“Vogels hebben een natuurlijk GPS”

Algemeen
'Vogels in De Zeevang 2000-2020’ werd uitgereikt aan Esther Rommel, gedeputeerde voor onder meer natuur en landschap, en Hans Schütt, wethouder in Edam-Volendam.
'Vogels in De Zeevang 2000-2020’ werd uitgereikt aan Esther Rommel, gedeputeerde voor onder meer natuur en landschap, en Hans Schütt, wethouder in Edam-Volendam. (Foto: HEJ)

ETERSHEIM – Onlangs reikte de KNNV, Vereniging voor veldbiologie, afdeling Hoorn/West-Friesland haar publicatie ‘Vogels in De Zeevang 2000-2020’ uit aan Esther Rommel, gedeputeerde voor onder meer natuur en landschap, en Hans Schütt, die als wethouder in Edam-Volendam het landschap in zijn portefeuille heeft. De publicatie gaat over de monitoring van vogels in het winterhalfjaar. Annemarie Dekker, veldbioloog en vrijwilliger bij de KNNV: “Bij elkaar hebben we tijdens 120 tellingen 142 soorten en meer dan 7 miljoen vogels waargenomen. Dat is omvangrijk. Je kunt ontzettend veel opmaken uit alle data van de afgelopen 20 jaar. Gebleken is dat in november de maand is waarin de meeste vogels worden waargenomen. Hieruit blijkt dat de Zeevang een bijzonder gebied is voor veel vogelsoorten. Naast de graseters (smienten en ganzen) zijn er ook veel vogels die van het bodemleven afhankelijk zijn (goudplevier, kievit en wulp) in het gebied aanwezig. De van het bodemleven afhankelijke soorten zijn in aantal bijna niet toegenomen ten opzichte van de graseters. Dit geeft aan dat de Zeevang door het intensieve gebruik onder druk staat.”

Bij de tellingen gaat men zeer gestructureerd te werk. Dekker: “Met onze tellingen doen wij mee aan onderzoek dat door het hele land plaatsvindt en gecoördineerd wordt door Sovon Vogelonderzoek Nederland. Het gaat dan om de Goudplevierentelling, de Watervogeltelling en de Midwintertelling. Maar wij doen meer dan voor deze landelijke tellingen nodig is: wij tellen alle vogels in het winterhalfjaar. Dat ons werk zin heeft is wel gebleken uit het feit dat in 2005 de helft van ons onderzoeksgebied, de ‘Polder Zeevang’ is aangewezen als Natura 2000-gebied (beschermd natuurgebied, red.). Onze publicatie werd dan ook heel enthousiast ontvangen door de gedeputeerde Rommel en wethouder Schütt, daar zijn we als KNNV ontzettend blij mee. Het is mooi dat ons werk gewaardeerd wordt”, aldus Dekker.

Geboeid door vogels

Dekker is als veldbioloog al jaren geboeid door de vogels die in de Zeevang voorkomen. “Ik heb enorme bewondering voor vogels. Ze leven altijd buiten. En ze moeten steeds keuzes maken: waar zoek ik voedsel, waar ga ik slapen, waar ga ik broeden, met welke partner doe ik dat en vooral ook: wanneer? Die timing is enorm belangrijk. Ze hebben een soort ingebouwde GPS, maar moeten zich, als ze willen overleven, steeds aanpassen aan veranderende omstandigheden. Het bijzondere van tellen in het winterhalfjaar zijn de grote aantallen. De meeste soorten verblijven dan in groepen.. In januari 2020 telden we maar liefst 60.000 smienten! Bij roofvogels gaat het wel om losse exemplaren. Ik kan enorm genieten van het spotten van de slechtvalk. Bij elke telling nemen we wel 2 tot 4 slechtvalken waar. Ook bij de Watertoren van Kwadijk zit er een.”

Telploeg

Er gaat heel wat tijd zitten in het tellen van de vogels. “Na een samenkomst met de gehele telploeg in Bezoekerscentrum De Breek, waarbij we aandachtspunten voor de telling van die maand bespreken, doorkruizen we urenlang, in kleine groepjes, alle acht deelgebieden. Bij broedvogeltellingen in rietlanden ga ik rond zonsopgang het veld in, omdat ik dan veel op gehoor doe. De vogels zijn dan al actief, maar de mensen nog niet. Dat werkt het beste. In het winterhalfjaar doe je veel op zicht. We tellen vooral vanuit de auto, die fungeert als een soort vogelkijkhut. We willen de vogels niet verstoren. Bij verstoring kunnen ze opvliegen en landen in een gebied waar andere tellers van ons bezig zijn. We willen voorkomen dat we dubbeltellingen doen. Het tellen is soms best een uitdaging, maar we kunnen met elkaar overleggen en je leert van elkaar. Als mensen het leuk vinden om mee te helpen tellen: we kunnen altijd wel nieuwe vrijwilligers gebruiken!”

Duiden

Uiteraard proberen we de tellingen ook te duiden”, vertelt Dekker. “Dat is soms nog niet makkelijk. Jaren geleden dachten we dat het slecht ging met de wilde eend, maar deze heeft zich toch weer hersteld. De populatie krakeenden is enorm toegenomen van 16 naar 316 per jaar. De bergeend zien wij ook toenemen, vooral in januari, februari en maart. Hij lijkt zich steeds vroeger in het jaar al te willen voorbereiden op het broedseizoen. Dit kan komen door klimaatverandering.

Voedselsituatie

De grote zaagbek is bijna geheel verdwenen uit het gebied. Dit heeft zeker te maken met klimaatverandering. Grote zaagbekken hoeven niet meer hiernaartoe te komen om te overwinteren. Er zijn meer noordelijk, dichter bij hun broedgebieden, voldoende opties. Daarnaast speelt de voedselsituatie in het Markermeer een belangrijke rol: er is te weinig vis…”, aldus Dekker.

Flora en fauna

“Als KNNV monitoren wij alle soorten flora en fauna. Onze kennis van de natuur delen we met geïnteresseerden tijdens bijvoorbeeld excursies en lezingen, maar we zetten deze ook in om gevraagd dan wel ongevraagd advies te geven over ontwikkelingen in natuur en landschap. We kunnen ons daarbij baseren op onze cijfers. Op veel momenten zijn we zo een gesprekspartner die constructief kan meedenken over de toekomst van onze natuur en ons landschap en daar zijn we trots op!”, aldus Dekker.

Geïnteresseerd om deel te nemen aan de vogeltellingen? Mail dan naar: benpronk1955@gmail.com

Interesse in het lezen van de publicatie? Kijk dan op https://hoorn.knnv.nl/wp-content/uploads/sites/48/2021/06/rapport-zeevang.pdf

Lees nu de laatste editie van de digitale krant

Agenda