Column Sterkliniek - Dektijdstip

Column
Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. (Foto: Corine Zijerveld)

door Lodewijk Kamps

Het was een koude lenteochtend en met de diensttelefoon in mijn binnenzak liet ik de honden uit. Mijn jas was stevig dicht geritst en een warme sjaal bedekte mijn hals. Er stond een grijze Landrover met draaiende motor op de parkeerplaats met daarin een donkerharige man van middelbare leeftijd. Hij keek nerveus om zich heen, zodat ik zijn gezicht goed kon zien.

Toen ik na een kwartier weer langsliep zat er een jonge, blonde dame naast hem en ze waren met meer dan alleen maar praten bezig. Ik probeerde beschaamd niet te kijken, maar ving toch een heldere glimp van dit verliefde stel op. Toen ging mijn telefoon.

Een valkparkiet, die niet meer at, moest onderzocht worden. Ik reed naar de praktijk. Bij het onderzoek werd al snel duidelijk wat er mis was. Het dier kon haar ei niet kwijt. Letterlijk. Omdat ze al meerdere dagen niet at, besloten we het ei te gaan halen; hoewel enigszins risicovol, was dat in dit geval de beste optie.

Na een snufje verdoving, wat glijmiddel en een klein knipje plopte het ei er soepel uit. Drie hechtinkjes erop en de traumatische bevalling was weer snel vergeten. Hopelijk. Het vogeltje mocht meteen weer mee naar huis.

Op deze zondag stond er 's middags een hond gepland waarbij we bloed moesten afnemen om een progesteronbepaling te doen. Dat doen we vanzelfsprekend op elke willekeurige dag in de week, want dat is noodzakelijk voor het bepalen van het juiste dektijdstip. Op vrijdag gaf de test nog aan dat het teefje er niet klaar voor was. Vandaag zou ze twaalf dagen loops zijn; het moment suprême kwam naderbij!

De roodharige eigenares kwam binnen met Lulu, een lieve zwarte Labrador. "Wacht u met bloed afnemen even tot mijn man er is, die parkeert de auto." Ik probeerde Lulu op haar gemak te stellen en wachtte op de helpende hand van de eigenaar. Toen hij binnenkwam, trok het bloed uit mijn hoofd weg. Het was de man die ik vanochtend gezien had op de parkeerplaats. Wilde gedachtes rolden over elkaar heen in mijn hoofd. Moest ik hier wat over zeggen? Vergiste ik me niet? Was het wat ik dacht dat het was?

"Hoe moet ik haar vasthouden?" vroeg de man, zich niet bewust van de herkenning. Het lukte wonderwel snel om bloed af te nemen. De test duurt een half uur, dus ik stelde voor dat ze naar huis zouden gaan en dat ik ze zou bellen. Ik keek ze door het raam na en zag ze wegrijden… in een grijze Landrover.

Mijn vrouw belde via de spoedlijn om te vragen hoe laat ze de tafel kon dekken. "Huh? ik ben net bezig het dektijdstip te bepalen," zei ik. Ze kon er niet om lachen. Uit de test bleek even later dat de hond er helemaal klaar voor was. Ik belde de eigenaar en zei: "Het is zover, morgen is het beste dekmoment, althans, voor Lulu."