Vrouwendag 8 maart: ‘Als een vrouw aan boord stapt, wordt het sneller rustig’

Algemeen
Stoere vrouw en KNRM vrijwilliger bij reddingstation Enkhuizen Greetje Koster.
Stoere vrouw en KNRM vrijwilliger bij reddingstation Enkhuizen Greetje Koster. Foto: Aangeleverd

ENKHUIZEN - Binnenkort is het weer zo ver: Internationale Vrouwendag. Op 8 maart is er altijd extra aandacht voor vrouwen. Daarom ook bij Rodi een interview met een stoere vrouw uit Enkhuizen. Greetje Koster is opstapper bij de KNRM en dat is best uniek want nog steeds is een minderheid van de varende vrijwilligers vrouw. “In het buitenland wordt het nog gek gevonden als een vrouw zegt hoe het moet.”

Greetje Koster: “Jammer genoeg is het uniek, want er mogen nog wel wat vrouwen bij. Dat gebeurt overigens ook hoor. Je ziet steeds meer vrouwen.” Bij reddingstation Enkhuizen zijn twee vrouwelijke opstappers actief, Bregje en Greetje. De een is in het dagelijks leven havenmeester, de ander vaart op een tanker. Beiden zijn volledig ingeslingerd op de reddingboten. Daarnaast is er een vrouwelijke aspirant opstapper die gaat beginnen. Zelf kwam Greetje Koster in 2016 bij de KRNM, nadat ze dit al jaren graag wilde. “Het moet wel passen in je leven. Er moet ruimte zijn om opeens je werk te laten liggen. Dat kan niet altijd. Als vrijwilliger moet je binnen tien minuten in het boothuis zijn als de pieper gaat.”

Water is bekend terrein

Water is bekend terrein voor haar. “Ik heb op tall ships gevaren, daarna met platbodems op de Waddenzee en het IJsselmeer. Ik heb de zeevaartschool in Enkhuizen gedaan en heb alles wel zo’n beetje doorlopen, van maat tot stuurvrouw en ik ben ook zeilinstructrice geweest. Even heb ik gedacht dat ik een ‘normaal’, meer geregeld, leven moest leiden, maar ik ben heel blij dat ik weer ben gaan varen.”

Droom

Als vrijwilliger werken bij de KNRM was een droom. “De hulp die je van de KNRM krijgt is vrijwillig en echt voor iedereen beschikbaar. Water is zoiets moois. Iedereen moet ervan kunnen genieten, ongeacht of je rijk of arm bent.”

KNRM Reddingwerkers hebben een sterke band

De onderlinge band van de reddingwerkers is heel sterk, vertelt Greetje. “We vertrouwen elkaar volledig, dat is ook nodig bij dit werk. Je moet van elkaar op aan kunnen. Je bouwt een band op met mensen die je anders niet zo snel tegenkomt. Dat vind ik mooi.” Dat groepsgevoel, ‘We gaan er met z’n allen voor’ dat heeft inderdaad wel iets stoers, zegt Greetje desgevraagd. “Maar ik denk dat het er voor de buitenwereld stoerder uitziet. Het is voor ons vooral heel erg leuk werk om te doen. Natuurlijk zijn er ook minder leuke acties, bij ziekte en persoonlijke ongelukken of als iemand in het water ligt, maar de eerste keer van het jaar dat de pieper afgaat, wil iedereen weer mee en ben je blij dat je het water op mag.”

Vrouw aan boord

In het dagelijks leven werkt ze samen met haar vriend op een tanker. Twee weken op, twee weken af en bunkert ze grote, internationale zeeschepen in Hamburg die ze voorziet van diesel en stookolie. Hoe denkt ze over Internationale Vrouwendag? “Ik vind eigenlijk dat 8 maart niet meer van speciale betekenis moet zijn. Wij zijn in Nederland best vooruitstrevend en vrouwen en mannen zijn al wel heel erg gelijk. Het is misschien nog niet helemaal af, maar het is bij ons best aardig geregeld. We mogen ons mannetje staan, zeggen en doen wat we willen. Maar internationale aandacht voor vrouwenongelijkheid vind ik wel hard nodig. Tijdens mijn internationale werk merk ik nog weleens dat het gek is als een vrouw aan boord stapt of zegt hoe het moet.”

Stress

Zo ziet ze ook één verschil tussen mannen en vrouwen bij het reddingwerk. “Bij ons doet iedereen alles in het reddingwerk, dan maakt het niet uit of je vrouw of man bent. Ik weet niet waardoor het komt, maar ik merk wel dat als er stress aan boord is waarvoor onze hulp nodig is, het anders is wanneer een vrouw overstapt dan als een stoere vent aan boord stapt. Als een vrouw aan boord stapt, worden mensen sneller rustig, vooral kinderen. Geen idee waaraan dat ligt.”

Reddingbootvrouwen

Het reddingwerk op zee is heel lang een mannenwereld gebleven. In Nederland althans, want in andere Europese landen namen vrouwen al veel eerder deel aan reddingsacties. Soms als reddingbootbemanning, maar vaker als helper bij het lanceren van reddingboten. In Nederland werd in 1972 voor het eerst een vrouwelijke opstapper ingeschreven in Burghsluis; dat was Corry van der Haven-Eikelenboom. In de jaren daarna volgden meer vrouwen haar voorbeeld. Tegenwoordig zijn 39 vrouwelijke opstappers actief als redder, waarvan er twee werken bij KNRM Enkhuizen. Zij krijgen dezelfde opleidingen en voldoen aan dezelfde eisen als aan de mannen worden gesteld. De KNRM telt in totaal 1052 varende vrijwilligers.