Grote zorgen om continuïteit museumsector

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

REGIO - Musea hebben grote financiële zorgen door de tijdelijke sluiting vanwege het coronavirus. Zo geeft een vijfde aan al vanaf volgende maand problemen te verwachten bij het doorbetalen van salarissen. De derving van publieksinkomsten van de aangesloten musea bedraagt gemiddeld zo’n 10 miljoen euro per week. Dat blijkt uit onderzoek van de Museumvereniging onder haar leden. Doorrekening van de impact maakt duidelijk dat het risico dat een kwart van de musea voor het eind van het jaar omvalt aanmerkelijk is. De brancheorganisatie roept daarom de minister van OCW en de provincies en gemeenten op om musea te ondersteunen, zodat iedereen door heel het land toegang houdt tot een enorm cultureel kapitaal dat van ons allemaal is.

Weinig reserves
Nu de musea tijdelijk gesloten zijn, zijn er grote financiële zorgen. Een op de vijf musea betwijfelt of ze salarissen na eind april kunnen doorbetalen. Musea hebben vaak weinig reserves, ondanks een sterke stijging van de eigen inkomsten naar gemiddeld 50 procent van de totale begroting. De huidige noodregelingen zijn veelal onvoldoende een oplossing: zo dekt de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) in de huidige vorm slechts 30 procent van derving van publieksinkomsten, omdat subsidies in deze regeling tot de omzet worden gerekend. Ook hebben veel musea hun piek in bezoekers in het voorjaar, als de toeristenstroom weer op gang komt. Daarnaast zijn er openluchtmusea die alleen in het voorjaar en in de zomer open zijn. Bij deze musea komt de tijdelijke sluiting extra hard aan. Al met al is het wegvallen van inkomsten, in combinatie met de beperkte compensatie van doorlopende kosten, een zware dobber. Niet alleen de musea zelf lijden hieronder, ook de mensen die zij inhuren verliezen inkomsten – bijvoorbeeld cateraars, zzp’ers die rondleidingen geven en ontwerpers van tentoonstellingen.

Oproep: kwijtschelding half jaar huur, overbruggingsfonds en verruiming Geefwet
Tijdens de vorige crisis hebben musea veerkracht getoond: de stijging van eigen inkomsten in de sector was fors. Sinds 2017 is het aandeel eigen inkomsten ongeveer net zo groot als het aandeel subsidies. In 2018 steeg het aantal museumbezoeken met bijna 1 miljoen naar 32 miljoen. Met name het buitenlands bezoek, het schoolbezoek en bezoek met de Museumkaart zijn verder gestegen. Tegelijkertijd schrijft de helft van de middelgrote en (middel)kleine musea al sinds 2016 rode cijfers. Aanhoudende zorgen zijn er over de collectietaak en de steeds verder afnemende bijdrage van gemeenten tot het laagste niveau in tien jaar.

Weliswaar is de museumsector minder afhankelijk van subsidies geworden, maar des te meer van een gezonde, sterke economie. Om overeind te blijven is nu dus stevige steun nodig. De Museumvereniging roept overheden (het Rijk, provincies en gemeenten) op om voor musea de gemeentebelastingen plus een half jaar huur kwijt te schelden. Verder pleit de vereniging voor een overbruggingsfonds en verruiming van de Geefwet. 

Weer kunnen opstarten na deze periode
Aan de ene kant kunnen musea na afloop van de sluiting weer snel opstarten: hun gebouwen en collecties zijn er immers nog. Tegelijkertijd zullen ze het vooral van hun vaste presentaties moeten hebben; voor duurdere tijdelijke tentoonstellingen zal er veel minder ruimte zijn. Ook werken veel musea met vrijwilligers (zo’n 28.000), die veelal behoren tot de kwetsbare groep voor het coronavirus. Als musea weer openen, verwachten zij daarom deze groep vrijwilligers niet gelijk weer volledig in te kunnen zetten. Bovendien is de verwachting dat het publiek bij heropening voorlopig maar mondjesmaat zal terugkomen: men zal zich niet zomaar in grote groepen en op drukke plekken begeven. Al met al is er dus voor langere tijd financiële zekerheid nodig, zodat een goed en toegankelijk cultuuraanbod in alle regio’s mogelijk blijft.