‘Wij als spoedzorg niet ingeënt, dan ook geen patiënten vaccineren’

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

REGIO - De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is op z’n zachtst gezegd verbaasd over het besluit van minister De Jonge het in januari vaccineren van huisartsen en het personeel uit te stellen. Ondanks de afspraken die de LHV hierover met VWS had gemaakt. “De minister laat de huisartsen en daarmee hun patiënten in de kou staan”, stelt Ella Kalsbeek, voorzitter van de LHV.

Minister laat zo ook kwetsbare patiënten in de kou staan

“De minister laat de kans liggen om snel de huisartsen in de frontlinie te beschermen en daarmee ook de verzekering dat een grote groep kwetsbare patiënten op hun huisarts kan blijven rekenen. Onbegrijpelijk, juist omdat er een haalbaar en snel uitvoerbaar plan ligt om op korte termijn die vaccinatie te realiseren”, aldus Ella Kalsbeek. 

Gezien de grote zorgen over de Britse variant van het virus is snel beschermen van de huisartsen nog belangrijker geworden.

Het moge duidelijk zijn dat huisartsen, en hun assistentes, onmisbaar zijn in de spoedzorg om snel de meest kwetsbaren in onze samenleving in te enten.

Harde strijd

Een doktersassistente uit Noord-Holland (naam bekend bij de redactie) verwacht een harde strijd. Maar waarbij ook de angst om zelf bij het onbeschermd vaccineren van patiënten besmet te raken meespeelt.

“Geen vaccinatie voor de huisartsen en assistentes, dan ook niet vaccineren aan patiënten. Daar zoeken ze maar een andere oplossing voor. Ze zijn heel goed in het plannen, dus mogen ze dit ook regelen. Blijkbaar horen wij niet tot spoedzorg en instellingszorg. Dus dat werk moeten we ook maar neerleggen.”

Beloftes

Ella Kalsbeek: “We hebben er enorm op aangedrongen dat de minister zijn afspraken zou nakomen. De minister heeft in een brief aan de Tweede Kamer op 4 januari een heel duidelijke belofte gedaan:

‘De huisartsen staan aan het begin van veel zorgprocessen. Zien in de huisartsenspoedzorg veel COVID-19 patiënten en ontlasten de ziekenhuizen door zorg thuis te leveren. Ze zijn daarmee onmisbaar bij het in stand houden van de zorg in Nederland. Alles zal er op gericht zijn dat deze belangrijke groep zorgverleners in het Nederlandse zorglandschap snel te vaccineren.’

Ella Kalsbeek: “We hebben het hier over een betrekkelijk kleine beroepsgroep die cruciaal is voor de spoed- en COVID-zorg. Een groep waarvan het werk direct effect heeft op de belasting van de ziekenhuizen. En daarnaast een groot deel van de COVID-vaccinaties voor hun rekening zal nemen. Hen vaccineren zorgt er juist voor dat de zorg voor de meest kwetsbare patiënten overeind kan blijven.”

De huisartsenvereniging heeft een goede oplossing gevonden die past binnen het vaccinatieschema. Daarbij kunnen huisartsen in de huisartsenspoedzorg (overdag en in de avond-, nacht- en weekenduren) snel de mogelijkheid krijgen zich te laten vaccineren.

Prikcapaciteit

“We weten dat er voldoende andere vaccins zijn die hiervoor kunnen worden ingezet. De uitvoering daarvan is het probleem niet. De prikcapaciteit en locaties kunnen we eenvoudig regelen. Die oplossing hebben we ook aan VWS voorgelegd, maar de minister legt die naast zich neer”, aldus de voorzitter. 

De LHV had al de afspraak gemaakt: als huisartsen eind januari voldoende vaccins ontvangen waarmee ze hun kwetsbaarste patiënten gaan vaccineren, kunnen zij met die voorraad ook zichzelf en de andere vaccineerders in de praktijk inenten. Als dat niet lukt, wordt voor huisartsen vanwege het belang van de spoedzorg een andere oplossing geregeld.

Te kleine voorraad

“Inmiddels is duidelijk geworden dat de eerste levering Moderna-vaccins voor huisartsenpatiënten te klein is om zowel de huisartsen als hun personeel in te enten. We willen ook niet dat er daardoor pas veel later kwetsbare patiënten kunnen worden gevaccineerd. Daarop hebben we een alternatief gevonden om de huisartsen in de spoedzorg wel te kunnen laten vaccineren. Maar tot onze verbazing komt de minister de afspraak nu niet na en legt deze oplossing naast zich neer.”  

Afbeelding