Nieuw-West toen & nu: het viaduct van de Cornelis Lelylaan

Algemeen
Bouw van het viaduct in de Cornelis Lelylaan.
Bouw van het viaduct in de Cornelis Lelylaan. (Foto: Stadsarchief Amsterdam/ANEFO, Johan Noske)

NIEUW-WEST - Ze gingen dan wel naar een grotere woning, in een wijk met veel ‘licht, lucht en ruimte’ (het motto van de gloednieuwe Westelijke Tuinsteden). Jubelend waren de nieuwe bewoners niet altijd meteen na verhuizing uit de bedompte Jordaan of het verre Noord. Of dat van het gezicht van deze moeder met kinderwagen is af te lezen…

Shirley Brandeis

Graag wilde Tini van den Akker terug. De inmiddels overleden pionier in de Westelijke Tuinsteden vertelde in 2013 aan de Westerpost over die eerste tijd in het verre westen van de stad. “Ik wilde wel kruipend terug naar Noord.” Daar woonde haar moeder om de hoek. Daar had ze een veel kleiner, maar wel erg knus huis. “Ik was echt thuis in Noord.” Ze kreeg er wat voor terug. “Twee verdiepingen, een tuin en een huiskamer van meer dan acht meter lang. De kinderen bleven maar rondjes rennen!” En het wende.

Op de foto zo’n jonge moeder, achter de kinderwagen, zojuist verhuisd naar vast een betere, grotere woning in een nieuwe, groenere woonwijk. Ze wandelt hier tussen de palen voor het toekomstige viaduct aan de Cornelis Lelylaan, over de Johan Huizingalaan in Slotervaart. We hebben de foto iets meer naar achter gemaakt, zodat het viaduct duidelijker zichtbaar is. Brug 705 is de naam. De foto is van maart 1959. De laan, een stadsautoweg, is genoemd naar Cornelis Lely, onder andere bekend als ontwerper van de Zuiderzeewerken, die tot afsluiting van de Zuiderzee en het ontstaan van het IJsselmeer en de polders leidden. Een van de grootste waterbouwkundige projecten ooit. Waar de naam Lelystad vandaan komt, moge duidelijk zijn.

Niet-inclusieve haltes

Maar terug naar dat andere grote project: de bouw van de Westelijke Tuinsteden, waaronder Slotervaart. Een niemands-landachtig stuk met bushaltes en wat winkels. Hier zien we de bouw van wat toen de langste brug van de stad werd (totdat in die andere nieuwbouwwijk Bijlmermeer een nog langere kwam). Eronder nu een niemandslandachtig stuk met bushaltes en wat winkels. Ooit was daar een mogelijke eindhalte van een tram gepland. Maar die rijden, na aanpassing van de plannen in 1960, er overheen, over de Lelylaan. Niet iedereen kan trouwens met de tram mee. De haltes aan de Lelylaan staan bekend als de meest niet-inclusieve haltes van het GVB. Wie de stenen trap niet kan betreden, heeft pech gehad. En dat in deze tijd. Het stinkt er ook vaak.

Wim Kokbrug?

Een gemeentelijk monument is de brug, maar een naam, ho maar. Terwijl de 704 (Henk Sneevlietbrug), 711 (Piet Römerbrug) en de 713 (Corry Tendeloobrug) wel een naam kregen toebedeeld, doet de 705 het zonder die eer. Misschien zijn ze nog op zoek naar een toepasselijke prominent? De Westerpost doet een gooi: de Wim Kokbrug. De vroegere FNV-voorzitter, latere minister-president, woonde er om de hoek en was een bruggenbouwer, al zijn de meningen over politici vaak verdeeld. Het idee indienen kan nog niet, een vernoeming kan pas vijf jaar na overlijden. Nog even geduld dus.

Weer terug naar de brug zelf. Naar het jaar 1959. ‘Uw eigen huis in Tuinstad Slotervaart’, lokte een brochure de mensen naar de nieuwe woonwijk. Wie kon kopen, had voor zeventienduizend gulden een eengezinswoning ‘met moderne keuken’. De melkboer, de schillenboer en de groenteboer kwamen aan de deur. De luxe van een plein met een Dirk en een Albert had men toen nog niet. Wel had men de ruimte, een ruimere woning, een eigen plek en ja, soms heimwee. Maar laten we niet overdrijven. De meeste pioniers uit die jaren vertelden enthousiast over de vrijheid die men voelde door niet meer in te wonen bij schoonouders en de zin die men had in een nieuw leven in een nieuw stuk Amsterdam, dat vandaag de dag niet eens meer de rand van de stad is. Heimwee had een van hen juist nu, naar die tijd, de jaren vijftig. De mooiste tijd van hun leven.

Het viaduct zoals we dat vandaag de dag kennen.