Historisch Haarlem (19): Grote Houtpoort

Historie
Grote Houtpoort, aquarel Gerrit Roemer (1742).
Grote Houtpoort, aquarel Gerrit Roemer (1742). (Foto: Gerrit Roemer)

HAARLEM - Haarlem telde in de zestiende eeuw veertien stadspoorten - waaronder de Kleine en Grote Houtpoort, Raampoort, Raakstorens, Zijlpoort, Kruispoort en Janspoort. De Amsterdamse Poort is de enige nog bestaande poort.

Willem Brand

De eerste Grote Houtpoort werd in circa 1400 gebouwd, maar tijdens het Beleg van Haarlem (1572-73) was die al zo krakkemikkig dat men de toegangswegen blokkeerde met zand, hout en puin. 

Aanval op de stad

De buitenste stadsmuur was metersdik en zeven meter hoog. Voor de muur lag een vijftien meter brede gracht. Tussen de muur en de gracht was een smalle strook met doornenstruiken beplant. Dat moest verhinderen dat bij een aanval op de stad brokken van de muur in de gracht rolden. Uit een rekening van de thesaurier lezen we dat de hele stadsmuur, die vier kilometer lang was, verdeeld was in zeven zogenaamde hoefslagen (onderhoudspercelen). Eén zo’n hoefslag bijvoorbeeld strekte van de Langebrug over het Spaarne tot aan de Kleine Houtpoort. Drie kapiteins waren verantwoordelijk voor zo’n perceel. Zij moesten de poorten, torens en muren onderhouden en bewaarden bovendien het kruit en lood voor het geschut van de torens. 

Nijverheidstentoonstelling

De Grote Houtpoort werd in 1825 als eerste van de twaalf stadspoorten gesloopt, om de ingang tot de stad te verbreden in verband met een Nijverheidstentoonstelling. De Kleine Houtpoort stond er tot 1873. Hij werd een jaar voor het Haarlemse Beleg gebouwd, maar werd ternauwernood beschadigd. Hij zag er zo indrukwekkend uit dat de Spanjaarden het niet in hun hoofd haalden de stad aan de zuidkant te bestormen.