Vitale Haarlemmers: Greet (79) en Ferry (81)

Algemeen
Greet en Ferry
Greet en Ferry (Foto: Willem Brand)

Het maatschappelijke en sociale leven staat door corona op zijn kop. Wat kunnen we van senioren leren? In deze rubriek praat Willem Brand met vitale oudere Haarlemmers.

Greet en Ferry wonen bijna vijftig jaar in de Vaartstraat. Greet: “Ik ben geboren op nummer 17. Mijn broers hebben geholpen met de aanbouw en het aanleggen van elektriciteit. Ferry heeft het dak gedaan.” Op een jaar na zijn ze zestig jaar getrouwd. Hun geheim om vitaal te blijven: Ga op stap met je kleinkinderen en sport meerdere keren per week.

Bijzonder is hoe Greet en Ferry verkering kregen. Ferry: “Ik zat in een VW-busje en was voor loodgieter Sargentini op weg naar een klant, toen ik haar zag lopen. Later begreep ik dat zij bij hotel Wildhoef in de linnenkamer werkte. Ik heb toen een paar dinsdagen op dezelfde plek gestaan, maar zag haar pas twee jaar later in de Grote Houtstraat toen ze daar met drie vriendinnen liep. Ik keek naar haar en dacht: Dat is haar.”

Greet: “Het was een hectische verkeringstijd. Hij was altijd zo serieus. Ik wist ook niet dat je al betaald voetbal had. ’s Avonds was hij er nooit. Hij trainde vijf avonden in de week en overdag werkte hij. En twee dagen voor de wedstrijd op zondag was hij chagrijnig en opstandig. Na de wedstrijd was alles weer goed, dan gingen we uit eten of pakten een film.”

Tot zijn 71ste stond Ferry’s leven in het teken van voetbal. In 1959 kreeg hij zijn eerste contract bij EDO. Op een dag kwam de scout van Ajax kijken naar Ferry die achter de spitsen liep en de bal kon neerleggen waar hij wilde. “Ze kwamen voor Cees Smit en mij, maar ik werd te licht bevonden.” Drie jaar later had Blauw-Wit uit Amsterdam interesse en speelde Ferry toch eredivisie. Nog steeds is hij trots op die twee seizoenen dat hij tegen de grootmachten Ajax, Feyenoord en PSV speelde.

Ferry’s ambitie had zeker ook met het gebroken gezin te maken waaruit hij kwam. “Mijn moeder nam op 5 mei 1945 de benen. Mijn vader die in de oorlog in Duitsland had gewerkt, heeft drie kinderen moeten grootbrengen. Hij was een lieve man maar altijd aan het werk. Overdag in de Hoogovens, ’s avonds hielp hij een schoenmaker. Eens in drie maanden moesten mijn schoenen verzoold worden, want ik voetbalde altijd op straat. Ik was als een kind zo blij als ik met een vriendje mee naar huis mocht, dan werd ik verwend door een moeder.” Volgende week deel 2.

Ook Vitale Haarlemmer?

Voor 2021 zoek ik (Willem Brand) nog Haarlemmers van 75+ voor deze rubriek. Kent of bent u er één? Neemt u dan contact met mij op via 06-28865799.