Dekschuit doet dienst als kraamkamer voor broedvogels in Balgzandpolder

Algemeen
De schuit onderweg naar de Balgzandpolder.
De schuit onderweg naar de Balgzandpolder. (Foto: © DUTCHPHOTO/Hans van Weel)

DEN HELDER - Met het broedseizoen in volle gang is afgelopen dinsdag in de Balgzandpolder een broedponton voor vogels geplaatst. Het betreft hier een proef van Rijkswaterstaat om te kijken of dit soort kunstmatige broedplekken bijdraagt aan het herstel van onder meer de noordse stern en de visdief in het Waddengebied. De populaties van deze vogelsoorten worden steeds kleiner, onder meer omdat er te weinig veilige broedplaatsen zijn.

‘We zijn supertrots op dit project’

Roelf Hovinga (43) - onder de vlag van Landschap Noord-Holland actief als boswachter in de Noordkop - legt uit waarom deze proef met het broedponton noodzakelijk is. “Voorheen werd de populatie van roofdieren in een groot deel van Nederland heel erg kort gehouden door jacht en stroperij. De vos is tegenwoordig beter beschermd dus die heeft zich uitgebreid tot over heel Nederland. Dat heeft zeker voor op de grond en in kolonies broedende vogels grote gevolgen gehad. Voor een vos is het natuurlijk nergens makkelijker om zijn buik vol te vreten, binnen de kortste keren heeft hij een maaltje eieren en kuikens bij elkaar gescharreld. De vestiging van de vos in het waddengebied heeft ertoe bijdragen dat bijna al die kolonies op de vaste wal van Nederland verdwenen zijn. Ook in Duitsland en Denemarken zijn veel karakteristieke waddenbroedvogels hierdoor sterk in aantal afgenomen.”

Dynamisch landschap

Op de vraag of deze vorm van broedgelegenheid niet een heel kunstmatige is, antwoordt Hovinga; “Dat is inderdaad wel zo, maar voorheen had je een heel uitgestrekt en dynamisch landschap langs de waddenkust. Gebieden als de Noordkop van Noord-Holland, het IJsselmeer en het Lauwersmeer maakten vroeger allen onderdeel uit van de Waddenzee. Hier lag een heel dynamisch landschap met overal slenken, kreken, eilandjes en zandbanken waar die vogels veilig konden broeden. Waar zo nu en dan ook de herfst- en winterstormen overheen gingen zodat er niet permanent allerlei roofdieren konden zitten. Wij hebben dat landschap om heel begrijpelijke redenen totaal naar onze hand gezet. Het is bedijkt en ingepolderd zodat we er veilig kunnen wonen en landbouw kunnen bedrijven, maar dat heeft grote consequenties gehad voor allerlei vogels die daarvan afhankelijk zijn. Zij zitten nu buitendijks in de laatste smalle randen kwelders en schorren direct achter de dijk. Het landschap aan de andere kant van de dijk is juist overal veel geschikter geworden voor roofdieren doordat er in voorheen open polders nu meer bosjes en bebouwing aanwezig is waar ze zich kunnen verschuilen. Daardoor zijn langs de waddenkust van oudsher vogelrijke gebieden vrijwel volledig verlaten door broedende kluten, meeuwen en sterns. De meeste kustbroedvogels broeden nu nog op de Waddeneilanden, waar minder roofdieren voorkomen.”

Storm

De broedende vogels op het drijvende ponton zullen volgens Roelf Hovinga weinig hinder ondervinden van slechte weersomstandigheden, zoals een storm. “Het water in de Balgzandpolder is ondiep, dus er is al geen hoge golfslag. Ook leggen we de broedschuit niet dwars op de overheersende windrichting, maar in het verlengde ervan. We hebben de afgelopen jaren al veel ervaring opgedaan met kleinere broedvlotjes. Die schommelen bij stevige wind door de golfslag soms ook wel wat, de hierop broedende vogels moeten dus wel zeebenen hebben! Er worden echter vrijwel elk jaar flink wat jongen vliegvlug op dergelijke vlotjes en de vogels komen er ook jaarlijks terug. Bij het kiezen van een broedplek is het voor een vogel blijkbaar vooral belangrijk dat er geen grote kans is dat je eieren of kuikens worden opgegeten, dat beetje schommelen nemen ze dan graag voor lief. Feit blijft natuurlijk dat het plaatsen van dit soort broedplekken een kunstmatige ingreep is. We zien het als een tijdelijke oplossing. De komende jaren worden er ook meer natuurlijke, permanente broedplekken aangelegd in het Waddengebied, zowel binnen als buiten de Waddenzee. “

Doelsoorten

Het broedponton is een initiatief van Rijkswaterstaat waarbij Landschap Noord-Holland is gevraagd om er een geschikte locatie voor te zoeken. “De komende jaren onderhoudt Landschap Noord-Holland de broedschuit, zoals het schoonmaken van de laag schelpen aan het einde van het broedseizoen. Ook gaan we bijhouden welke vogelsoorten erop broeden en hoeveel jongen ze groot krijgen. Door dit te volgen kunnen we straks beoordelen hoe succesvol deze pilot is en of het een goede investering is geweest om vogelsoorten als de visdief en noordse stern te ondersteunen. Met alle ervaring die we hebben denken we dat het heel goed uit gaat pakken.” Volgens Hovinga zijn de visdief en noordse stern de twee doelsoorten omdat deze vogels graag in kolonies bij elkaar broeden op dit soort locaties omgeven door water. “De kans is groot dat ook soorten als de kokmeeuw, kluut, kleine plevier en scholekster zich zullen vestigen op de broedschuit. Al deze verschillende vogelsoorten hebben er geen enkele moeite mee om vlak naast elkaar op dezelfde plek hun eieren te leggen. De broedschuit is overigens 22 bij 5 meter, dus daar passen in potentie een heleboel broedvogels op!”

Trots

Gevraagd naar een reactie van Rijkswaterstaat vertelt projectleider Rick Hoeksema supertrots te zijn op deze pilot die voor de periode van drie jaar wordt ingezet. “We hebben dit project in een tijdsbestek van twee maanden van de grond gekregen en dat is mooi, want het is frustrerend om te zien dat de vogelstand zo hard achteruit gaat. En daar wil je wat aan doen. In de haven van Lauwersoog hebben we twee weken geleden het eerste broedponton te water gelaten en daar zit inmiddels een scholeksterstel te broeden. Dan begint het toch te kriebelen dat het gaat lukken. Kortgeleden hebben we een tweede dekschuit omgetoverd tot broedponton en deze is afgelopen week gearriveerd in de Balgzandpolder. Ook deze prachtige dekschuit is onder meer voorzien van gaas zodat de pulletjes er niet af kunnen vallen. We hebben met Lauwersoog en de Balgzandpolder bewust gekozen voor twee praktische en kansrijke plekken aan de rand van het wad. Inmiddels komen de sterns aan in Nederland, we zijn zeer benieuwd hoe snel ze gebruik gaan maken van de pontons.”

De pilot wordt bekostigd met gelden uit de beheerpot van Rijkswaterstaat.

Boswachter Roelf Hovinga.
 Het broedponton.