Column Sterkliniek - Vitamine K-via

Algemeen
Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. Foto: Corine Zijerveld

door Lodewijk Kamps

Ik was een kreupele Duitse Herder aan het onderzoeken, maar kwam er niet helemaal uit. Vervolgens vroeg ik de eigenaar, een forse gepensioneerde man, om buiten even met de hond te gaan lopen. Dat noemen we monsteren om zodoende een goed beeld te krijgen van in welke poot het probleem zich bevindt. Toen de man enkele passen had gewandeld, begon hij een beetje te rennen; volkomen onverwacht stapte hij daarbij op de riem van de hond en ging zelf keihard onderuit.

Hij kwam vol op zijn linkerschouder en -knie terecht en kreunde het uit. Zijn vrouw knielde bij hem neer en hielp hem opstaan. Ik kwam de kliniek weer binnen met een nog altijd normaal lopende hond, maar met een ernstig kreupele man met een kapotte broek en een bebloede elleboog. De assistentes keken me stomverbaasd aan. "Wat is daar gebeurd?"

Tijd om op adem te komen, kregen we niet, want een jong meisje kwam binnen gerend met in een schoenendoos haar kleine cavia, die rattengif had gegeten. Dat was grote paniek, want niemand wist hoeveel het kleine diertje ervan had ingenomen. We moesten het caviaatje opnemen en begonnen hem met antigif te injecteren: vitamine K. Elk uur onderzochten we hem en op gezette tijden kreeg hij de injecties met vitamine K. Gelukkig konden we zo de fatale bloedingen tegengaan. Uiteindelijk kon hij na vier dagen kuren veilig en wel naar huis! Wat een opluchting!

In de avonddienst die volgde, belde een bezorgde eigenares van een konijntje, dat per ongeluk door haar vriend was verwond. Het konijntje liep, zonder dat de vriend het wist, los in de kamer terwijl hij de deur niet dicht kreeg. Het pootje van Kruimel bleek ertussen te zitten. Tot op de hak was het arme ondervoetje totaal ontveld. Ze hadden hem zelf al wat verzorgd, maar de huid was ontstoken en nu wilden ze langskomen. Geen probleem. We zagen elkaar op de praktijk. Bij het onderzoek bleek de huid van de teentjes tot de hak helemaal opgestroopt en kon ik, na wat manipuleren, de hele huidflap terugleggen. "Wat een grote flap is dat, zeg," zei de vriend. "Als-ie het overleeft, gaan we hem Flappie noemen!" Een schaterlach volgde. Het was nog twee weken tot de kerst.

Bij de laatste controle van het konijntje zag ik een echtpaar, dat voer voor hun honden kwam halen in de wachtkamer. "Hoe is de operatie gegaan?", vroeg ik aan de vrouw, want ik wist dat ze een nieuwe heup had gekregen. "Oh prima, na twee dagen liep ik alweer! Wil je het litteken zien?" En zonder het antwoord af te wachten, trok ze haar broek naar beneden. Haar man sloeg de handen voor zijn ogen en riep "Gerrie, wat doe je nou?" "Daar kan Lodewijk best wel tegen, die ziet wel meer vrouwenbenen".

Toen mijn vrouw thuis vroeg wat ik wilde drinken zei ik "Doe maar een vitaminedrank, het was weer een pittige dag."