Column Sterkliniek - Tolk

Column
Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. Foto: Corine Zijerveld

door Lodewijk Kamps

We werden in onze kliniek in Nieuw Vennep bezocht door een bijzonder drietal met een klein dwergkonijntje. Het trio betrof een moeder, haar vriendin en een dochtertje. De moeder en de vriendin waren doof, maar het meisje kon wel horen en praten. De communicatie verliep dus anders dan anders.

Ik vroeg zo duidelijk mogelijk articulerend wat er aan de hand was en dat werd door het meisje in gebarentaal vertaald aan haar moeder. Die antwoordde in gebarentaal terug en dat werd mij door het meisje weer verteld. Het konijn was van de dochter, maar haar moeder was er het grootste deel van de dag bij. Zodoende wist de moeder er het meeste over te vertellen of eigenlijk te gebaren.

Ik had diepe bewondering voor het jonge meisje, dat naar mijn idee nog geen 11 jaar oud was, maar in woord en gebaar was ze als het ware tweetalig! Stampertje bleek al drie dagen noch te eten, noch te poepen. Ze had een wat opgezette buik en zat stil in een hoekje van de kooi. Bij het onderzoek viel een gasbuik op. De maag was ernstig opgezet en de lichaamstemperatuur was laag. Dat is bij konijnen een groot spoedgeval.

We besloten haar op te nemen en de intensive-care behandeling te geven. Ze was pas 4 jaar oud en nog nooit ziek geweest. We plaatsten haar in de couveuse. Ze kreeg een infuus rechtstreeks in een bloedvaatje en we gaven medicijnen om de maag weer op gang te krijgen. Na 3 uur was ze nog maar weinig opgeknapt dus besloten we Stamper te sonderen: met een slangetje door de bek naar de maag om de eventuele lucht af te laten lopen. En dat lukte geweldig! Een damp van gegist gras en groen vocht kwam uit de slang en de maag werd weer soepel.

Een uur later zat ze er al veel fitter bij. De assistentes gaven Stamper dwangvoeding en zo kwam alles weer op gang. Een dag later had ze gepoept en gegeten én was haar temperatuur normaal. Ze mocht naar huis! Het was hartverwarmend om te zien hoe in gebarentaal blijdschap werd uitgebeeld. Met medicatie en dieet ging het gelukkige viertal naar huis.

Helaas stonden ze een week later weer in de wachtkamer. Stampertje was nu slap en kon niet meer staan; ze had het zes dagen supergoed gedaan en nu was het ineens mis. Ze tolde rondjes, hield haar hoofd schuin, was ijskoud, in shock en had wederom een ernstig opgezette buik. Ze had weer een gasbuik met dit keer een heel ernstige complicatie erbij.

Ik kon mijn tranen ternauwernood bedwingen toen ik het meisje moest vertellen dat we Stamper niet meer konden redden. Ze hoorde het dapper aan en vertaalde bibberend het bericht aan haar moeder. Die knikte dat het goed was. Toen brak de stoere meid en de grootste tranen die ik ooit had gezien biggelden over haar wangen. Niemand hield het droog. Wat had ik een respect voor de kleine grote meid.