Oudste flessenpost afkomstig van Bakkumse strand

Algemeen
Flessenpost afkomstig van burgemeester van Castricum anno 1888.
Flessenpost afkomstig van burgemeester van Castricum anno 1888. (Foto: aangeleverd)

BAKKUM - Mogelijk oudst gedocumenteerde flessenpost van Nederland spoelde in de zomer van 1888 aan op het Bakkumse strand. Het was historicus (en onze samenwerkingspartner) Koen Marijt uit Noordwijk aan Zee, die al een poosje geleden een flessenpostbrief en reactie uit 1888 van de Castricumse Burgemeester in het Noordwijks archief bij Erfgoed Leiden en Omstreken voorbij zag komen. Zijn ontdekking werd een item wat een poosje op de ‘todolijst’ stond van het Strandvondstenmuseum en blijkt bij nadere bestudering een ontdekking van historische waarde te zijn.

door Menno Twisk, Strandvondstenmuseum

De flessenpost was afkomstig van een picknickend en wellicht welgesteld gezelschap welke verbleef in Villa Schreuder te Noordwijk aan Zee en werd enkele dagen later 50 km noordelijker op het strand van Castricum aangetroffen.

In onze tijd zou deze papieren trage ‘’chat’ per fles hoogstwaarschijnlijk tussen de blokken van de, in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, aangelegde pieren van IJmuiden zijn beland.

Van 1888 tot 1918 was J. Mooij burgemeester van Castricum. Zijn persoonlijke bemoeienis als ‘’hoofd der strandvonderij’’ met deze, toch in onze tijd geachte onbelangrijk ogende gebeurtenis, biedt een mooi tijdsbeeld van een ‘’onthaaste’’ periode waarbij schijnbaar alles minder snel leek te gaan en er nog de tijd werd genomen voor de dingen. De op de vondst van de fles volgende correspondentie tussen de burgemeester(s) moet uit meerdere brieven bestaan hebben, zo is uit de tekst op te maken van de nu aangetroffen brief van september 1888.

De correspondentie tussen de twee gemeenten zal mogelijk met de diligence nog langer onderweg geweest zijn dan de brief in de fles over zee over deed. De strekking van de brief en de hierin genoemde namen van personen nopen tot nader onderzoek. Was de Bakkumse skulper (schelpenvisser) Lambertus Nijman die de fles vond mogelijk ongeletterd? Wat was de rol van dhr. Schetborg en die van C. van der Velden?

Wij gaan daar natuurlijk verder induiken en onderzoek naar doen. André van Noort van het Erfgoed Leiden en Omstreken zal te zijner tijd scans van de documenten beschikbaar stellen. Samen met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Werkroep Oud Castricum willen we graag het hele verhaal uit 1888 naar aanleiding van de ontdekking van Koen Marijt, in kaart brengen.

Zo zou het dus wel eens kunnen zijn dat deze flessenpostbrief uit 1888 de oudste gedocumenteerde flessenpost van Nederland is en de op één na oudste ter wereld. Wij hebben navraag gedaan bij flessenpost deskundige Wim Kruiswijk, andere jutters- en scheepvaartmusea. Tot nog toe is er elders in ons land geen flessenpost afkomstig uit de 19e eeuw bekend.

Hieronder de overgeschreven tekst van de inhoud van de flessenpost en eerste brief van Burgemeester J. Mooij.

Picknic gehouden, 25 augustus 1988 benoorden Katwijk over de pieren. Verzoeke bericht s.v.p. waar en wanneer deze flesch aangespoeld is.

Adres: Den Weledel geboren Heer Hoelerick te Noordwijk, Villa Schreuder.

Castricum, 3 september 1888

In antwoord uw schijven van 30 augustus ll (laatst geleden) heb ik de eer dhr. Schetborg mede te deelen dat de door u bedoelde persoon C. van Velden door mij is gehoord geworden en bereidvaardig heeft verklaard hoe hij aan dat briefje is gekomen en waarom hij daarover had geschreven.

Den 28 aug. ll is door Lambertus Nijman schulper alhier op het strand benoorden den Glopsweg onder den ban van Castricum gevonden een gekurkte flesch, inhoudende een briefje welk zelfde briefje hiernevend gaat, daargens Nijman een zwager en tevens buurman is van C. van Velden, vonden zij goed dat briefje op te zenden aan het adres hetwelks op het briefje vermeld staat, meenemende dat het niet schien nog enig vet zou uitbraden.

Wat mijn opinie hieromtrent is, dunkt mij , is hierin niets onheils te zien of te verwachten.

Hiernevend ook de brief terug van C. van Velden.

Bij tot verdere correspondentie, zoo het nog nodig mogt zijn, bereid verklarende

De Burgemeester van Castricum

C. Mooy

Tekst loopt door onder de foto

De brief die per flessenpost werd verstuurd. (Foto: aangeleverd)

Over het Strandvondstenmuseum

Het Strandvondstenmuseum in Castricum is als te bezoeken museum gestopt en nagenoeg de hele collectie is verspreid ondergebracht bij samenwerkingspartners. Onder de vlag van Stichting Strand en Streekhistorie worden met een deel van de collectie nog wel gastlessen en presentaties op locatie verzorgd. De contactgegevens en website blijven voorlopig nog in stand. www.strandvondstenmuseum.nl en info@strandvondstenmuseum.nl

Over flessenpost

Flessenpost werd gebruikt door zeelieden, soms als grap, maar ook soms als uiterste noodkreet of -oproep. Ook werd flessenpost gebruikt voor onderzoek naar zeestromingen. Het doel was daarmee efficiënte vaarroutes te vinden. Er is een experiment bekend van Duitse kapiteins tussen 1864 en 1933. (De oudste flessenpost ter wereld is wellicht daarvan afkomstig en werd in 2018 aangetroffen in Australië, in een Hollandse jeneverfles uit 1886.)

Flessenpost wordt soms ook door niet zeelieden gebruikt, ook als grap of als wedstrijd om te kijken welk flessenpostbericht het eerst een lezer zou kunnen bereiken. Vergelijkbaar met een ballonnenwedstrijd. Er ontstaan ook vriendschappen door flessenpost. De bekende flessenpostverzamelaar Wim Kruiswijk uit Zandvoort vertelt daar ook over in zijn boek Flessenpost ; de Zee als postbezorger (verschenen 2010). De Bakkumse familie Zonneveld is op die manier bevriend geraakt met een Engelse familie en houden het contact al decennialang in stand.

Flessenpost is zelfs gebruikt voor spionage. Sieds van Straten uit Dokkum begon na de Duitse inval in 1940 met het verzamelen van militaire gegevens door heel Nederland. Hij ging daarvoor tijdens oostenwind met de fles naar de Nieuwe Waterweg. Van die flessen spoelden er vier of vijf daadwerkelijk aan. In 1943 werd hij daarvoor geridderd, met de bedoeling dat hij het lintje na de oorlog zou ontvangen, maar hij overleed in hetzelfde jaar. 

Bron: Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 4