Verkiezingen in Enkhuizen in 1795

Algemeen
 Patriotse spotprent op prins Willem V.
Patriotse spotprent op prins Willem V. Foto: Aangeleverd

ENKHUIZEN - Franse troepen trokken in januari 1795 de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. In Frankrijk was een revolutionair bewind aan de macht gekomen dat een democratische regering voorstond. Kort daarvoor waren Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie Antoinette onthoofd. De prins van Oranje, Stadhouder Willem V, zag in dat het nutteloos was zich te verzetten en vluchtte.

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was dringend toe aan hervormingen. Er was grote armoede, maar het bestuur - al lang in handen van rijke aanhangers van de prins - wilde absoluut geen democratische hervormingen doorvoeren. De tegenstanders van de prins, de Patriotten, hadden in 1787 een greep naar de macht gedaan. Die was mislukt en nu grepen ze hun kans.

Capitulatie voor de Fransen

De vroedschap van Enkhuizen besloot te capituleren voor de Fransen, die de Republiek binnentrokken, en de macht over te dragen aan de Patriotten. Snel werd een Comité Revolutionair opgericht. Dit stelde voorlopige representanten aan die het volk van Enkhuizen moesten vertegenwoordigen en verkiezingen moesten organiseren. Het comité was echter bang voor geweld en zuiveringen en stelde ook orangisten aan als representant. Zo hoopte het comité de vrede in Enkhuizen te bewaren. Om de wending te vieren besloot men Franse vlaggen op te hangen. Omdat Franse vlaggen niet voorhanden waren, werden de prinsenvlaggen opgehangen met het blauw boven (zo leken ze tenminste op Franse vlaggen).

Idealen op papier Gewest Holland

In de vergadering van de Provisionele Representanten van het gewest Holland werden ondertussen de idealen van de Patriotten op papier gezet: het volk was oppermachtig en er kwam een verklaring waarin de rechten van de mens en de burger werden vastgelegd. In februari werden 500 Franse soldaten ingekwartierd om erop toe te zien dat er in Enkhuizen niet gespot werd met deze idealen: alle Enkhuizers moesten hun wapens inleveren behalve de leden van het Patriotse genootschap de Vrije Westfriezen.

Radicale burgers Enkhuizen

De radicale burgersociëteit Voor Recht en Vrijheid wilde alle oranjegezinde opmerkingen sinds 1787 uit de notulen van de Vroedschap verwijderen. Maar de representanten wilden dit niet omdat daarmee de contra revolutionaire gevoelens zouden worden aangewakkerd. De radicale burgersociëteit kreeg wel voor elkaar dat alle ambtenaren - die door de orangistische zuivering van 1788 waren ontslagen - werden herbenoemd. In juni werd voor het eerst door vrije verkiezingen het Enkhuizer stadsbestuur gekozen. De leden wisselden jaarlijks. De kiezers moesten twintig jaar zijn en een eed hebben afgelegd op de “onvervreemdbaare Rechten van den Mensch en de Burger en de Oppermagt van het Volk”. Daarmee was er geen vroedschap meer die voor eeuwig aan het pluche vastzat en haar eigen leden benoemde. Een nieuwe tijd was aangebroken.

Jorien Kant, Archiefcollectief Vereniging Oud Enkhuizen