Afscheid wethouder Bekkering: ‘Mooier kan het niet worden’

Algemeen
De wethouder van onder meer groen en economie
De wethouder van onder meer groen en economie (Foto: Ed Bausch)

BERGEN - ‘Het waren twee prachtige dagen’. U kent vast nog wel die advertentie, waarin een uitzendkracht een beetje verbouwereerd ten overstaan van een volle kantine de bloemenhulde in ontvangst neemt voor zijn 16 uur werkzaam zijn in een bedrijf. “Het waren drie constructieve, heel pittige en vooral prachtige jaren”: Zo klinkt het nu en zeker helemaal niet verbouwereerd, maar juist heel bewust uit de mond van wethouder Erik Bekkering. Hij laat de lezers van het Bergens Nieuwsblad en Contact met de Egmonden weten dat hij in zichzelf al vlak na de verkiezingen had besloten tot de vaststelling: “Mooier kan het niet worden.” Hij vertelt dat hij, namens zijn partij Kies Lokaal, bereikt heeft wat hem en zijn partij voor ogen stond met zijn bijdrage als wethouder voor de gemeente Bergen. “Zo was het wel vaker. Als ik vond dat ik alles had gegeven wat mogelijk was droeg ik graag het stokje over.” Het is de wethouder ten voeten uit.

door Ed Bausch

Wethouder Erik Bekkering maakte zelf zijn keuze

Een net gelegd grasveld: maak er direct een foto van. Want mooier zal het nooit meer ogen. ‘Mooier dan nu zal het nooit gaan’, zingt Huub van der Lubbe, de zanger van De Dijk. Wethouder Bekkering kiest nu soortgelijke woorden als een ode aan zijn jaren als wethouder, als een compliment aan zijn collega’s, ‘zijn’ ambtenaren, alle inwoners en ondernemers die op zijn pad kwamen en die hij zo graag opzocht. Tegen wil en dank werd Bekkering ook de ‘coronawethouder’ in de gemeente, met onder andere economie en toerisme in zijn portefeuille. Nou, hij sprong echt in de bres voor hen. “Want rechtvaardigheid staat bij mij hoog in het vaandel.”

‘Beslis ik wel weinig genoeg?’.

Dat is zoiets wat Bekkering (Assen, 1965) zich in zijn werk afvraagt. En ook weet hij: ‘Iets is nooit af’. Hij wil er maar mee zeggen dat hij zijn rol altijd ziet als die van iemand die bijdraagt om anderen, of een kwestie of een aandachtsveld verder te helpen. “Soms moet je daarvoor snel en stevig zijn, meestal kies ik voor luisteren en praten, weer luisteren en weer praten. En ja, op een gegeven moment weet je: nú een besluit voorleggen aan de Raad. En die is de baas in de gemeente. Zo is het in het openbaar bestuur georganiseerd.”

Samenbinder en zorgendeler

Dat wist hij wel natuurlijk, ook al kun je Erik Bekkering een wethouder ‘van buiten’ noemen. Maar hij was Kies Lokaal destijds (hij kwam tussentijds in 2019 in het College) opgevallen in zijn functioneren als verbinder. Het werk dat hij, net als interim-management, achttien jaar als zelfstandige deed na diverse functies in het bedrijfsleven. Hij studeerde af aan Universiteit voor Bedrijfskunde Nyenrode. “Ik koos altijd bedrijven en organisaties uit, toen al, die zich duidelijk goed wilden verstaan in het maatschappelijk debat. Waar duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid verankerd waren in het doen en laten.” Bij al zijn publieke optredens als wethouder liet Bekkering zich horen en zien als de aardsoptimist, als de samenbrenger, de zorgendeler. Soms tegen de klippen op. Altijd vooral geïnteresseerd in de inktvlekwerking van groeiende oprechte draagkracht. “En je weet: nergens en nooit kun je het iederéén naar de zin maken.”

Niet op de poot spelen

Erik Bekkering trad aan terwijl er al een jaar van de vierjarige cyclus na Raadsverkiezingen om was. Met deels ook nieuwe collega’s. “Ik heb wel het gevoel dat we in de korte tijd die we hadden een vloer hebben gelegd voor een meer luisterende en samenwerkend manier van besturen. Zo’n verandering gaat langs wegen van geleidelijkheid. En ik ben echt trots op hoever we daarmee zijn gekomen. Niet op alle terreinen en niet altijd. Maar voor mezelf kan ik zeggen dat ik trots ben dat ik heb mogen bijdragen aan de omslag naar een meer lerende gemeentelijke organisatie, naar een hogere mate van bestuurlijke betrouwbaarheid, naar echte en duurzame verankering van beleidsvoornemens. Ja, soms moest ik wel eens een document ‘terughalen’, als ik merkte dat het nog niet landde, of toch nog niet voldoende bevatte om overtuigend draagvlak te scoren. Nou, dan speelde ik niet op mijn poot, zogezegd. Besturen gaat niet zonder af en toe in een kuil te belanden of op te kijken tegen een ogenschijnlijk onneembare drempel. Maar ik realiseerde me dan dat ik nog wat te verbeteren had met mijn teams.”

“Niet alles kun of moet je politiek maken”

Soms was de wethouder wel eens verbaasd als van een eigenlijk a-politiek item, bijvoorbeeld de keuze voor de huisvuilophaler, in de Raad wel politiek werd gemaakt. “Maar goed, zo is het.” Voor de tussentijdse instapper in het Bergense College is zijn uitstappen op dit moment zeker geen definitief afscheid van Openbaar Bestuur. “Zeker niet, je kunt er zoveel waardevols doen voor de toekomst.” Bekkering heeft nog jonge kinderen, een tweeling van 10 jaar, hij beseft dat er juist nu veel te doen is om jongeren een goede toekomst te geven. “Als wethouder daaraan bijdragen, daar ben ik zeker wel voor in. Maar ik voel dat ik, met mijn collega’s en in dankbaarheid, voor de kernen en buurtschappen in de gemeente alles heb gegeven. Mooier kan het niet worden.” Dat lijkt in de politiek toch een dappere constatering over jezelf. Met een open blik naar de wereld je kracht geven waar die op dat moment past.

Volgende week is in de Gemeentekrant, de wekelijkse bijlage bij het Bergens Nieuwsblad/Contact met De Egmonden, zijn laatste column als wethouder te lezen. Daarin zullen veel aspecten van zijn doen en laten uit zijn driejarig wethouderschap de revue passeren.