De oorlog door de ogen van een kind

Algemeen
Aaltje van Wieringen met haar broertje.
Aaltje van Wieringen met haar broertje. (Foto: Eigen collectie)

CASTRICUM - In het boek ‘Het Gemis’ blikt Aaltje van Wieringen uit Castricum terug op de Tweede Wereldoorlog, die zij als kind meemaakte.

Door: Hanneke Tinor-Centi

Aaltje van Wieringen heeft de Tweede Wereldoorlog nooit kunnen vergeten. Ze heeft kinderen voorgelezen die gevlucht zijn uit Afghanistan. Ze hoorde hun verhalen aan en die van de moeders. Haar bittere conclusie: er is niets veranderd. Hanneke Tinor-Centi sprak de schrijfster, die op 86-jarige leeftijd nog een boek uitbracht. 

Aaltje van Wieringen was negen toen de geaillieerden hun opmars maakten. Ze moest vluchten uit Oosterbeek bij Arnhem. Na een barre tocht belandt het gezin Verhoef (haar meisjesnaam) in Leersum. In haar boek vertelt ze in korte hoofdstukken over haar belevenissen, over hoe haar huis in brand stond, het gemis van haar pop die zij niet mee mocht nemen van haar moeder en de spanning die van haar ouders andere mensen maakte. 

Tekst gaat door onder de afbeelding>>

Aaltje van Wieringen brengt een boek uit op haar 86e. (Foto: Aart Tóth)

Leren van onze geschiedenis.  Dat moeten we niet alleen zeggen, maar ook dóen, beweert u.

Kinderen in een oorlog, het is het meest ongehoorde dat er bestaat. Dat is wat ik uit mijn eigen ervaringen weet en mijn leven lang heb meegedragen. Kinderen hebben liefde, veiligheid en geborgenheid nodig, dat is in oorlogstijd volledig verdwenen. Ook nu zwerven vluchtelingenkinderen door Europa. Ik hoop dat mensen na het lezen van mijn boek, zich kunnen inleven hoe het is voor kinderen om zó onveilig te zijn, met steeds de dood op je hielen.

Heeft de jonge Aaltje ooit haar pop nog teruggevonden?

Mijn pop Loesje is verbrand. Mijn moeder wilde niet dat ik de pop meenam. Na de oorlog keerden we terug naar Oosterbeek. We kregen een ander huis waar we de eerste twee weken op de grond sliepen. We zochten in het puin van het verbrande huis naar overblijfselen die misschien nog bruikbaar waren. Ik zat met de rug naar mijn ouders op een berg puin en zag iets glinsteren toen ik wat stenen opzij gooide. Het was de ineengefrommelde prop smeedijzer van een deel van mijn poppenwieg. 

Tekst gaat door onder de afbeelding>>

Aaltje van Wieringen met haar broertje.  

U was negen jaar oud tijdens de oorlog. Wat is u het meest bijgebleven?

Het moment dat ik die Duitse soldaat een foto van zijn dochtertje zag bekijken. Het gevoel dat ook de Duitsers gewone mensen waren die niet om de oorlog hadden gevraagd. Of soldaten nou geallieerden of Duitsers waren, buiten die oorlog hadden ze vrienden kunnen zijn. 

Ik ben door mijn ervaringen pacifist geworden. Ik vind dat niemand het recht heeft iemand te doden en levenslange trauma’s te bezorgen. Dat is mijn diepste gevoel.

Heeft het gehele gezin Verhoef de oorlog overleeft?

Ja, maar de ontberingen en trauma’s beheersten ons verdere leven. Vooral dat van mijn ouders. Die werden nooit meer de mensen die ze voordien waren.

Tekst gaat door onder de afbeelding>>

Aaltje van Wieringen leest voor en schildert met basisschoolleerlingen. 

U heeft via Humanitas twee Afghaanse pleegkleinkinderen die u oma noemen. 

Mijn Afghaanse vriendinnetjes zijn inmiddels pubers geworden. We hebben enige tijd weinig contact gehad, ik was ziek en hun moeder was ook ziek, maar ze komen me weer af en toe opzoeken en dat is hartverwarmend.

Hoe kijkt u terug op uw leven ná de oorlog?

De schaduw van de oorlog vergezeld me al een leven lang. Dat komt een kind niet te boven. De geschiedenis verhaalt ons van oorlogen, vijanden, landverhuizingen en ontelbare doden en gewonden. Vandaag en morgen zullen zulke verhalen weer geschiedenis worden. Misschien kan mijn boek voor de kinderen van de toekomst het geweld helpen te verminderen. 

‘Het gemis’ is verkrijgbaar als paperback, e-boek en als luisterboek.