen in verband met de bouw van het nieuwe postkantoor. Daarmee werd het pand gered van sloop, de gemeente wilde er toen een postkantoor vestigen (dat kwam er later naast te staan, waar nu een aantal winkels hun vestiging hebben). In 1915 is de collectie overgegaan: zo ontstond het Sterkenhuis.
Graag in Bergen
“In het begin nam textiel een belangrijke plaats in, naast herinneringen aan het boerenleven uit de 18de en 19de eeuw. Dat is nog wel zo en terecht, al heel lang heeft het museum een textielcommissie. Die heel veel werk heeft verzet. De Slag bij Bergen werd hier in 1799 voor de deur uitgevochten, dus die heeft uiteraard ook een vaste plek in het museum, door de jaren heen met extra aandacht en met nieuwe vondsten.” Nel (IJmuiden-Oost, 1935) woonde met haar zes jaar geleden overleden man Gerrit in ’t Hout (hij zat in het oprichtingsbestuur van museum Kranenburgh) in de zeventiger jaren een paar jaar in Bergen, maar woont al heel lang in Oudkarspel. “Ik ken dus iedere meter van de weg naar Bergen, want al die jaren ben ik hier minstens twee middagen per week geweest en vaak nog meer, voor vergaderingen en dergelijke. Ik ben toch een beetje Bergenaar geworden, ik kom hier heel graag.”
“Er was nooit gedoe tussen ons”
Haar opvolger, Erik Luik, krijgt tot taak de collectie verder te ontwikkelen. “Wij hebben met het museum natuurlijk de nodige stormen doorstaan, maar nu zit het goed. Ik blijf met veel plezier werkzaamheden aan de collectie verrichten in het Bergense depot. Ik ben erg gehecht geraakt aan het museum en ik heb graag wat omhanden. We hebben als team gewoon heel erg fijn samengewerkt. Op die manier heeft het museum uiteindelijk een goede positie kunnen krijgen. Onder ons was er nooit gedoe. Ik was ook gewoon lid van het team, ook al had ik de laatste tien jaar een coördinerende rol. Misschien kon ik dat wel goed doordat ik mijn werkzame bestaan begon als jeugdleidster in het jongerenwerk. Toen moest ik vooral ook veel luisteren en rustig blijven.” Later kreeg Nel een leidende functie bij de provinciale organisatie voor sociaal cultureel werk..
“Eigenlijk was iedere dag een hoogtepunt”
Rond het depot was een tijdlang gedoe. Het depot, ook van Kranenburgh, aan de Berkenlaan, zou verkocht worden. “Toen bood, na wat omzwervingen met de depot-collectie, architect Maarten Min gelukkig ruimte aan in zijn kantoor aan de Hoflaan en konden we daar een tijd verder werken aan de collectie. Nu zijn we met het depot al weer een tijd terug aan de Berkenlaan.” Ze is heel gelukkig met de huidige ontwikkelingen. “Toen we over moesten naar de Kranenburgh-organisatie hadden we daar best zorgen over. Maar ik kan nu niet anders zeggen dat het uiteindelijk goed is uitgepakt. Het museum heeft drie heel goede collectie-werkgroepen voor registratie en onderzoek van de objecten, waaronder onder andere texxtiel en foto’s. Er liggen genoeg ideeën voor de jaarlijkse wisseltentoonstelling. Ik zou niet kunnen zeggen wat nou een hoogtepunt is geweest. Eigenlijk was dat wat je op dat moment onder handen had met elkaar het hoogtepunt, steeds weer. Ik ben iedereen dankbaar voor een geweldige tijd met elkaar.” Museum Het Sterkenhuis is jaarlijks geopend van 1 april tot en met 31 oktober. Kijk tegen die tijd op museumhetsterkenhuis.nl, voor weer een nieuwe expositie naast de prachtige vaste collecties in dat droompand aan de Oude Prinsweg in Bergen.
