‘Je wil maar één ding: je kind veilig in je armen sluiten’

Zorg
Deborah en Hans Feller verloren bijna hun ongeboren kind.
Deborah en Hans Feller verloren bijna hun ongeboren kind. (Foto: Aangeleverd)

Vijftien jaar geleden zat de hoogzwangere Deborah Feller in haar slaapkamer, toen haar verloskundige tijdens het toucheren plotseling de navelstreng van het ongeboren kind kon voelen. De baby was dwars komen te liggen. Een gevaarlijke situatie, want als Deborah ook maar één stap zou zetten, kon de baby stikken. Ze moest direct plat op haar bed blijven liggen. Ondertussen belde de verloskundige de ambulance. Deborah en haar man Hans blikken terug op dit heftige moment. “Ik was angstiger voor mijn kind, dan voor mezelf.”

Door Rosalie Buding

Een ‘gewone’ bevalling, daar hebben Hans en Deborah nog nooit van gehoord. Hun eerste kind werd geboren met behulp van een vacuümpomp; het tweede kind lag binnen vijf minuten in hun armen, zonder verloskundige. “Dan zou je denken: drie keer is scheepsrecht”, vertelt Deborah. De zwangerschap van haar derde verliep voorspoedig en alles zag er goed uit. Tot het moment van de plotselinge bevalling. “Ik kon niet zomaar naar beneden; want we hebben een lastige trap. Elke beweging kon fataal zijn voor het kind. Ik moest helemaal platliggen; ondertussen werd de brandweer gebeld. Zij hebben ons kantelraam eruit gesloopt.”


Hans en Deborah met hun inmiddels vijftienjarige zoon Stijn. Foto: AGHEEREMANSPHOTOGRAPHY

Hoogtevrees

Deborah werd op een stretcher gelegd en twee bekwame brandweermannen tilden haar op de hoogwerker. “Normaal heb ik geen hoogtevrees, maar nu was ik wel angstig. Ik dacht: dit loopt verkeerd af. Op dat moment wil je maar één ding: je kind veilig in je armen sluiten.” 

Hans was op dat moment aan het werk in Alkmaar. Hij vertelt: “De verloskundige belde en zei: ‘Je moet nu naar het ziekenhuis!’ Ik dacht bij mezelf: rustig aan. Ze zei: ‘Nee, het heeft haast! De bevalling gaat zo starten.’ Ik vloog naar huis, waar twee jonge ambulancebroeders op me stonden te wachten. Het lukte ze niet om Deborah veilig naar beneden te krijgen, vandaar dat de brandweer zo snel mogelijk moest worden gebeld.” Deborah werd vanuit haar slaapkamer naar beneden getakeld en met de ambulance naar het Medisch Centrum Alkmaar gebracht.

Spierwit

Hans: “In een roes liep ik door de gangen van het ziekenhuis. Ik kreeg een pak aan, zodat ik de operatiekamer kon betreden. Deborah kreeg op dat moment een spoedkeizersnede. Toen de artsen onze zoon eruit haalden, was hij spierwit en leek wel dood. Ik schrok, maar de artsen bleven rustig en deden hun ding. Op een gegeven moment kwam zijn kleur terug, en begon ‘ie te huilen. 

Deborah vertelt emotioneel: “Mijn bloeddruk was zeer laag, dus ik het was alsof ik ernaast stond en een film bekeek. Ik trad uit mijn lichaam. Tijdens de operatie zie je niks. Pas toen ik gehuil hoorde, drong het tot me door.” Toen Deborah het gevoel in haar benen terugkreeg, mocht ze naar haar pasgeboren zoon Stijn toe, die tussen andere baby’s op de couveuseafdeling lag. “Het besef kwam er toen écht: we hebben er een kind bij.” 


Foto: Aangeleverd

Sensatie

De tijd na deze unieke bevalling was voor het koppel een angstige periode. “We waren heel beschermend. Een beetje té zelfs. Dit werd gestimuleerd door de angst om je kind te verliezen. Bij elk zuchtje of kreuntje schrik je en denk je: is er wat? Je slaapt niet. Het overkomt je gewoon.” Hans: “Inmiddels kunnen we ook wel de sensatie ervan inzien. Toen Deborah uit het raam werd getakeld, heeft onze buurman vanachter een boom foto’s gemaakt. Deze heeft hij later aan ons gegeven. Achteraf zijn we daar erg blij mee.” 

Knots van een zoon

Als kraamverzorger weet Deborah precies wat er allemaal mis kan gaan tijdens de bevalling. “We hebben heel lang gedacht dat Stijn er wat aan over had gehouden. Gelukkig is alles goed gekomen. Hij is een knots van een zoon, inmiddels vijftien jaar oud.”