Werkgroep nuanceert beeld over Haarlemse daklozenvoorzieningen

Joost Verhagen

Aanleiding voor het onderzoek was een flinke hoeveelheid klachten van cliënten, die met name ontevreden zijn over bejegening en het stroperige opstarten van begeleiding.

Peter van Kessel (VVD) opende het debat met een korte terugblik op de situatie. “Het is een beetje een bijzondere avond. Er zijn hier veel insprekers geweest met negatieve ervaringen met de daklozenopvang. Een groepje raadsleden heeft hier onderzoek naar gedaan.’’ Volgens Van Kessel wordt er fantastisch werk geleverd in de maatschappelijke opvang. “Er gaat af en toe ook weleens iets mis, maar dat is eerder uitzondering dan regel.”

‘Waardering voor alle hulpverleners in de maatschappelijke opvang’

Meryem Çimen (D66) lichtte de constateringen van de werkgroep toe. De werkgroep deed in een rapport zes aanbevelingen aan de raad en het college. Deze zouden de komende periode door de raad moeten worden opgepikt. Çimen stelde wel dat er in het verleden vanuit de opvang ook weleens verkeerd met cliënten is omgegaan. De SP illustreerde dit door te melden dat 80 procent van de klachten over de maatschappelijke opvang gaat over hoe daklozen door de medewerkers worden bejegend. Jouw Haarlem zei daarom een voorstander te zijn voor extern toezicht op de opvang.

De SP stelde blij te zijn dat er inmiddels zogenaamde ‘time-outplekken’ zijn gerealiseerd, waardoor cliënten van de daklozenopvang als ze geschorst worden niet meer op straat komen te staan, maar elders kunnen worden ondergebracht. Wethouder Meijs sprak in haar reactie haar waardering uit naar de werkgroep van de raad. “Ik kreeg het idee dat we nooit iets goed kunnen doen daar. Ik ben blij dat dat beeld nu genuanceerd is.’’ De meeste conclusies van de werkgroep waren voor Meijs niet nieuw. Ze zei wel onvoldoende doorstroomvoorzieningen te hebben in de opvang.