Drinken broeders

Jan van der Kauw, met een wat vettige bril op de neus waarin van die jampot glazen zijn gemonteerd, zit op een zaterdagochtend rond een uurtje of 10 in de kroeg, aan een tafeltje met een damast kleedje erover, met een kop koffie en een krantje lezend. Hij overweegt er een drukke dag van te maken, het is namelijk voorjaar en zijn motorbootje moet nodig in de teer. Nelis Blauwboer verschijnt ten tonele. Nelis een tengere man en altijd gekleed in een ouderwets kostuum, wit overhemd en donkere stropdas, zwart haar dat met brillantine strak achterovergekamd is. He, goedemorgen, zegt Nelis, wat ben je vroeg? Ja joh, ik heb het stervensdruk vandaag. Het wordt aardig weer vandaag om mijn boot te teren dus dat ga ik zo maar even doen. Nou gezellige vent ben jij, zit ik zo meteen in mij uppie hier zegt Nelis. De kastelein zet onder tussen een romertje op een viltje en vult het glas met jonge jenever. Nelis slurpt de kop eraf. Jan die naar de jonge borrel zit te kijken oppert; als je me nou straks effe help dan kunnen we samen nog 'n borrel nemen. Nelis steek direct twee vingers op en roept 'hebbie je er nog twee'. Dit alles gaat zo nog enige tijd door. Dan besluiten de beiden heren zich aan de klus te gaan wagen en vertrekken naar de haven. Ze kruipen onder de boot maar dat valt niet mee want die laatste borrel was lekker maar had niet gemoeten. Jan kruipt even later onder de boot vandaan en schrikt. Wat doet u onder mijn boot? Teren zegt Jan en kijkt eens omhoog en vloekt. Nelis die ook onder de boot vandaan is gekomen vraagt wat er aan de hand is. We hebben de verkeerde boot geteerd. De man waar de boot van is glimlacht wat. Ik hoop dat jullie de teer niet met jenever verdund hebben (want er hing natuurlijk een walm) maar verder ziet het er strak en glad uit, heren bedankt voor de moeite en ik wens jullie nog een fijne dag verder en loopt weg.

Co Backer

jalbacker74@telfort.nl